zaterdag, maart 31, 2007

Gert Vlok Nel

De monotone liedjes van Gert Vlok Nel dwaalden al een paar maanden door ons huis, zo af en toe. Een Willemijn-dingetje. Als muzak is Vlok Nel niet bepaald prettig. Toen Willemijn vroeg of ik meeging naar zijn optreden in "Het Paard" dacht ik: "mwah" en zei ik "ja".
Tsjonge jonge, wat had ik me daar een partij ongelijk! Gert Vlok Nel is een wat verlegen man met een elektrisch versterkte akoustische gitaar, een mondharmonica, en een nauwelijks gevooisde stem. Hij komt op, zegt "dag", en speelt zijn ruim elf minuten durende eerbetoon aan zijn verongelukte vriend en collega Koos du Plessis. De nederlandse vertaling van het Zuid-Afrikaanse lied wordt boven zijn hoofd geprojecteerd, onberispelijk getimed. Lezen en luisteren vloeit ineen. Ik ben verbijsterd. Natuurlijk is dit slechte muzak, dit is heel erg goede poëzie. Na het plotselinge slot rest vooral spijt dat het voorbij is.
Zonder verder gedoe speelt Gert Vlok Nel nog een lied of zes. Allemaal heel heel goed:

Vannacht heb ik in Colesberg geslapen
tegenover de garage waar de prostituees die met de vrachtwagens meekomen 
omkeren & terugliften naar Kaapstad
sommigen heb ik tijdens de lange nacht nog zien huilen
enkele heb ik horen zingen
misschien over de gemengde gevoelens die
omdraaien met zich meebrengt

Vannacht heb ik in Beaufort-West geslapen
in het Wagon Wheel Motel wou ik je nog bellen
wou je vertellen hoe droomloos
afgeknapt levensmoe ik ben
& dat ik er genoeg van heb
& dat ik voor eeuwig bij jou wil komen slapen
& het is nog maar 500 km naar Kaapstad

Na afloop signeert hij. We kopen een cd en sluiten aan. Als we aan de beurt zijn zeg ik: "You are a great poet." Gert Vlok Nel kijkt me even aan, buigt zich staande over het cd-boekje dat ik hem heb aangereikt, denkt na, en schrijft: "Dankie vir u mooie ding wat u gese het." Hij geeft me een hand. Die ga ik nooit meer wassen.

donderdag, maart 29, 2007

Harddisk

Als er nou iemand recht heeft op zo'n apparaat, dan ben ik het wel. Man man, als je ziet wat er allemaal aan cinematografische meesterwerken voorbij trekt op een zender als Arte, dan moet je als rechtgeaard cinefiel met ingang van vorig jaar een dvd-recorder, liefst met harddisk. Welnu, het is zover. Vanmiddag kocht ik voor een zacht prijsje een Pioneer met een harde schijf van 80 gigabyte, hopeloos weinig in dit tijdsgewricht en dus in de ramsj, maar genoeg voor zeven uur opnames in de hoogste kwaliteit. Dat zijn drie films. Zet ze in die zelfde mooie kwaliteit op een schijfje, wis de harddisk zodat er weer drie op kunnen, en flikker vervolgens al je videobanden bij het vuil. Kijk, daar ga ik de vpro-gids, die ik zelden lees, helemaal voor uitspitten. Vanavond 'Le Samourai' opgenomen, het meesterwerk van Melville. Morgen, ergens in de nacht, vertoont Arte de film van Eisenstein met de prachtige scene over de karnmachine. Mijn nu al verouderde maar spikspllinternieuwe zilveren bolide zoemt. En volgende week weer prachtige klassiekers. Zoem zoem. Blijft één klein probleempje over: wanneer ga ik dat allemaal bekijken?

dinsdag, maart 27, 2007

L'Enfant

Vanavond eindelijk 'L'Enfant' gezien, de laatste film van de Belgische gebroeders Dardenne. L'Enfant is een hele goede film, die eigenlijk behoorlijk vervelend is. Vooropgesteld, we aten vanavond tijdens het bekijken van de dvd de voortreffelijke jonge capucijners van Appie, lekker maar zwaar, dus dat kan het oordeel beïnvloeden. Nee, serieus, ik weet me eigenlijk geen raad met die film. Le Fils, de andere Dardennes film die ik heb gezien, was verbluffend; zo'n film waarin niets gebeurt terwijl je van spanning op het puntje van je stoel zit.
Als 'L'Enfant' een minuut of twintig bezig is realiseer ik me opeens dat het steeds sterker knagend gevoel dat er iets mis is domweg neerkomt op het feit dat de personages me gestolen kunnen worden. En, alsof de regisseurs het doorhebben, dan gebeurt er opeens iets dat een plot op gang brengt dat eigenlijk best spannend is, om aan het slot te eindigen in scenes die zo erg aan Bresson's 'L'Argent' en vooral 'Pickpocket' doen denken dat je alleen nog maar kunt zien dat de oude meester dat toch een stuk beter deed. Dubbel, nogal, ik weet niet precies wat ik ervan moet denken. Zou 'L'Enfant' over een maand of wat nog ergens in mijn hoofd zitten? Zou kunnen. Ik ben benieuwd.

