zondag, november 05, 2006

Policja

Tijdens het eten krijgt Daniël telefoon. Een vader van één van de Poolse kinderen meldt zich met de mededeling dat we morgen natuurlijk niet naar Gdansk kunnen. Het sneeuwt, het wordt glad, en met die bussen weet je het maar nooit. Daniël windt zich op en zegt dat die vader dan morgenvroeg maar de bus moet inspecteren. En neem gerust de politie mee. De volgende morgen om tien voor vijf staat de zwartwitte politieauto al te wachten. Ik weet niet wat ik zie, maar Daniël reageert alsof hij dat wel verwacht had. Pardon? Papa belt de politie en die komt dan ook? Voor een busreisje?
De dienstdoende agenten beginnen aan een volledige controle; papieren, verlichting, banden, alles in orde. En dan komt het. Daniël moet blazen, niet in de beslotenheid van de politieauto, maar voor het front van de inmiddels verzamelde troep. Ik maak me een moment zorgen over de eventuele glazen wodka die Daniël gisteravond nog naar binnen heeft geslagen, maar de meter slaat niet uit. Hij grijnst. Zijn gezicht verraadt niets. Hij weet waar die vader staat.
Het eerste deel van de reis kan de bus niet harder rijden dan vijftig, het is te glad. Op een heuvel staat opeens alles stil. De chauffeur vloekt in welluidend pools. Een onbeladen vrachtauto staat stil op de heuvel, en alles wat er achter zit moet er in een blinde gok omheen. Een gevaarlijke manoeuvre, want zo'n tweehonderd meter achter de vrachtwagen ligt de top van de heuvel. Als we er zo snel mogelijk voorbij rijden zien we dat de wielen van de vrachtauto wild draaien op het ijs van de weg. Hij komt geen meter vooruit. Wij wel. Onze bus is in topconditie.