zondag, maart 11, 2007

12:41,69

Persoonlijk ben ik nog van de rondjes 36 blank, met commentaar van Theo Koomen. Dat was in de tijd dat we het voorgedrukte schema in de krant nauwkeurig invulden. Zelfs de rondetijden van de oh zo sympathieke Frans, doe het licht uit, Krienbühl werden voor het nageslacht bewaard. Nou ja, één dag dan. Maar je had wat te doen. Schaatsen was niet saai, schaatsen was de tijd voelen werken, uiterst langzaam, zoals een zondagmiddag betaamt.
Zelf vond ik de tien kilometer eigenlijk te lang en reed ik mijn eigen rondjes, ook ongeveer in zesendertig seconden. Rechtsaf de Sophielaan in, rechtsaf Emmalaan, rechtsaf Angelsloërdijk, rechtsaf Meyerswegje, en zo voorts. Ik reed heel hard heel veel rondjes, maar was altijd op tijd terug om de rit die ik in de steek had gelaten toch te zien eindigen. En toen was er opeens, vanuit Inzell, die prachtige 15:03. Die tijd, gereden op 26 januari 1969, vier dagen voor mijn negende verjaardag, is me meer bijgebleven dan welk schaatsrecord ook (pas onlangs ontdekte ik dat de tijd op naam kwam van Kees Verkerk, en niet op die van Ard Schenk, zoals ik had willen zweren). En nu is er dan Sven Kramer. Die rijdt bijna 13 minuten lang rondjes 30 half. Daar is toch geen fietsen meer tegen!

1 Comments:

Blogger Xander Michiel Beute said...

De beroemdste tien kilometer van mijn generatie is niet van een Hollander, maar van een Noor, Koss. Die reed in Hamar tijdens de Olympische Spelen van 1994 13.30 en een beetje. Het mooiste daarvan was de stiekem opgenomen reactie van Veldkamp, die kon het, tegen zichzelf pratend in de kleedkamer, eenvoudigweg niet geloven. 'Zoveel rondjes in de 31. Dat kan gewoon niet!'

5:13 p.m.  

Een reactie posten

<< Home