woensdag, februari 28, 2007

Boekenkast -1

Het opruimen van de boekenkast kost veel meer tijd dan ik dacht. Ten eerste moet je bij veel boeken even nadenken of ze mogen blijven. Ik heb daarvoor twee criteria: zou ik dit boek kopen voor een halve euro als ik het niet had, en ga ik dit boek voor mijn dood nog ter hand nemen. Is het antwoord twee keer raak dan is het finito basta. Nee nee, dat zijn echt twee criteria. Er zijn naslagwerken die ik nu niet zou kopen, maar die ik zeker nog ter hand zal nemen. Eén voorbeeld: de Trotter reisgids voor Centraal-Spanje.
De poëzie, waarvan je natuurlijk niets wegdoet, staat als eerste keurig op alfabet gerangschikt. Ik kwam bundels tegen waarvan ik dacht: "heb ik dat?" Bijkbaar wel. Maar wat vooral opviel is dat ik er eentje mis: Vasalis' 'De vogel Phoenix'. Wel gloeiende glorieneuzen. Wie heeft het? Beken! Nu!

dinsdag, februari 27, 2007

Susie Flynn

Als je teveel tijd achter de computer doorbrengt met het lezen van weblogs over Amerikaanse politiek krijg je vierkante ogen, maar je komt af en toe ook iets raars tegen. Zie hier Susie Flynn, een meisje van tien. Ze maakt zich zorgen over het feit dat er in de VS negen miljoen kinderen zijn zonder ziektekostenverzekering. En omdat niemand wat doet stelt ze zich zelf maar verkiesbaar. Ze heeft filmpjes op YouTube, ze voert campagne langs de straat door automoblisten te laten toeteren als ze zin hebben, en ze verzamelt negen miljoen handtekeningen. De teller staat al op ruim 3000.
Schattig he? Ja hoor. Wat zit hier achter? Enig speuren leert dat het gaat om de organisatie 'Children's Defense Fund', een organisatie die zich inzet voor kinderrechten. Ze beweren op hun website dat ze nooit geld van de overheid hebben aangenomen en dus politiek onafhankelijk zijn. Maar ze zijn ook gelieerd aan het 'Leave no child behind' project, en dat komt uit de koker van de huidige regering, hoewel dat wellicht helemaal niets zegt. Aan de andere kant vragen ze aandacht voor het feit dat er door wapengeweld in de VS meer kinderen sterven dan soldaten in Irak en vragen om vormen van 'gun control'. Geen Republikein haalt het in zijn hoofd om daar echt voor te zijn. Redelijk onafhankelijk dus? Misschien. De oprichter van de organisatie is Marian Wright Edelman, ooit genoemd als belangrijkste soul-mate van Hillary Clinton. Haar man, Peter Edelman, nam ontslag uit de Clinton-regering uit protest tegen de nieuwe welzijnswet. De druiven zijn nog steeds zuur, want Hillary is dus niet goed genoeg! Grappig.
Maar wat te denken van Susie? Wordt ze gebruikt? Wie heeft dit bedacht? Of zoek ik spijkers op laag water? Het is te hopen voor Susie dat haar campagnefilmpjes gewoon knullige homemovies op YouTube blijven en dat ze niet naar Larry King hoeft. Hoewel dat de 'Children's Defense Fund' heel goed uit zou komen. Child welfare. We zullen zien.

Vijf wegen

Religie is allereerst een sociale activiteit en slechts in afgeleide zin een rationele onderneming. In zijn recente bestseller ‘The God delusion’ valt Richard Dawkins beide aan. Laten we eerst maar eens focussen op het denkspel, daar heb ik tenslotte toevallig voor doorgeleerd, al is het lang geleden. Bij een eerste diagonale lezing valt op dat Dawkins zich niet wenst te houden aan het intellectuele uitgangspunt van mijn leermeester Huib Hubbeling, dat luidt “Maak de positie die je wilt aanvallen eerst zo sterk mogelijk”, oftewel: verbeter je tegenstander voor je hem verplettert. In zijn hoofdstuk over de godsbewijzen van Thomas van Aquino doet Dawkins, uit onkunde waarschijnlijk, het omgekeerde. Hij poneert de ‘godsbewijzen’ van Thomas als godsbewijzen. Dawkins had beter moeten weten.
Wat zegt Thomas precies in zijn zogenaamde godsbewijzen? De tweede quaestio van Thomas’ ‘Summa Theologia’ behandelt de vraag of God bestaat (de Deo, an Deus sit), en behelst onder andere de befaamde bewijzen, de vijf wegen. Resultaat van de quaestio is niets meer dan de wetenschap dat een bepaald iets bestaat, met nadruk op 'dat'. Thomas geeft zelf aan dat de vraag 'wat' datgene dat bestaat precies is na de toepassing van de vijf bewijzen openblijft. Het resultaat van de godsbewijzen, die in de secundaire literatuur over Thomas' godsleer onevenredig veel aandacht krijgen, blijkt bijzonder mager. Ze zeggen niets over de vraag 'quid sit Deus', wat God is, en daarmee zeggen ze strikt genomen helemaal niets over God. In God vallen namelijk volgens Thomas het 'dat' van het zijn en het 'hoe' van het zijn samen, oftewel, er is volgens Thomas in God geen onderscheid tussen 'esse' en 'essentia', tussen zijn en wezen. Aangezien het 'wat' van God, de Goddelijke essentie, in de vijf bewijzen op geen enkele manier aan de orde is, moet uit de identificatie van Gods ‘zijn’ en ‘essentie’ volgen dat ook over Gods 'Esse' in feite niets gezegd wordt. Thomas geeft expliciet aan dat de bewijzen in strikte zin niet op het bestaan van God betrekking hebben; In het vierde artikel van quaestio 3 stelt hij dat we, waar het gaat om 'bestaan' in de zin van de 'bestaansakt' (actum essendi), geen kennis kunnen hebben van God's bestaan. Hadden we dat wel, dan kenden we, uitgaande van de identificatie van ‘esse’ en ‘essentia’ in God ook God's essentie, en dat is binnen het godsbeeld dat Thomas er op nahoudt onmogelijk. De bewijzen zijn, binnen Thomas’ eigen denksysteem, op hun best verwijzingen en fungeren vooral als een indicatie voor de transcendentie Gods. Oftewel, voor Thomas zijn de bewijzen op geen enkele manier bewijs. Dawkins vecht met windmolens, en dat had hij kunnen weten.
Dit alles is wellicht ‘mere sophistry’. Accoord, maar als je het serieus neemt neem je het serieus. Je hoeft niet heel erg diep te lezen om bovenstaand gegeven tegen te komen. Dawkins doet het voorkomen alsof Thomas een bewijs pretendeert te leveren voor het bestaan van God. Dat is aantoonbaar onjuist. Helaas, zijn kennis van de ‘vijf wegen’ is op zijn best uit derde hand. Dat geeft te denken voor de rest van zijn boek. Jammer hoor. Een doorslaggevend bewijs voor de juistheid van het atheisme zou me best goed uitkomen. Maar bewijzen dat iets niet bestaat is nu eenmaal logisch veel ingewikkelder dan bewijzen dat iets wel bestaat, de wiskunde even daargelaten. Ik lees nog maar even door, wellicht komt er wat beters.