Labels:

zondag, maart 25, 2007

Kandidaat


"In a Sun interview Friday, he said the energy around his candidacy is a function of his message, and this particular historical moment. "As I travel around the country, what I'm convinced of is that the country is deeply ready for change, and they're paying a lot of attention, and I think the approach I've taken to the issues, which offers a common sense, pragmatic, hopeful agenda for change is one that people are interested in, and particularly young people.""
Een functie van zijn boodschap. Dat is mooi wiskundig uitgedrukt: het enthousiasme voor Obama's kandidatuur is gebaseerd op zijn boodschap. Tja, dat wil je natuurlijk graag, als kandidaat. De werkelijkheid is anders. Hij is echt. Hij is de anti-Hillary, de vrouw van plastic waar de democraten op geen enkele manier omheen kunnen. Obama is te goed. Maar in de komende maanden zal blijken dat hij het oude spelletje steeds vaker moet meespelen, en dan is de glans er vanaf. Hij gaat het dus niet redden. Kijk naar de foto. Met zijn boodschap heeft het helemaal geen moer te maken. Jeff Bartley, David Palmer, het had zo mooi kunnen zijn. America, prove me wrong! Ja, ja, welkom in de echte wereld Blaak.

zaterdag, maart 24, 2007

De wraak van Khadaffi


Wat is er zo mooi aan landkaarten? Ik verzamel ze, niet al te actief, al sinds mijn zestiende en bezit een aardige collectie van vooral topografische kaarten. Misschien is het het gevoel van macht of beheersing dat een kaart uitstraalt. Zo'n vreemd gevoel van controle moet de Lybische leider Khadaffi ook gehad hebben. In het midden van de jaren tachtig, toen de Lybische ambassade in Londen op last van de Engelsen gesloten werd, gaf hij het bevel om heel Engeland van de kaart te vegen. Letterlijk. 'Engeland bestaat niet'. Wales en Schotland dobberen eenzaam in de sterk gewassen Noordzee.
Dit verhaal kan best een broodje-aap zijn, en het vermeldt ook niet of aan het bevel van Khadaffi gevolg werd gegeven. Maar als ze bestaan, die Lybische landkaarten, wat zou ik er dan graag eentje willen hebben!

donderdag, maart 22, 2007

Zoeken

Het is een schone dag geweest. Vandaag ontdekte ik dat niet alleen mijn trouwe bloglezer Jason uit 3b er een eigen blog op na houdt, maar dat ook zijn klasgenoot Suzanne al geruime tijd stiekem actief is op blogspot. Dat heeft ze al die tijd zorgvuldig geheim gehouden. Schurkje! Ik heb naar Jason en Suus nu maar een linkje toegevoegd.
Toen Jacob vanavond belde werd het feest helemaal compleet; ik vertelde dat ik weer aan het werk ben met de Bresson-bibliografie en hoe lastig het soms is om op het internet verwijzingen naar titels helemaal goed te krijgen. Waar mijn sokken zijn weet ik niet, maar op dit terrein ben ik een pietje precies. Jacob vond het jammer voor me dat WorldCat niet online te raadplegen is, waarop Maartje op de achtergrond hoorbaar bromde dat dat natuurlijk onzin is. Binnen een mum van tijd zat ik in de meest wonderbaarlijke boekzoekmachine die ik ooit heb gezien. Drie titels die ik maar niet compleet kon krijgen, een Finse, een Koreaanse en een Japanse, vlogen fluitend over het scherm. "We streven naar volledigheid" schrijf ik in het voorwoord van de bibliografie, en nu ga ik er nog in geloven ook. Prachtig prachtig!

woensdag, maart 21, 2007

Lente

Zelfs in de zon voelt het alsof het vriest, maar in de boom naast de lerarenkamer kwettert een drietal staartmezen er lustig op los. Nog nooit eerder gezien, staartmezen. Vroeger, als puber, trok ik er in de vroege zaterdagochtend wel op uit om in de madelanden tussen Sleen en Emmen naar weidevogels te speuren. De witte kwikstaartjes dansten voor mijn voorwiel uit, steeds opvliegend als ik iets te dichtbij kwam om vijftig meter verder weer neer te strijken. Ik had een vogelboekje en noteerde met dikke viltstiftstippen welke vogels ik gezien had. Een kenner was ik niet. André bleek vandaag wel een echte kenner. Hij vertelde dat er zo te horen ergens staartmezen rond de school zaten. Zo doen vogelaars dat, op gehoor.
Vogels bij de school, dat deed me denken aan de hop in Harlingen, jaren geleden. Ik gaf les op de eerste verdieping. Twee-Mavo was rustig aan het werk, ik keek naar buiten en zag tot mijn stomme verbazing een hop in het gras naast de school wandelen. Een hop in Harlingen, dat kan helemaal niet. Later vertelde ik het aan Karen, ook een echte kenner. Karen vond ook dat het niet kon, een hop in Harlingen: "beschrijf dat beest dan maar eens". Ik beschreef mijn hop, waarop Karen verbaasd uitriep: "Maar dat is een hop!"