Kibbesoep

De lekkerste gehaktbal van de wereld is te koop in Den Haag, bij de Hap-Snap op het Savornin-Lohman-plein. De uitbater was ooit slager, voordat hij ontdekte dat er in snelle snacks beduidend meer geld zit dan in lamsbout. De bal is een wonder van subtiliteit en wordt altijd vergezeld door een slordig bemeten stapel friet. Voeg de juiste mayonaise toe, die Zaanse tube, alleen nog verkrijgbaar bij de allochtoon om de hoek, en je hebt een maaltijd om je vingers bij af te likken. Op zondag mogen wij dat zo af en toe, van ons zelf. En dus maakte Willemijn vandaag kippensoep. Prei, wortel, peultjes, water, bouillonblokje en kipfilet. Gezond! En lekker. Wat het nog lekkerder maakt: volgens Willemijn heet het 'kibbesoep'.

maandag, februari 26, 2007

Sneeuwvlok (2)

Wat heeft de sneeuwvlok van Koch te maken met de bundel 'Sneeuwvlok' van Rogi Wieg? Dat was de vraag van mijn vorige blogje (zie hier vlak onder). Voor de hand ligt natuurlijk de gedachte dat de dichter eindeloze omzwervingen van de taal nodig heeft om iets te beschrijven wat eigenlijk heel overzichtelijk is, maar niet gevat kan worden. Het onvermogen van de taal als motor voor de poëzie. Zoiets. En dat blijkt maar zeer ten dele te kloppen. De bundel 'Sneeuwvlok' is eigenlijk één lang gedicht. Rogi Wieg gebruikt het beeld van de 'sneeuwvlok van Koch' vooral voor het leven dat wordt beschreven en de herinnering daaraan, en veel minder voor de beschrijving, voor de taal:

"................. van ver af
is het een sneeuwvlok
van dichterbij steeds ingewikkelder,
een kustlijn langs een zee die van blauw

in de middag met druppels goud naar
zwart toegaat, een lijn zonder getal
die een oppervlakte met een getal omsluit:
mijn leven zo eindig als wat,

maar de omschrijving ervan oneindig."

De kustlijn is, evenals de sneeuwvlok van Koch, het standaardvoorbeeld van de wiskundige fractal, de oneindig vertakte lijn die in elk detail de afbeelding van zichzelf is. Merk op dat hier met 'omschrijving' dus geenszins persé de taal bedoeld wordt. Het verwijst eerder naar de kustlijn, naar het beleefde leven, naar de herinnering die gedetailleerder wordt naarmate je haar dichter nadert:

"Daarom begon ik deze nacht aan het beeldhouwwerk van mijn geheugen"

In de beste passages uit de bundel wordt de lijn van de herinnering steeds verder vertakt, schijnbaar willekeurig, omdat er eindeloos veel vertakkingen mogelijk zijn:

"de tijd die op de laatste momenten nog

schitterend uitloopt. Ik herinner mij
bijvoorbeeld mijn eigen geheugen.
Mijn moeder riep mij voor het eten
en in de toekomst zal een moeder mijn kind

voeden. Op de gedekte tafel staan
bloemen in een smalle, paarse vaas,
ergens zoemt een wesp op zoek naar zoetigheid
en de damp van aardappelsoep maakt zich los

uit de kommen."

Eindeloos veel details, en in die details zit de poëzie. Het is poëzie omdat het detail verwijst naar iets wat niet grijpbaar is. We voelen het grijpen, maar waarnaar? Dit is het terrein waar Kopland heer en meester is, en de goede passages bij Wieg zijn nogal 'Koplands'. Dat ik aan Kopland denk zegt overigens niets, want ik denk nogal vaak aan Kopland. Aardig is wellicht nog dat je bij het citaat hierboven ook nog aan Leo Vroman kunt denken: "door veel te harde en schaarse gaatjes worden de dan ook paarse crocussen naar buiten gewurgd."

Dat 'Sneeuwvlok' vooral over de herinnering gaat en bijna niet over de beschrijving, over de aard van poëzie, dat is misschien de grootste kwaliteit van de bundel. De eindeloze vertakking is niet de eindeloosheid van de taal, maar de eindeloosheid van de herinnering, die met de tijd alleen maar groeit (zie boven: "de tijd die op de laatste momenten nog schitterend uitloopt.") Op zijn hoogst volstaat de erkenning dat het gedicht tekort schiet, en dat we dat maar zo moeten laten:

"De sneeuwvlok is voor getallen en letters
te eigenzinnig. Dit werkstuk benadert niets,
het heeft een onmeetbare omtrek en gaat
over een niet uit te spreken bestaan.

Daarom laat ik het deze ochtend dwarrelen ...."

Sneeuwvlok

Bij 'de Slegte' kocht ik voor een habbekrats twee dichtbundels van Rogi Wieg, 'Roze brieven' en 'Sneeuwvlok'. De laatste begint met een soort motto over de 'sneeuwvlok van Koch'. De vlok ontstaat door op de zijden van een gelijkzijdige driehoek twee nieuwe zijden te maken waarvan de lengte een derde is van de oorspronkelijke zijde. Als je dit proces tot in het oneindige voortzet onstaat uiteindelijk, maar dat woord is helemaal fout, de sneeuwvlok die zijn naam dankt aan de Zweedse wiskundige Niels Fabian Helge von Koch (1870 - 1924). Ik leg het wat krakkemikkig uit, maar het plaatje is ontroerend duidelijk.