maandag, maart 19, 2007

Mitch

Bij 'Blokker' ligt de dvd van Hitchcock's 'The Birds', voor een slordige vijf euri. Tja. In mijn herinnering is de film bepaald niet Hitchcock's sterkste. En wat blijkt? 'The Birds' is een heel erg goede film. Vooral het eerste uur, voordat die vogels echt raar gaan doen, is van grote klasse. Wat te denken van het volgende: Meisje (Melanie) ontmoet mannetje (Mitch) en rijdt hem achterna, naar een dorpje aan de kust. Om zijn adres te vinden zoekt ze de plaatselijke schooljuf op, zogenaamd op zoek naar Mitch' kleine zusje Cathy. Op haar varanda biedt Annie, de schooljuf, Melanie een sigaret aan, geeft haar vuur en vraagt ondertussen of ze Cathy voor iets bepaalds zoekt. "Niet echt" zegt Melanie. Annie steekt haar eigen sigaret aan, kijkt naar Melanie, zegt "oh" op een manier die betekent: "aha", wendt zich af, haar glimlach is heel kort, en zegt: "Bent u een kennis van Mitch?". Nu volgt een snelle zoombeweging op het gezicht van Melanie, we zien haar glimlach verdwijnen, en ze zegt opnieuw: "niet echt". Vervolgens begint Annie maar over de tuin.
Wat hier gebeurt is film op zijn allerbest. Het gebrek aan dialoog wordt opgevangen door twee acteerprestaties en een camerabeweging, en het is zonneklaar waar deze dames het niet over hebben. Hitch is hoogste school. Maar dat wisten we eigenlijk al.

zondag, maart 18, 2007

Lasvlam


Afgelopen donderdag heb ik voor het eerst sinds maanden weer eens opnamen gemaakt voor de Robert-film, die als werktitel heeft: "Mr. Stamm builds his dreamengine". Mijn vriend Robert bouwt een Stirling-engine en ik maak er een filmverslag van. Ik ga niet uitleggen wat dat is, een Stirling-engine, want zelfs na een half jaar weet ik dat niet precies, maar als hem lukt wat hij voor ogen heeft komt hij in de krant. Robert heeft de neiging om mij op te bellen als hij iets af heeft, zodat ik het product kan filmen. Ik hamer er regelmatig op dat ik hem wil zien werken. Film is beweging nietwaar? Donderdag was hij aan het puntlassen. Dat geeft een prachtig beeld en ook heel mooi geluid. De videocamera houdt een close-up van de lasvlam een seconde of twee vol, en dan gaat ter bescherming van de ccd het diafragma helemaal dicht. Als het beeld vanuit zwart weer terugkomt, omdat de lasvlam is gedoofd, is aanvankelijk alleen het rood nagloeiende stukje gelast metaal zichtbaar. Als ook dat is uitgedoofd verschijnt de omgeving weer. Prachtig, en je krijgt het helemaal cadeau.

Labels:

Test geslaagd

Ha, hij doet het weer. Vanmiddag naar de Kuip, alwaar Feyenoord gehakt gaat maken van Willem II. Het gaat stormen en hagelen. Rood-witte sjaal mee, trui aan, leren jas. Lijden! Fijn.

Test

Dit is een test. Ik kan al een dag of vijf niet uploaden.

dinsdag, maart 13, 2007

Taxigetal

Wiskundigen zijn een beetje gestoord, maar wel prettig gestoord. Vooral op het gebied van de getaltheorie slaan de stoppen soms behoorlijk door. Neem nu het fenomeen taxigetal. Het taxigetal vindt zijn oorsprong in een bezoek dat de grote Engelse wiskundige Hardy bracht aan zijn pupil Srinivasa Aiyangar Ramanujan. De Indiër, wellicht de grootste wiskundige van de twintigste eeuw, was ernstig ziek, en zijn ontdekker Hardy kwam regelmatig bij hem op bezoek in het ziekenhuis. Bij één van die gelegenheden vertelde Hardy dat de taxi die hem naar het ziekenhuis had gebracht nummer 1729 had, en dat hem dat een volstrekt oninteressant getal leek. "Nee Hardy, nee Hardy, het is een heel interessant getal" wierp Ramanujan tegen, "het is het kleinste getal dat op twee manieren kan worden uitgedrukt als een som van twee derde machten." En inderdaad, 1729 is de som van 1 x 1 x 1 en 12 x 12 x 12, en ook van 9 x 9 x 9 en 10 x 10 x 10. Of Ramanujan dat al eerder had bedacht of het ter plekke 'zag' doet er niet zoveel toe; dat je het bedenkt, dat is gek. Het mooie van de gekkigheid zit in de volstrekte nutteloosheid. Het is 'l'art pour l'art'.
En het slaat aan bij minder geniale maar even prettig gestoorde geesten. Er is dankzij dit verhaal inmiddels een bescheiden industrie ontstaan rond taxigetallen. Immers, als er een kleinste taxigetal is, zijn er vast ook grotere. En wat als je ook negatieve getallen mag gebruiken? En zijn er nog andere redenen om 1729 een interessant getal te vinden? Kijk voor het antwoord op de laatste vraag maar eens bij de link achter de titel van dit blogje.