De grap is dat bij elke stap in het maken van de sneeuwvlok het aantal zijden van de veelhoek 4 keer zo groot wordt, terwijl die zijden 3 keer zo klein worden. De totale lengte van de figuur wordt dus steeds vermenigvuldigd met 4/3. Doe je dat oneindig vaak, dan wordt de lengte ook oneindig groot, immers er wordt steeds vermenigvuldigd met een factor die groter is dan 1. Maar de oppervlakte blijft kleiner dan die van een cirkel die precies om de oorspronkelijke gelijkzijdige driehoek past. Het resultaat is een begrensde oppervlakte met een oneindig lange grens.
Aardig, maar wat heeft dat met de gedichten van Rogi Wieg te maken? Dat weet ik nog niet. Tot later.

zondag, februari 25, 2007

Paula Modersohn-Becker

Het Chabot Museum in Rotterdam heeft een overzichtstentoonstelling van het werk van Paula Modersohn-Becker, het enige lid van het rond de voorlaatste eeuwwisseling actieve kunstenaarscollectief van Worpswede dat springlevend is. Paula zelf stierf jong, in 1907, vlak na de geboorte van haar enig kind. Het 'moeder met kind'-motief speelt een belangrijke rol in haar werk en is waarschijnlijk uitdrukking van een lang gefrustreerde kinderwens. Otto Modersohn, haar man, schreef in een brief aan een vriend uit 1906: "... der schlimme Winter steigerte ihre Depression. Alles entspringt zum Schluss daraus, dass meine Frau bisher kinderlos geblieben ist, das hat sie gereizt und krankhaft gemacht" (Marina Bohlmann-Modersohn, Paula Modersohn-Becker. Eine Biographie mit Briefen, p.243). De kinderen in haar werk, geschilderd voor Paula's zwangerschap, zijn hoogstens twee jaar oud en meestal jonger. Stilistisch balanceert het werk op de grens van impressionisme, dat volgens Modersohn-Becker overwonnen moest worden, en expressionisme. De kinderen zijn nauwelijks individueel en veeleer uitdrukking van de emotie 'kind', als dat een emotie is. Af en toe doet het sterk denken aan het werk van Marlene Dumas, die even pregnante kinderportretten schilderde, zij het rauwer en dus minder teder.




Maar ook bij Paula Modersohn-Becker gaapt zo af en toe de afgrond. In enkele zelfportretten ontbreken de ogen. Helemaal aan het eind van de tentoonstelling in het Chabot Museum, op de derde en laatste verdieping, stuit de bezoeker op een tweetal monotypes. De laatste toont een zelfportret zonder ogen, afgedrukt op een pagina uit een krant en vervolgens gedeeltelijk overgeschilderd. De krant levert (toevallig?) één oog, waardoor het beeld half dood en half levend wordt. Het resultaat oogt zeer modern. Dit 'Zelfportret, de rechterhand aan de kin' is gemaakt in de zomer van 1906. De moderniteit die ik meen te zien berust vooral in het gebruik van de krant. Dit is een lachend en levend dodenmasker, een bevriezing in de tijd. De krant levert het tijdstip. Dit is, net zoals het leven, waarvan Paula Modersohn-Becker aan het eind opmerkte: "Wenn man nur gesund bleibt und nicht zu früh stirbt", en vooral net zoals Paula's moederschap, voorbij zodra het gebeurt. En het blijft.

zaterdag, februari 24, 2007

Cool



Dit, geloof het of niet, is een Amerikaanse presidentskandidaat. Deze gaat winnen. Cool Obama!

The Queen

Het eerste half uur van Stephen Frears 'The Queen' liet me nogal onverschillig; gewoontjes, beetje saai, uit op goedkope glimlachjes, meer tv dan bioscoop. En die archiefbeelden van Diana, gaap gaap. Dan volgt de overgang van karikatuur naar karakter, zoals Philip French schreef in 'The Guardian', en blijkt de weinig dramatische, gewone benadering van het moeizame conflict tussen queen en prime-minister zich uit te betalen. Dit zijn echte mensen die tegen de verdrukking in nader tot elkaar moeten komen. Elisabeth verzet zich in stilte tegen haar omgeving en komt tot de onvermijdelijke conclusie dat ze moet doen wat Blair van haar vraagt. Blair op zijn beurt valt opeens uit tegen zijn kompaan Alistair Campbell als die de koningin belachelijk maakt. De koningin buigt voor de wil van haar prime-minister, en houdt een toespraak voor live-tv. "Ze meent er geen woord van" zegt Cherie Blair, maar Tony vindt het geweldig wat de koningin doet, en dat is niet omdat ze doet wat hij van haar vroeg. Aan het slot herstelt Elisabeth de verhoudingen door Blair, die blijmoedig babbelt over het verdreven conflict, ijzig te wijzen op het verschil tussen nederigheid en vernedering. En dan maakt ze het goed door met hem in de paleistuin te gaan wandelen.
Het mooiste is dat beide partijen er sympathieker uitkomen. Ook dat is alleen mogelijk door de weinig dramatische huiskamerbenadering. Maar het is ook het resultaat van twee uitzonderlijk goede acteerprestaties. Michael Sheen als Tony Blair is voortreffelijk, al lijkt hij net teveel en daardoor net te weinig op de echte Blair. Helen Mirren als 'the queen' is meteen helemaal goed; acteren met een blik, een oogopslag, een manier van lopen. Die gaat morgenavond de oscar voor de beste vrouwelijke hoofdrol winnen, of ik eet mijn Feyenoordpetje op. En, als ze die nog niet heeft, een 'knighthood' verdient ze sowieso, want als ze ergens blij moeten zijn met deze film, dan is het wel op Buckingham Palace.

Labels:

vrijdag, februari 23, 2007

Roken

Vooropgesteld: ik schrijf dit met, plat gezegd, sjek in de bek. Vanmiddag bij de vakantieborrel in Greve ging het over roken in café's. Dat het binnenkort wel voorbij zal zijn. Ik was het er mee eens en stak er nog één op. Vanavond in Nova werd de discussie nog maar eens herhaald, want de nieuwe minister van Volksgezondheid wil het verbod op roken in de horeca versneld invoeren. Tja, daar zit je dan als roker. Hebben wij verslaafden daar iets tegen in te brengen? Nee, helemaal niets. De dame van de VVD die in Nova een pleidooi houdt voor keuzevrijheid maakt zichzelf belachelijk. Nederland loopt achter op landen vol verstokte rokers als Italië. Heel vervelend hoor, dat roken buiten op de stoep, maar recente ervaring in Edinburgh en Cambridge leert dat het best te doen is. Je rookt gewoon wat minder.
Ik ken geen shag- of sigarettenrokers die niet eigenlijk een grondige hekel hebben aan hun verslaving. Slecht voor je lijf en voor je ego. Al jaren wil ik stoppen en hoe vaker dat niet lukt hoe meer ik mezelf een slappe zak vind. Het verzet van rokers tegen beperkende maatregelen is een subtiele vorm van zelfbedrog. Op mijn schooltje mag ik binnen ook helemaal niet meer roken, zodat ik zo af en toe buiten onder een afdakje schuil voor de regen. Water en vuur, dat is een beetje problematisch. Sommige mederokers vinden dat schandalig. Ik niet. Kom maar op met dat verbod.

donderdag, februari 22, 2007

Nieuwswaarde

Ik bedoel maar, vriend Beute schrijft een brief over die vervelende herrie in de Kuip, housemuziek ipv Feyenoordliedjes, en dat het maar eens afgelopen moet zijn. Ik verschuif een komma, zodat de brief ook van mij is, en Beute stuurt het ding overal naar toe. Wordt hij vandaag meteen geïnterviewd door het Algemeen Dagblad (klik op de titel van dit blogje voor de link naar Beute):




Dit plaatje toont een deel van de voorpagina van de webeditie van het AD. Kijk even mee: Balkenende IV - 39 reacties; Hirsi Ali is heel gelukkig - 27 reacties. En dan de klapper van vandaag: Beute wil geen housemuziek in de Kuip - 62 reacties!
Voor morgenavond verwachten we het NOS-journaal, en maandag volgt The New York Times. Beute wordt beroemd, maar die komma, die was van mij.

woensdag, februari 21, 2007

Long take


David Fincher maakte tot nog toe vier films waarvan er twee, 'The Game' en 'Fight Club', grenzeloos overschat zijn. Zijn meesterwerk is 'Se7en', maar 'Panic Room' mag er ook zijn. Jodie Foster, vers gescheiden en derhalve met een dikke portomonnee, betrekt met haar dochter een groot appartement in Manhattan. De eerste nacht komen er dieven die menen te weten dat het huis nog niet bewoond is. Belangrijker: ze weten dat er ergens in het huis een bedrag van miljoenen aan aandelen is te vinden. Deze hoofdprijs bevindt zich in de 'panic room', een hermetisch af te sluiten ruimte waarin de bewoners zich kunnen terugtrekken in geval van .... juist ja ... inbraak. De film is sober, spannend en geloofwaardig, mede door de prima hoofdrollen van Jodie Foster en Forest Whitaker.
Allemaal leuk, maar ik zou er niet over beginnen als er in de film niet na een kwartier iets bijzonders gebeurde: een onafgebroken shot van twee minuten en precies negenendertig seconden waarin de camera een grillig traject aflegt door het hele huis. Van de slapende Foster de gang op, naar beneden door het trapgat naar de keuken, naar de ramen waarachter de inbrekers zich verzamelen, naar de deur, het sleutelgat in en weer uit, door de keuken terug, dwars door het handvat van een koffiekan, omhoog door de vloeren naar de zolder. Een prachtig shot, waar je alleen maar met verbazing naar kunt kijken. Dat ze in die vloeren, waar het beeld even op zwart gaat, kunnen snijden snap ik ook wel. Hitchcock deed het al in 'Rope' door zo af en toe, om precies te zijn na de tien minuten film die in het blik zat, op een rug in te rijden om er (in het volgende maar toch zelfde shot) weer afstand van te nemen. Maar die koffiekan, hoe zit dat? Er past toch geen camera door het handvat van een koffiekan? Ach ja, natuurlijk, de computer.
In 'Citizen Kane' zit ook zo'n shot, een keer of drie herhaald; de camera tilt naar het dak van een gebouw, beweegt naar voren en gaat dan tussen de planken van een groot reclamebord door om vervolgens naar beneden te tilten naar een daklicht waardoorheen de vrouwelijke hoofdpersoon zichtbaar wordt. Elke keer als ik het zie stel ik me voor dat productiemedewerkers zodra de planken van het bord buiten het kader zijn razendsnel het bord demonteren om de camera doorgang te bieden. Fincher doet het met een computer. Is dat vooruitgang? Wat doet het er toe, hij kiest in een thriller, normaliter bevolkt door shots van een seconde of korter, voor een echte long take. De rust die er van uitgaat is heel plezierig. Kom er maar eens om.

Labels:

dinsdag, februari 20, 2007

Jacqueline van der Waals

Bert toverde vandaag fotoboeken uit zijn tas. Kast opgeruimd. Na de fotoboeken kwam een mooie gebonden uitgave van de 'Verzamelde gedichten' van Jacqueline E. van der Waals. "Wie zou ik daar nou blij mee kunnen maken?" Nou ... eeehh ... Beetje bij Bert in de buurt blijven is altijd een goed idee.

Jacqueline van der Waals, dochter van de nobelprijswinnaar, stierf aan maagkanker in 1922. Ze is vooral bekend door haar laatste postuum uitgegeven bundel ('Laatste verzen') waarin de dood zich aankondigt. Haar poëzie is sterk persoonlijk en weinig beschouwend. Soms loopt een gedicht daardoor op eigenlijk niets uit. Enigszins hinderlijk is ook de naïeve hiernamaalsverwachting, die in goede poëzie al een halve eeuw of langer is uitgebannen ('Wat de toekomst brenge moge" is van haar hand). Maar als je dat in zijn tijd weet te plaatsen is Van der Waals een sterke dichteres. Het 'lieve' godsbeeld wordt op betere momenten ook gerelativeerd, zoals in de beginregels van 'Doods nadering (3)' uit genoemde bundel:

Wij mogen U niet eigenmachtig beelden,
Gij Scheemrende, waaraan de dag ontsteeg.

Dat is toch een mooi godsbeeld, meer 'tremendum et fascinosum' dan 'Lieve Heer'. Zo zien we het graag. Elders in de bundel wordt het beeld van de hemel zo letterlijk ingevuld dat het licht absurde overgaat in het ontroerende: in het gedicht 'moeder' vraagt de dichteres zich af hoe haar, blijkbaar jong gestorven, moeder haar in het hiernamaals zal begroeten:

Maar wat dan? Wat zult gij tot mij zeggen,
Bij het ver gegons van de engelenschaar,
Als ge uw jonge, blanke hand zult leggen
Op dit oude grijze haar?

Dat is, op die ene lelijke stoplapregel na, heel fraai. Het beeld van de dode in het hiernamaals die blijft zoals zij is gestorven is al prettig weinig orthodox, maar wat er toe doet is de mooie omkering van moeder - dochter, oud en jong. Daardoor gaat het opeens niet meer over dood en hemel, maar over de vraag hoe het kan dat we een leven lang dezelfde zijn en toch een ander, of beter, hoe vreemd de rolwisselingen in het leven eigenlijk zijn.
Ik heb vooral zitten bladeren in de laatste bundel, maar ook in eerder werk staan sterke gedichten. Wat te denken van deze zeer verhulde flirt met de gedachte aan zelfmoord:

De beuken

Ik keek naar het huis, naar het oude huis,
Dat stil in het licht lag te droomen,
Ik hoorde het fluisterend bladergeruisch
Der oude beukeboomen,
Die bevend wakker staan geschrikt
En nieuwen jammer vreezen...
Ik heb de boomen toegeknikt,
Ze met een glimlach toegeknikt,
Opdat ze niet bang zouden wezen.