maandag, maart 12, 2007

Grafiekje


Kijk, daar zat ik op te wachten. Bedankt Volkskrant. Wat opvalt is dat de ontwikkeling van 1900 tot 1950 vrij constant is, en die van 1950 tot nu ook. De laatste gaat alleen sneller. De dip van 1960 lijkt een noodzakelijke correctie. Dat moet wat geweest zijn trouwens: de Noor Knut Johannesen verbeterde het acht jaar oude record van zijn landgenoot Hjalmar Andersen met 46 seconden! Voor nog groter vuurwerk moeten we helemaal terug naar 1895, toen Jaap Eden zijn eigen record verbeterde met 1 minuut en 16 seconden. Dat komt nooit meer terug. Tegenwoordig zijn we verbaasd over 8 seconden. Schaatsen is groot gegroeid. Maar nog niet uitgegroeid.
Wat ook opvalt is dat de introductie van de indoorbaan en de klapschaats geen invloed lijken te hebben op de helling van de grafiek als je deze over langere tijd bekijkt. Het zou aardig zijn deze ontwikkeling te vergelijken met die in de atletiek en het zwemmen. Volgens mij daalt de grafiek daar al lange tijd een stuk rustiger. Zo te zien zit er in schaatsrecords nog wel muziek.

zondag, maart 11, 2007

Voetbal (m/v)


Bij waterpolo schijnt de strijd zich vooral onder water af te spelen, en naar verluidt valt er weinig aan te genieten: Auw! Zak!
Kijk, dat hebben de voetbaldames toch beter begrepen. Hoezo oog voor de bal? Heerlijk samen dartelen in de wei. Wat een genot! Zelfs de bal is elegant.
Nee, dan die mannen. Tsjonge jonge, wat zijn ze weer serieus bezig. Hoekig, hard. Het is maar een spelletje hoor. Sukkels.


12:41,69

Persoonlijk ben ik nog van de rondjes 36 blank, met commentaar van Theo Koomen. Dat was in de tijd dat we het voorgedrukte schema in de krant nauwkeurig invulden. Zelfs de rondetijden van de oh zo sympathieke Frans, doe het licht uit, Krienbühl werden voor het nageslacht bewaard. Nou ja, één dag dan. Maar je had wat te doen. Schaatsen was niet saai, schaatsen was de tijd voelen werken, uiterst langzaam, zoals een zondagmiddag betaamt.
Zelf vond ik de tien kilometer eigenlijk te lang en reed ik mijn eigen rondjes, ook ongeveer in zesendertig seconden. Rechtsaf de Sophielaan in, rechtsaf Emmalaan, rechtsaf Angelsloërdijk, rechtsaf Meyerswegje, en zo voorts. Ik reed heel hard heel veel rondjes, maar was altijd op tijd terug om de rit die ik in de steek had gelaten toch te zien eindigen. En toen was er opeens, vanuit Inzell, die prachtige 15:03. Die tijd, gereden op 26 januari 1969, vier dagen voor mijn negende verjaardag, is me meer bijgebleven dan welk schaatsrecord ook (pas onlangs ontdekte ik dat de tijd op naam kwam van Kees Verkerk, en niet op die van Ard Schenk, zoals ik had willen zweren). En nu is er dan Sven Kramer. Die rijdt bijna 13 minuten lang rondjes 30 half. Daar is toch geen fietsen meer tegen!