Overigens kostte het typen van de dichtregels me geen seconde; het complete werk van Van der Waals is op internet te vinden (klik op de titel van dit blogje). Bedankt www, maar vooral: bedankt Bert!

zondag, februari 18, 2007

Coen Moulijn

Voor we afreizen naar de Kuip overhandigt Michiel me een verlaat verjaardagscadeau: het in 1971 uitgegeven prachtboek "Geen woorden maar daden" van Phida Wolff. Een vuistdikke pil over de geschiedenis van Feyenoord die ophoudt wanneer mijn liefde voor de club begint: in het roemruchte jaar 1970. Wolff (1906-1998) was decennia lang de administrateur van de club en schreef talloze verhalen en gedichten voor het oude clubblad 'De Feyenoorder'. Zijn schrijfstijl is zo ver verwijderd van wat tegenwoordig in de sportliteratuur gangbaar is dat het weer grappig wordt, al maak ik me sterk dat het boek bij verschijnen al archaïsch geklonken moet hebben. Lees bijvoorbeeld de passage over de thuiswedstrijd tegen Vorwärts op 18 maart 1970:
"Doch, kameraden hoort, hoort, na de pauze zou het dan toch gebeuren! Reeds in de derde minuut was het Coen Moulijn die op links als een duveltje zich voorwaarts spoedde, met enkele linke en linkse bewegingen tot aan de doellijn doorspurtte om vandaar een zo schoon uitgesponnen pass te verzorgen dat de toegesnelde Kindvall er prachtig gebruik van kon maken het ronde ding onhoudbaar in het net te werken. Dat werkstuk, wat zeggen we, dit opus ontketende een blijdschap op en om het veld die in enorme geluidsgolven omhoogschoot (1-0). De kogel was in ieder geval door de kerk en in de kathedraal van veler harten werd bereids een kaars van dankbaarheid ontstoken, omdat werd voorvoeld dat in de Kuip weer eens grote dingen stonden te gebeuren."
Juist ja. Ruimhartige types, die Feyenoord supporters. Genoemde Coen Moulijn werd vanmiddag voor de wedstrijd gefeliciteerd met zijn 70ste verjaardag. Daar houdt Coen niet zo van, maar toen de harde kern met behulp van tienduizenden velletjes gekleurd papier zijn naam had gespeld ging toch ook in zijn kathedraal een lichtje op.

zaterdag, februari 17, 2007

Chantage

In Trouw stond afgelopen week het volgende bericht: "Een groep Kamerleden heeft de afgelopen weken de druk op Bos fors opgevoerd om bewindspersoon te mogen worden. De een deed dat uit carrièreoverwegingen, de ander wilde beloond worden voor jarenlange trouwe dienst. Sommige Kamerleden eisten een post op, met de dreiging anders uit de partij te stappen. Het is niet handig om als partijleider in een nieuw kabinet te gaan zitten, op voorhand wetend dat in de Kamer een team gefrustreerde Kamerleden zit. Die zouden wel eens teveel oppositie kunnen gaan voeren. Bos lijkt vooral gezwicht te zijn voor al deze kleine deelbelangen."
Als we er even van uit gaan dat dit bericht waar is, dan heeft Bos moeten kiezen uit twee reacties: op zijn rug gaan liggen en aan het vaderland denken of gigantische heibel schoppen met de bereidheid om de zaak desnoods op straat te laten belanden. Bos koos dus voor het eerste en dat is politiek het verstandigste. Drie conclusies: de PvdA-fractie is, ondanks de schijn van het tegendeel, nog net zo'n grote slangenkuil als voorheen. Wouter Bos is meer beschadigd door de verkiezingsuitslag dan we dachten. Ik heb op de juiste kandidaat gestemd, want die kreeg helemaal niks.

vrijdag, februari 16, 2007

Typecasting

Zeg Peter Tuinman en ik denk aan heel verschillende dingen: kromme teen akteren in 'Unit 13', sublieme ontroering in Pieter Verhoeffs 'De Vuurtoren', en Tuinmans commentaar bij de oplevering van het Groninger Museum: "Dan is dit zeker de garage". Ik zie hem wel eens lopen in de stad, en dan denk ik toch vooral aan 'Unit 13': Kijk, dit is Tuinman verbaasd. Oh ja, ik zie het. En dit is Tuinman boos. Ja, inderdaad, hij is boos.
Gisteravond zagen we de verfilming van Tom Egberts boek 'De zwarte meteoor', over de eerste zwarte voetballer in Nederland. Peter Tuinman speelt de vader van de jeugdige hoofdrolspeler, een gefrusteerde bange man, die klem zit tussen conflicterende emoties. Hij excelleert in klein spel, een oogopslag is voldoende. Het contrast met de dikke planken uit 'Unit 13' is zo groot dat het bijna griezelig is. Is dit dezelfde acteur? Wat doet Peter op het toneel, als het groot moet? Ik weet het niet, maar ik vrees het ergste.
Zijn rol in de 'De zwarte meteoor' doet sterk denken aan zijn vertolking van die andere vader van de hoofdpersoon in 'De vuurtoren'. Ook daar is vader een man uit de jaren vijftig die klem zit tussen macht en onmacht. Tuinman zet in beide rollen vaders neer die volstrekt geloofwaardig en diep ontroerend zijn. Het hoogtepunt uit 'De vuurtoren' is de scene waarin het gezin een minuut de tijd krijgt om een langspeelplaat in te spreken die naar de troepen in Nederlands-Indië gestuurd zal worden. Als vader als laatste aan de beurt is om iets te zeggen kan hij alleen maar gierend ademhalen. Het resultaat is heel erg grappig en tegelijkertijd diep tragisch. Als je dat kunt ben je een groot acteur.

donderdag, februari 15, 2007

Tenderness of wolves

Debuterend auteur Stef Penney won afgelopen week de 'Costa book of the year award' (voorheen de 'Whitbread book awards') voor haar roman 'The tenderness of wolves'. Ik heb het boek nog niet gelezen, maar ga dat binnenkort zeker doen, al was het maar vanwege de manier waarop het tot stand kwam; Stef Penney deed haar research voor deze historische roman die in Canada speelt uitsluitend in een Londense bibliotheek. Een jarenlange conditie van agorafobie verhinderde de voor de hand liggende reis naar de locatie van haar verhaal. Stef is sterk aan de beterende hand, en zal misschien binnen afzienbare tijd gaan kijken waar haar boek zich eigenlijk afspeelt. Ze is overigens in goed gezelschap: Karl May schreef de volledige Winnetou serie zonder zijn studeerkamer in Duitsland te verlaten. Immanuel Kant schreef aardrijkskundige verhandelingen gebaseerd op verhalen van zeelieden die zijn woonplaats Koningsbergen aandeden. Het rare is dat ik een heel klein beetje trots ben dat Stef, die ik nog niet ontmoet heb, de prestigieuse prijs in de wacht wist te slepen. Zij is de kersverse liefde van mijn zwager Marco. Die broertjes van Willemijn slaan bijzondere vrouwen aan de haak. Wilco was getrouwd met Suzanne, auteur van verschillende boeken waaronder de sublieme misdaadroman 'De Vismoorden'. En nu Marco en Stef. Arme Willemijn. Die zit opgescheept met een wiskundeleraar.