vrijdag, maart 09, 2007

Verborgen uitslag

Afgelopen woensdag stemde ik knarsetandend op de partij waar ik lid van ben. Liever had ik GroenLinks of Christen Unie gestemd, maar ja, de Eerste Kamer nietwaar. Ik heb nog nergens een landelijke uitslag van de verkiezingen van de provinciale staten gezien. Waarschijnlijk is die nog niet bekend. Wel toetert iedereen dat de SP de grote winnaar is, maar dat valt nog te bezien. Als je het resultaat afzet tegen de vorige statenverkiezing klopt het natuurlijk, maar als je de uitslag vergelijkt met de verkiezingen van november vorig jaar ontstaat een heel ander beeld. Wie benieuwd is naar de ontwikkeling van de kiezersgunst sinds de vorige verkiezingen en vooral sinds de vorming van het kabinet moet de meest recente vergelijking maken. Die met vier jaar geleden is een voorspelbaar gevolg van 'jaarkoersen', terwijl in dit geval de 'maandkoersen' het meest interessant zijn. Wat blijkt? Op een half procent winst in Noord-Brabant na is de SP overal op zijn retour, van een bescheiden verlies van 0,9 % in Zuid-Holland tot een stevig verlies van 7,5 % in Friesland. Gemiddeld per provincie komt de partij uit op een verlies van 2,4 %, al zegt dat gemiddelde niet zoveel omdat niet alle provincies evenveel inwoners hebben. Landelijk zal het iets lager zijn.
Toegegeven, de PvdA is een nog grotere verliezer. Het CDA blijft ruwweg gelijk, en de grote winnaars zijn CU en vooral VVD.
De NRC had gisteren de mooiste kaartjes, met winst en verlies t.o.v. november aangegeven met heldere kleurverschillen. Wat blijkt: de VVD wint overal, behalve in Friesland (met uitzondering van sterke winst in Leeuwarden); de CU wint overal, maar vooral in de 'bible-belt' ; het CDA wint fors in Oost Nederland maar verliest in het midden en westen; de PvdA verliest overal behalve in het noord-westen van het land; de SP wint in Brabant en verliest in het noord-oosten, in het noorden van Noord-Holland, in Zuidelijk Limburg en in Zeeland.
Intrigerend is de regio Oost-Groningen. De PvdA verliest er flink, maar behalve in de gemeente Reiderland (het communistisch bolwerk par excellence) kan de SP er niet echt van profiteren. De winst wordt keurig verdeeld over de andere partijen. Tja, als zelfs Oost-Groningen rechtser wordt is het land reddeloos verloren. Grijns. En Wilders, die deed niet mee.

Gele tulp


Wat je ook verwacht in een Engels boek over wiskunde, geen Nederlands leesplankje. In Barry Mazur's prachtige 'Imagining Numbers', dat gaat over de vraag wat we ons voor moeten stellen bij complexe getallen, vinden we op pag. 55 een onverwacht plaatje van het aloude 'aap-noot-mies'. Mazur schrijft:

"I have always been fascinated by the books and other devices that teach children to read, and I particularly love one such device, a wooden board of the sort traditionally used in the Netherlands to teach reading, one of which a friend once gave to me. These "reading boards" are called 'leesplankjes' ..... there is something strikingly unadorned and archetypal about each of the seventeen pictures. A dove, for example, perched on the red tile of a roof, presents itself as neither the Platonic ideal of doveness nor as 'this' dove or 'that' dove, but rather as Dove, guileless, the Adam of dovedom before the Fall. And under this picture, written neatly, is the single word 'duif'.

Dat is heel mooi omschreven. Geen platoonse duif, maar een kinderduif uit een calvinistisch land, een onschuldige duif van voor de zondeval. Ja ja, van de vorige zin klopt theologisch geen hout, dat weet ik ook wel, maar zo is het mooier. En het gaat Mazur niet om de duif, het gaat om de tulp:

"No picture of a tulip appears on my Dutch 'leesplankje'. But the tulip is, at least for me, the primordial 'leesplankje flower'."

Wat doet een tulp in een boek over complexe getallen? De tulp, een gele, is in dit boek het meest zuivere voorbeeld van de verbeelding zonder meer. De verbeelding levert een mentale impressie, een plaatje, en het enige dat we over die verbeelding kunnen zeggen is het plaatje zelf. Hoe het tot stand komt ontgaat ons, en we hebben geen ervaring van de verbeelding. Het is er gewoon. Waar het boek verder over gaat is de vraag in hoeverre wiskundige verbeelding lijkt op de mentale voorstelling van de tulp, en Mazur ontdekt vooral verschil.
Iemand zou Mazur, uit dank voor zijn vermelding van het leesplankje, een alternatieve versie moeten sturen, een versie met een gele tulp. Waar zou die tulp dan moeten staan? Op de plaats van zus natuurlijk. Hoewel, hok en bok, is dat niet dubbel?

donderdag, maart 08, 2007

Watten

Vandaag watten in het hoofd en slap van lijf en geest. Als je niet naar school gaat kan je mooi proefwerken nakijken, maar helaas, ook dat is werk en verdraagt zich niet met een hoofd van poetskatoen. Vanochtend, na thee zonder brood, dus maar weer naar bed, kijken hoe lang er nog geslapen wilde worden. Nou, dat ging best. Toen ik wakker werd en op de wekker keek bleek het zestien uur dertig te zijn. Ouch. Mijn moeder zegt altijd dat ik de hele winter verkouden ben omdat we aan zee wonen, maar dat is onzin; ik moet gezonder gaan leven, stoppen met roken en eerder naar bed.
Vanmiddag maar een filmpje uit de kast getrokken ter verstrooing. Willemijn nam onlangs een tijdschrift mee uit de winkel waar als dvd-cadeautje de film 'Love actually' aan was toegevoegd, een kerstfilm in de recente Engelse feel-good of chickflick traditie. Nou, dat verpoost wel kan ik u melden. Wat een charmante film. Een top-cast met allemaal sterke vrouwen en Engelse mannen, neergezet volgens het typische hartverwarmende cliché: allemaal watjes.

Audi

Love them or hate them, maar volgens mij maakt Audi de mooiste auto's die op dit ondermaanse rondjes rijden. Ik kan geen A8 tegenkomen zonder mijn nekspieren geweld aan te doen:






Het oude model was al zo mooi, en toen de nieuwe kwam, jaren geleden al weer, was ik bang dat ze het alleen maar konden vernielen. Ten onrechte. Natuurlijk, het heeft iets enorm protserigs, maar wel op een onderkoelde manier. Niet zoals bij BMW, die maken alleen per ongeluk af en toe een auto die niet op een pooierbak lijkt.
Vandaag ontdekte ik in de supermarkt, de favoriete route naar de kassa gaat via de tijdschriften, de nieuwste audi, de a5, die vanaf juni buiten mijn bereik bij de dealer staat. Is dit mooi of is dit mooi?




woensdag, maart 07, 2007

What's on her mind?


Barach Obama en Hillary (en Bill) Clinton tijdens de herdenkingsmars in Selma, Alabama. Twee witten en één half witte hengelen naar de zwarte stem. De kandidaten kijken naar elkaar. Bill, de eerste 'zwarte' president, is in het zwart. Twee Clintons. Maar, als je goed kijkt, ook twee Obama's.

zondag, maart 04, 2007

Gasselterboerveenschemond


Theo vertelde gisteren in Beetgumermolen (ook fraai) het mooie verhaal over Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch. De naam is een constructie, een publiciteitsstunt bedoeld om de langste stationsnaam van het Verenigd Koninkrijk in huis te halen. Het is een samentrekking van twee oudere plaatsnamen, bedacht rond 1860. Hoeveel procent van de mensen die er wel eens van gehoord hebben zouden het uit kunnen spreken? Ik begin er niet aan. Ik struikelde al over Dolgellau, ook in Wales. Ik vroeg een passerende meneer of hij me de weg naar 'dol-ge-lauw' kon wijzen. Hij keek me aan en zei: "nooit van gehoord". Ik liet het zien op de kaart: "Hier is het, dol-ge-lauw'. "oh" zei de man, "you mean 'dol-k(g)ess-li'. Ja, dat ja.
De langste plaatsnaam in Nederland is 'Gasselterboerveenschemond'. Als je ook afbrekingsstreepjes mag gebruiken gaat de prijs naar 'Gasselternijveenschemond-Eerstedwarsdiep', maar Gasselterboerveenschemond is mooier. In de oostelijke delen van Drenthe, trans-Hondsrug zogezegd, liggen nog veel meer van die plaatsen met prachtige namen. Gieterveenschekanaal. Net over de grens met Groningen ligt mijn favoriet, Borgercompagnie. Dat is niet zo lang, maar de plaats wordt door de Groningers uitgesproken op een manier die voor derden volstrekt onbegrijpelijk moet zijn: 'Buhr-kum-nij'.
De langste plaatsnaam met aanééngesloten letters is het Nieuw-Zeelandse 'Taumatawhakatangihangakoauauotamateapokaiwhenuakitanatahu'. Als er ook spaties in mogen is 'Krungthep Mahanakhon Amonrattanakosin Mahintharayutthaya Mahadilokphop Noppharatratchathani Burirom-udomratchaniwet Mahasathan Amonphiman Awatansathit Sakkathattiya Witsanu Kamprasit' de onbetwistbare winnaar, bij ons beter bekend als .... Bangkok.

Jan Mankes



“Jan Mankes is een schilder waartegen geen verweer mogelijk is” schrijft Ger van Elk ergens op het wereldwijdeweb. Ger komt uit Erica, dus dat zit wel goed. Ger slaat de spijker op de kop.
Ik ben gewend om bij het betreden van een museumzaal snel rond te kijken en meteen te beslissen welke schilderijen aan een nadere inspectie onderworpen dienen te worden. Dat lukte zelfs in het Uffizi, waar het wemelt van de meesterwerken. Maar eergisteren, in het Drents Museum te Assen, raakte ik danig de kluts kwijt. Allemaal schilderijen van Jan Mankes die fluisterend schreeuwen om aandacht.