woensdag, februari 14, 2007

Plasterk

Mag ik heel even op mijn eigen gelijk gaan zitten? Op 25 november schreef ik: "Ondertussen hebben we een formatieprobleem. Volgens mij valt dat heel erg mee, en eindigt het spel met een CDA-PvdA-Chr.Unie kabinet." Sorry, kon het niet laten.
Het grootste nieuws is dat Ronald Plasterk minister van onderwijs wordt. Mijn eerste reactie was nogal enthousiast; prachtig! Mooie columns in Buitenhof, bijna altijd helemaal mee eens, vooral ook wanneer Plasterk groot genoeg is om de tegenpartij eer van hun werk te gunnen. Tijdens de informatie werden Donner namens het CDA en Plasterk namens de PvdA gevraagd een stuk te schrijven over de visie van hun partij op de toekomst van Nederland. Dat werd de motor achter de onderhandelingen, want de beide stukken bleken bijzonder veel op elkaar te lijken. Plasterk is een realist met visie. Daar zijn er te weinig van.
Tijd voor een tweede en derde reactie. Plasterk schreef op 5 juni 2005 in een column naar aanleiding van het referendum over de Europeese grondwet dat hij tegen had gestemd. In dezelfde column geeft hij aan dat hij dat referendum helemaal niet wilde: "De kiezer wil niet het land regeren via referenda, de kiezer wil regeerders die hun werk goed doen." Dit zaait twijfel en geeft vertrouwen. Twijfel over de vraag of een man die tegen de Europese grondwet stemde minister moet worden namens de PvdA. Vertrouwen omdat de partij het kennelijk geen bezwaar vindt en niet bang is voor pluriformiteit. Nog meer vertrouwen omdat Plasterk begrijpt wat de taak van een politicus is: knopen doorhakken, goedschiks of kwaadschiks. En nu maar hopen dat hij inderdaad knopen gaat doorhakken. Wat denkt Ronald Plasterk eigenlijk over het middelbaar onderwijs? Het volgende citaat geeft enige hoop: "'Je bent wel gek als je lange dagen in laboratoria gaat zwoegen om de atoombouw te doorgronden', aldus Ronald Plasterk die constateert dat Nederland op weg is een land van half-opgeleiden en praatjesmakers te worden." Goed zo Ronald. Wat ga je er aan doen? Weer een geheel nieuwe onderwijsstructuur? We wachten af, met voorzichtig vertrouwen. De discussies in de Treveszaal zullen er door je komst niet saaier op worden.

dinsdag, februari 13, 2007

Just watch

Jan Visscher heeft sinds kort de eerste Nederlandse Obama blog (http://obama2008.web-log.nl/). Hulde Jan. Trouwe lezers van dit weblog vinden misschien dat ik al aan het doorslaan ben met al die aandacht voor Obama. Nou, sorry, sla maar over, maar ik ga nog wel een tijdje door, al kan ik Jan zijn grondigheid niet evenaren. Voor iedereen die toch geïnteresseerd is en het fenomeen Obama nog niet kent: klik op de titel van dit blogje voor een prachtig CBS-interview. Kijk! Stel Obama een ja of nee vraag en hij antwoordt met ja of nee. Welke politicus doet zoiets? Koppel dit aan het feit dat Obama gisteren in Iowa een bijeenkomst hield zonder de gebruikelijke poltieke parafernalia waarin hij gewoon antwoord gaf op vragen, politiek gunstig of niet, en je krijgt een aardig plaatje van een kandidaat die er toe doet. Ik houd mijn hart vast. Dit soort kandidaten redden het meestal niet. Aan Paul Tsongas werd door een half-bejaarde dame in 1992 de vraag gesteld of hij wel gemeen genoeg was. Tsongas beweerde van wel en ging vervolgens reddeloos ten onder in het geweld van zijn smeriger vechtende opponenten. Is Obama smerig genoeg? Je hoopt van niet en je hoopt van wel. Ik herhaal: Go Barack go!

maandag, februari 12, 2007

August August August

Tja, dit is een lastige! Een gegeven paard mag je natuurlijk nooit in de bek kijken, vooral niet als het paard meer dan 40 euri waard is en je het gekregen hebt van een even plezierige als trouw bloglezende leerling. Dank je Jason, we stelden het zeer op prijs. Je vader, die deel uitmaakte van de supporting-cast, was heel goed, net zo als de acteurs in de hoofdrollen. Maar laat ik verder maar gewoon eerlijk zijn. Het probleem is dat het stuk niet deugt, omdat het geen greintje subtiliteit bevat.
Dat het over een clown gaat, daar ligt het niet eens aan. Ik heb een pokkehekel aan clowns. Je zult toch in het ziekenhuis liggen en per ongeluk zo'n roodneus aan je bed krijgen die zich in de afdeling vergist. Ga kindertjes pesten engerd. Pipo vond ik vroeger best leuk, maar die deed nog vrij normaal, en als hij over de schreef ging kreeg hij van Mamaloe op zijn donder. Sindsdien is het alleen maar ellende met die types. Clowns en mime-spelers. Brrrr.
Ach, deze August gaat nog wel. Zijn humor is, om met Hans Teeuwen te spreken, bepaald niet voor te lachen, veel te kinderachtig, maar zijn naïviteit is best aardig. Soms. Maar dat verhaal? Waar gaat het over? Nergens over. Pavel Kohout schreef het vlak voor de Praagse lente, en in die setting zal het betekenisvol zijn geweest. Nu is het een langdradig stuk vol herhalingen en flauwe taalgrappen, afgewisseld door prachtig georkestreerde maar zinloze varieténummers. Het contrast tussen de naïeve clownsfamilie en de indrukwekkend duivelse circusdirecteur is zo zwart-wit als maar kan. Gaat dit over het leven? Laat dan maar.

Metropool

Wie dagelijks classici tegenkomt moet een beetje op zijn woorden letten. Gerhard meldde vandaag dat mijn mooie verzinsel over de etymologie van het woord 'metropool' kant nog wal raakt. Nou ja, zo zei hij het niet, want daar is hij te aardig voor. 'Metropool' komt uit het Grieks en betekent 'moederstad'. Griekse steden stichtten kolonies en werden vervolgens aangeduid als de stad (polis) die moeder (meter) is. Waarvan akte.

zondag, februari 11, 2007

Shout!

Barach Obama heeft zojuist een voor zijn doen vlakke en dus prachtige toespraak gehouden waarin hij zijn kandidatuur voor het presidentschap van de VS aankondigt. Aan het eind loopt hij met met zijn dochtertjes weg tussen de zuilen van het statehouse van Illinois. De luidsprekers brullen: "you wanna make me shout." Obama, bijna verdwenen, keert terug op zijn schreden en swingt op de muziek terug naar voren. Zijn vrouw voegt zich bij de familie, even swingend als de kandidaat. Is dat belangrijk? Ja, dat is belangrijk. Was Paul Tsongas in 1992 maar zo hip geweest. Wat was die saai en geweldig. Obama is helemaal niet saai. Zijn show is perfect en het gaat ergens over. Zou je van deze man een tweedehands auto kopen? Dacht het wel. Ik ben al vaak enthousiast geweest over Amerikaanse presidentskandidaten, maar dit is echt bijzonder. Vreemd hoor, in de plaatselijke politiek houden we niet zo van persoonlijkheidscultus. In Amerika is het prachtig. Go Barack! May the force be with you!

zaterdag, februari 10, 2007

Macbeth

Jan Oosterheert deed vanavond zijn laatste kunstje. De binnenkort afscheidnemend conrector van mijn schooltje speelt elke twee jaar in het toneelstuk. Toneel is op Sorghvliet keurig verdeeld; het ene jaar een musical onder regie van Makaria, waar de halve school gillend van plezier aan meedoet, het andere jaar een volledig doorgecomponeerde klassieke voorstelling met beperkte cast in de strenge regie van Rob. Het contrast is heel prettig; een Rob-jaar brengt wat rust, behalve voor Rob, die gevaarlijk perfectionistisch is, zodat het volgend jaar de tent weer gezellig afgebroken mag worden. Jan Oosterheert speelt steevast in de musical, waar hij de ruimte krijgt om de grootste onzin bij elkaar te improviseren. Altijd een hoogtepunt van de voorstelling.
Dit jaar heeft Jan een rolletje in Macbeth, onder regie van Rob. Hij klaagde deze week dat hij tekst uit zijn hoofd moest leren. Elke letter op de juiste plaats meneer. Vanavond greep hij zijn kans. Als poortwachter van het kasteel van Macbeth moet hij midden in de nacht de poort openen voor Macduff en Lennox. Bij Shakespeare roept de poortwachter allerlei fantasiefiguren binnen alvorens de poort daadwerkelijk te openen. Jan voegde er een regisseur van schooltoneel aan toe die over de ruggen van arme hardwerkende kindertjes aan zijn roem werkt. En wijzend op de plek naast Rob, voor op de tribune, zei hij: "Ga hier maar zitten, naast die tweelingbroer van je." We gaan hem missen.

donderdag, februari 08, 2007

Kinderziel

Dat je wordt opgesloten in een hok vol pubers, dat vertellen ze er niet bij. Kom bij het onderwijs, lange vakanties, aardig salaris, mooi pensioen. Ja ja. Hoe leuk dat hok vol vaak is moet voor een buitenstaander nogal onbegrijpelijk zijn, maar leuk is het. Vandaag begon het te sneeuwen, halverwege het derde uur. De kinderziel van 3B zag nog maar één ding: een dicht woud van prachtige grote traag vallende vlokken. Ik zag ze ook en hoopte stiekem op een totale ontregeling van het dagelijks leven. We spraken over Brueghel en over de kleine ijstijd. En ondertussen groeide de verrassend stille hunkering naar sneeuwballen in de grote pauze. Stilte voor de storm.
Gisteren vroeg 1B of ik naar de kapper was geweest. Ik antwoordde geheel naar waarheid ontkennend. Of ik het zelf had gedaan? Nee, zeg, natuurlijk niet. Ze moesten even nadenken. Toen zei één van de meisjes: "Uw moeder heeft het gedaan."

Peruviaan

Marijn belde met de vraag of we zondag moeten spelen, quod non want Twente uit. Nu heeft Marijn acht jaar filosofie gestudeerd, dus na een minuut of wat waren we al aangeland bij de etymologie van het woord 'metro'. Metrum is maat, en in metropool betekent het zoiets als maatgevend, oftewel groot. Maar dat ondergrondse treintje dan, waarom heet dat metro? Van bij elkaar opgeteld vijftien jaar studie in de humaniora word je blijkbaar niet veel helderder, want de voor de hand liggende oplossing dat 'metro' is afgeleid van het Franse 'metropolitain', oftewel, de grootsteedse, konden we niet verzinnen. Hoe weet ik dat dan, nu? Omdat het WNT online is!
Het Woordenboek der Nederlandse Taal bevat bijna 400.000 lemmas. 134 Jaar lang, van 1864 tot 1998, is er aan het enorme woordenboek gewerkt en ongeveer honderdvijftig mensen over vijf generaties verdeeld hebben het samengesteld. Op papier telt het boek een kleine 46.000 bladzijden met 92.000 kolommen. Zoeken is nu een fluitje van een cent. Ik zocht behalve 'metro' gauw naar 'peruviaans', om mijn gelijk te halen. Eens in de twee jaar, wanneer het woord 'peruaans' voorbij komt, erger ik me aan de voortschrijdende taalvervlakking, want het bijvoegelijk naamwoord van Peru is 'peruviaans'. Dacht ik. Het WNT leert dat 'peruviaans' een alternatieve latinistische schrijfwijze is voor het oudere en meer correcte 'peruaans', dat voor het eerst in 1661 opduikt. Ik was hypercorrect. Ik zal het niet meer doen.

woensdag, februari 07, 2007

Cancel or allow

Sinds ongeveer een jaar maakt Apple reclamefilmpjes waarin een oudere man in pak (Hello, I'm a pc) en een vlotte jongeman (and i'm a mac) vriendelijke gesprekjes voeren; de pc heeft het zwaar, de mac sympathiseert. De spotjes zijn allemaal erg grappig en erg raak. In de nieuwste is er voor het eerst een derde personage, een bewaker met bijbehorende zonnebril. Aha, Vista has arrived. Elke vraag die de mac stelt gaat via de bewaker: "mac has asked you question, cancel or allow?" Pc legt uit dat de bewaker onderdeel is van Vista, omdat de pc nu eenmaal een hoop veiligheidsproblemen kent. Dat moet de bewaker natuurlijk eerst even controleren: "You're pointing out Vista's flaws, cancel or allow?" Pc wordt er een beetje moe van. Hij was aardig bevriend geraakt met mac, en nu opeens dit gedoe: "I could turn him off, but then he wouldn't give me any warnings at all and that would defeat the purpose, so ..." De bewaker reageert: "You're coming to a sad realization, cancel or allow?" Waarop pc, vermoeid: "allow."