Laat ik maar niet uitwijden over de eigen aard van Mankes’ stijl. Dat kunnen anderen veel beter. Laten we maar zeggen, op zijn Gronings, dat Jan best aardig kon verven. Meer wordt luidruchtig, en dat past niet tussen al die verstilde pracht.



zaterdag, maart 03, 2007

Arcana coelestia

We zijn net op tijd terug uit het hoge noorden voor de totale maansverduistering. Om kwart voor elf is de ronde schaduw van de aarde duidelijk zichtbaar. Het valt me op hoe donker het verduisterde deel van de maan nog is. Later, als het nog verlichte deel van de maan niet meer zo helder is, licht het verduisterde deel rood op, dankzij het strooilicht dat via de aardatmosfeer toch nog op de maan valt. Ik heb het al vaak gezien.
Om vijf over elf gaat de maan schuil achter een pak wolken, maar zo te zien is dat van beperkte omvang. En inderdaad, een minuut of tien later is de maan er weer, nu flink verduisterd.
Zojuist, vijf voor half twaalf, ben ik weer even gaan kijken om de laatste verlichting te zien verdwijnen. Jammer, een dik wolkenpak nu dat weinig hoop geeft voor het vervolg. Ik herinner me hoe druk ik me maakte, bijna een jaar geleden in Turkije, over een flinterdun wolkenflardje aan een straalblauwe lucht. De dagen ervoor gingen deels heen met het in het internetcafé steeds weer koortsachtig lezen van de weersvoorspellingen. Maar ja, dat was geen maansverduistering, dat was de zon die verdween. Wat een verschil! Een maansverduistering is leuk, vanwege de kleur en vooral omdat het vreemd spannend is om te zien dat de schaduw die de aarde werpt zo mooi rond is, en dat die schaduw er altijd is, maar zelden zichtbaar. Ik ga zo nog wel even kijken. Maar echt druk maak ik me er niet over. Als dit geen maans- maar zonsverduistering was zou ik nu het meubilair aan het slopen zijn uit louter frustratie. Waarom? Dat is geheim. Dat is alleen voor leden van de club. Dat moet je gezien hebben en anders valt er niets aan te begrijpen.

vrijdag, maart 02, 2007

Lachen met Geert

Twee minuten geleden: Geert Wilders neemt het woord in tweede termijn en zegt: "Ik dank de minister-president voor zijn beantwoording, al was het weer niet veel soeps." Altijd lachen met die Limbo's. Heeft Geert ook een Limbabwaans paspoort eigenlijk? En nu, as we speak, dient hij zijn motie van wantrouwen in tegen bewindslieden die nog niets gedaan hebben. En nu zegt Slob (Christen-Unie): "Over de zojuist ingediende motie van de heer Wilders, dat scheelt weer een stemverklaring, wij kunnen met deze motie niet instemmen want daarmee zouden we ingaan tegen de grondwet en dat mag van ons niet gevraagd worden." Nee, nou lachen ze niet meer nee.

donderdag, maart 01, 2007

Helderziend


De professioneel helderziende Judith Richardson Haimes kreeg van een jury in Philadelphia een bedrag van één miljoen dollar toegewezen omdat een defecte cat-scan in het ziekenhuis haar van haar vermogen beroofd had om de toekomst te zien. Toen de advocaat van het ziekenhuis aankondigde in hoger beroep te zullen gaan voorspelde Judith dat het ziekenhuis dat zou verliezen. Dat zag ze verkeerd. Maar dat zal haar zelf niet verbaasd hebben, toch?

Quelqu'un est tombé


Een flatgebouw ergens in Frankrijk. De camera gaat door het trappenhuis omhoog naar de bovenste etage. Achter de voordeur van een appartement horen we woedende kreten gevolgd door een pistoolschot. Een man komt de deur uitwankelen, strompelt naar de trap en valt naar beneden. Een blinde man met stok loopt omhoog en stuit op de gevallen man. Hij tast met zijn stok langs het lichaam en roept: "Quelqu'un est tombé, quelqu'un est tombé". Hij blijft roepen en zijn radeloosheid snijdt door merg en been. Als de politie is gearriveerd zien we hem nog een keer, zittend op een bed, gekalmeerd inmiddels. Hij zegt: "quelqu'un est tombé".
Ik zag Marcel Carné's ‘Le jour se lève’ toen ik een jaar of zestien was, en gisteravond weer. De kreet van de blinde was me al die jaren bijgebleven. Hij stort de toeschouwer in een drama dat al afgelopen is voor het begint. Er is geen enkele hoop op een prettig eind, en dat weten we onmiddellijk. Over de vraag wie er nu precies gevallen is valt te twisten. Eigenlijk is het Francois (Jean Gabin), die het schot gelost heeft en zich nu verschanst in zijn woning, wachtend op de politie. In de nacht die volgt op zijn val, uitgelokt door de man die hij heeft doodgeschoten, wordt via lange flash-backs de aanleiding onthuld. Natuurlijk gaat het om een vrouw. Aan het eind van de nacht, als met het daglicht ook het traangas binnenkomt, horen we nogmaals een schot. Het laatste beeld toont het lichaam van Francois, liggend onder de witte wolken traangas. Zijn wekker loopt af. Le jour se lève. Het is 1939. Fin.