maandag, februari 05, 2007

Purcell met preek

Mijn moeder is een fervent liefhebber van het zondagochtend eo-programma "Nederland zingt". Oude psalmen en gezangen, prachtig. Wat mijn moeder niet begrijpt is dat die fijne liedjes steeds onderbroken worden door een dominee die op lijzige toon uitlegt waar die liedjes over gaan. Ga toch weg man.
Ga toch weg man! Gisteravond was er in Heiloo een geënsceneerde uitvoering van Henry Purcells 'Dido and Aeneas', één van de allermooiste opera's ooit geschreven. Op de aankleding en het toneelbeeld viel wel het één en ander aan te merken, bijvoorbeeld dat het zich in Heiloo vast heel goed thuis voelde. Ik bedoel, in de Stopera laat je het wel. Ach, goedbedoeld zullen we maar zeggen. Maar wie o wie haalt het in zijn botte harsens om een op zich vrij simpele handeling te omlijsten met een verteller die alle tijd krijgt om zijn zelfverzonnen platitudes over het voetlicht te brengen? "Zou je dat nou wel doen Dido? Je bent vrij om te kiezen! Of ben je dat niet? Moet het verhaal misschien zijn loop nemen, onafwendbaar? Ben je wel vrij? Jeetje mineetje zeg, wat een toestand zeg!" Plaatsvervangende schaamte was ons deel. Doe iets, iemand! Sla die vent van dat podium. Orkest, speel verder! Een theoloog die zichzelf tekstschrijver noemt. Good heavens!
De laatste zes minuten van de opera maken alles goed. Klaartje van Veldhoven als Dido zingt de beroemde slotaria 'Dido's lament' zo verbluffend goed dat alle haren op mijn lijf echt letterlijk overeind gaan. Heel erg goede muziek is makkelijk te verprutsen. Deze Dido maakt Purcell nog beter. Vijf sterren, of, om met de Michelingids te spreken, de reis waard.

zaterdag, februari 03, 2007

Wiskundedagen

De ochtendlezing op zaterdag is voorbij, toch nog sneller dan gehoopt. Bij het verlaten van de zaal zeg ik tegen een even murwgeslagen medebezoeker: "Dat wist ik allemaal al." Hij kijkt me verbijsterd aan. Het groepje welwillende wiskundeleraren is zojuist drie kwartier lang vergast op opmerkingen als: "Zij x element K3 deelverzameling van A; dan y element A2 zodanig dat h(y)=x; echter h'f2(y) = f3h(y) = f3(x) = 0; dus f2(y) element Ker(h') en dus is er een z element B1 zodanig dat g'(z) = f2(y); definieer nu s(x) als het beeld van z in C1." Tuurlijk joh, dat spreekt toch allemaal voor zich! Geloof me, het is verbatim, want ik heb de hand-out in mijn bezit.
De Nationale Wiskunde Dagen vinden elk jaar plaats in Noordwijkerhout, en ik mag er van mijn baas elk jaar heen, samen met Rita en Bert. Af en toe tref je een hoogleraar die niet door heeft dat hij spreekt tegen wiskundeleraren. Wiskundeleraren scoren heel aardig op algemene kennis van het vak, maar specialisten zijn het niet. Tja, algebra, een echt struikelonderdeel, dat vond ik tijdens mijn opleiding erg mooi. Wat ik daar leerde is net voldoende om de eerste drie minuten van het boven geschetste betoog te begrijpen. Daarna volgt onherroepelijk het grote afhaken. Ik zit vooraan, kan dus niet weglopen, en voel aan de stilte in mijn rug hoe de anderen er aan toe zijn. Iedereen is aanwezig en al lang vertrokken. Dit houdt je bescheiden zullen we maar zeggen.
Nee, dan Martin Kindt. Hij kan lesgeven. Het leuke van zijn verhaal over de oude kunst van het worteltrekken op papier is dat het zo doorzichtig wordt. Waarom werkt het? Nou kijk maar, daarom. Prachtig, vooral ook omdat ik me opeens herinner dat ik het er lang lang geleden met mijn vader over heb gehad. Hij wist het niet meer precies, ik hoefde niet meer. Ik weet het nu en vergeet het niet meer. Binnenkort komt er een leerling langs die het leuk vindt.
Prachtig is ook de lezing over het schudden van kaarten voor een spelletje bridge op de computer. Over het aantal bits dat je nodig hebt, over de gillend grote getallen die hiermee gemoeid zijn, en over het merkwaardige feit dat spelers denken dat er goed geschud is als dat niet zo is en vice-versa. De spreker heeft een gratis computerprogramma ontworpen dat overduidelijk perfect is en nu wereldwijd gratis wordt aangeboden. Zijn enthousiasme is zo aanstekelijk dat je er bijna van zou gaan bridgen, maar ik kan niet eens klaverjassen.
En dan is er de altijd fameuze vrijdagavondlezing. Daarvoor wordt vaak een Engelsman uitgenodigd, en dat zorgt voor vermaak. David Acheson liet gisteravond een pendulum op de kop heen en weer gaan. Tussendoor, na een illustratie van een wiskundig puntje via het aanslaan van snaren op een elektrische gitaar, zei hij: "nu ik zo'n groot publiek heb ga ik even mijn laatste compositie laten horen", om vervolgens drie minuten lang een opzwepend jazz-concertje te geven.
Wiskunde en humor? Wiskunde gezellig? Zeker! De wiskundedagen zorgen er elk jaar voor dat ik weer van mijn vak ga houden. Dat vergeet je wel eens, tussen alle bedrijven door.

donderdag, februari 01, 2007

Wingnuts

Met het nieuwste nummer van 'Macworld', dat veel te duur is maar wel een cd met allemaal rommel bevat, kwam het spelletje 'Wingnuts' in het leven van mijn appeltje. Ik speel heel weinig spelletjes op de mac. Af en toe een spelletje golf of chopper, dat is het wel. Maar Wingnuts ga ik de komende tijd wel spelen. Het is een klassiek 2D arcade-spelletje waarin je met je vliegtuigje een keur aan vijandelijke toestellen moet neerschieten. Ondertussen kan je door over parachuutjes te vliegen extra brandstof en veiligheid binnenhalen. En dan weer fijn schieten. Het leukste is bijtanken door aan te haken bij een tankvliegtuig. Eerst schiet je er op, want je schiet op alles, maar het ding is gelukkig immuun. Ook leuk is het eind van een level; als je alle vliegtuigen hebt uitgeschakeld verschijnt een monster van een toestel dat je ongeveer honderd keer moet raken voor het ontploft. Lekker hoor.