Labels:

Le jour se lève

Het jaar waarin de Tweede Wereldoorlog begon was een uitstekend filmjaar. Het prachtboek van Garbicz en Klinowski, “Cinema. The magic vehikel” (1975) zet de films van 1939 voor ons op volgorde van kwaliteit. De top drie wordt bezet door ‘Le jour se lève’ van Marcel Carné, ‘Stagecoach’ van John Ford en ‘La règle du jeu’ van Jean Renoir. Dat is een verbluffend rijtje, vooral als je bedenkt dat op plaats zestien ook nog Lubitsch’ ‘Ninotchka’ volgt (en tussendoor nog films van Wyler en Hawks). Merkwaardig aan dit lijstje is niet alleen de lage score voor Lubitsch, maar vooral de volgorde van de top drie. Nu al die films inmiddels ruimschoots met pensioen zijn is de volgorde omgedraaid; ‘La règle du jeu’ gaat inmiddels door voor één van de beste films aller tijden. In de top tien die het onvolprezen Britse tijdschrift ‘Sound and Sight’ elke tien jaar publiceert staat ‘La règle du jeu’ vanaf 1952 op respectievelijk de 10de, 3de, 2de, 2de, 2de, en (als u hebt meegeteld zijn we in 2002, anders ook), 3de plaats. Op één staat onveranderlijk, als de ‘Bohemian Rapsody’ van de cinema (auw auw, wat een gruwelijke vergelijking), Orson Welles’ ‘Citizen Kane’. In 1962 wurmde ‘L’Avventura’ zich op plaats twee, om vervolgens te tijdgebonden te blijken, en in 2002 haalde Hitchcock plaats twee met ‘Vertigo’, waarschijnlijk een blijvertje. Maar gemiddeld genomen is ‘La règle du jeu’ de op één na beste film aller tijden. Volgens de critici.
Wat is er gebeurd met ‘Le jour se lève’, de trotse winnaar van 1939? In de ‘Sound and Sight’ top tien van 1952, waarin ‘La règle du jeu’ als 10de eindigt, staat de film van Carné op een zevende plaats. Daarna verdwijnt hij volledig. Wat is er gebeurd? Twee dingen. Ten eerste maakte Carné na het succes van ‘Les enfants du paradis’ (1945) geen goede films meer. Mede daardoor, en dat is twee, werd hij door de jonge turken van de nouvelle vague als één van de sleutelvoorbeeld gezien van wat er mis met de Franse cinema voor 1959, ook al had François Truffaut nog wel waardering voor het poëtisch realisme van ‘Quai des brumes’ (1938), een eerdere film van Carné, en was André Bazin, de geestelijk vader van de ‘nouvelle vague’, vol lof over ‘Le jour se lève’. Maar met Carné was het gedaan. De auteurstheorie, paradepaardje van 'Cahiers du cinéma', het tijdschrift van de ‘nouvelle vague’, ging ervan uit dat de kwaliteit van film bepaald wordt door de regisseur, die zijn stempel zet op zowel vorm als inhoud van de film. Een regisseur die tien jaar lang goede films maakt maar daarna faalt was per definitie geen auteur, geen kunstenaar. In het geval van Carné werd de terugval in kwaliteit geheel verklaard vanuit de samenwerking met Jaques Prévert. Zolang Prévert zich met de films van Carné bemoeide ging het goed, daarna volgde bagger.
In zijn ‘Cinema. A critical dictionary’ wijst Richard Roud deze rigide beoordeling van het werk van Carné van de hand door verschillende tegenvoorbeelden te noemen. Niet alle films van Carné die gebaseerd zijn op een script van Prévert zijn even goed. ‘Le jour se lève’ is volgens Roud het meesterwerk van Carné; de dialogen zijn van Prévert, maar het script niet. De goede films van Carné zijn heel erg goed, dankzij Carné.

Ik zag ‘Le jour se lève’ voor het eerst toen ik een jaar of zestien was, en ik vond de film geweldig. Gisteren vond ik bij het opruimen van mijn boekenkast een schoolagenda terug uit 1978, toen ik in de zesde klas van het lyceum zat. In de agenda staat een lijstje van mijn toenmalige film-toptien. Carné’s film staat op drie, na ‘Novecento’ en ‘La nuit Americaine’. Voor de laatste twee schaam ik me tot achter mijn oren, maar voor ‘Le jour se lève’ niet. Vandaag, in het Haags Filmhuis, heb ik de film, die bijna nooit wordt vertoond, herzien. Toeval. Hoe dat was? Nog steeds prachtig! Binnenkort in dit theater.

Labels: