zaterdag, juni 30, 2007

Ramanujan

Dit is een ontroerende foto. De grote Indische wiskundige Ramanujan, autodidact en genie, met een te vadsig hoofd tussen mede-academici in Cambridge. De vadsigheid is eerder oedeem dan vetzucht: Ramanujan hield zich strikt aan de spijswetten van het hindoeïsme en ging er aan ten gronde. Hij accepteerde geen fish and chips en had geen tijd om iets fatsoenlijks te nuttigen. Vitaminegebrek en wiskunde, dat gaat heel goed samen. Het genie had bovendien heimwee. Eenmaal thuis in India bleek er weinig meer te doen. Ramanujan bleef zichzelf verwaarlozen en stierf nog geen jaar na terugkeer naar zijn vaderland.
Maar de foto zegt in al zijn vaagheid nog iets anders. Op de hoogste toppen van de wiskunde heerst de ijle lucht van de getaltheorie. De lucht is er ijzig en helder. Echte scherpte is alleen weggelegd voor waarlijk grote geesten. De modale fotograaf krijgt het plaatje op geen enkele manier scherp. Hier gebeuren geheimen.

vrijdag, juni 29, 2007

Seizoenskaart

Het aantal sukkels valt me nog aardig mee, een stuk of honderd, verdeeld over vijf kassa's. Ik sluit me aan bij de eerste rij, de rij die de wind en de regen vangt. Het terrein rond de Kuip is vreemd leeg, en wij staan stil, want vooraan de rij moet bijna iedereen nog een formulier invullen. Het is bijna juli en het is koud. Lijden zullen we.
Dat we straf hebben, daar is iedereen terdege van doordrongen. "Ja man, ik had die klotefolder in april al in huis. In acht repen hept ik em gescheurd. Man man man, na zo'n kutseizoen denk je toch: pleurt lekker een eind op met je Feyenoord. Maar ja, daar staan we weer he." Ik sta hier voor het eerst. Normale mensen verlengen hun seizoenskaart op tijd via de post. En ik heet procrastinatie Frankie.
Na een half uurtje komt iemand, een vrouw natuurlijk, op het heldere idee om vast wat formulieren rond te delen. Het grote pennenlenen neemt een aanvang en we worden allemaal een beetje familie. De man van de klotefolder biecht nu op dat hij een jaar eerder zijn seizoenskaart in het voorjaar al in de sloot heeft gekieperd. We voelen meteen aankomen hoe het verder gaat: "Na twee dagen wordt ik gebeld: uw seizoenskaart is gevonden. Ik zeg: Stop dat ding op een plek waar de zon niet schijnt. Pleurt op man." Maar ja, Feyenoord.
De 52-jarige meneer naast me vertelt terloops dat hij de finale van 1970 heeft bijgewoond, als jongetje van 15. Hij heeft Kindvall zien scoren tegen Celtic. Ik niet, ik moest in de rust naar bed. Als de rij de kassa nadert wordt duidelijk dat we echt laat zijn; sommige vakken zijn al helemaal uitverkocht. De stemming blijft goed. "Mag ik drie bier?" roept de scheurdert. Het meisje achter de kassa lacht met ons mee. Ik geef haar mijn oude seizoenskaart, mijn bibberig ingevulde formulier, en mijn paspoort. Ze gaat een kopietje maken zonder te vragen naar mijn tweede keus. Ik heb geen tweede keus. "Dus VV is geen probleem?" vraag ik enigszins bescheten. Geen probleem. Ik betaal en wandel weg, de mannen geluk wensend. Ik grijns naar de rij. Ze kijken me aan. Daar gaat een gelukkige. Ik voel me blij. Blij en dom.

woensdag, juni 27, 2007

"Be in China"

Gelukkig, ik heb me een jaar vergist. Vorig jaar, in Antalya, kreeg ik het prachtboek 'Eclips' cadeau van Robert Sexton, de fotograaf uit Ohio die in ons hotel verbleef (en de maker van de foto hiernaast). In de avonduren, op het dakterras van het hotel, een Turks biertje onder handbereik, spraken we uitgebreid met de Amerikaanse gasten over wat ons te wachten stond. Hoe zou het weer zich houden, wat is de beste plek, hoe gaan we er naar toe?. Het draaide erop uit dat we Robert en zijn metgezel Steve meenamen in onze huurauto naar een parkje aan de kust onder de stad, alwaar we getuige waren van een schitterende zonsverduistering.
Dat boek van Robert, daar had ik uitgebreid in zitten bladeren, boven op het dakterras. Op de ochtend voor de eclips zei hij: "Houd het maar, ik pik thuis wel een nieuw exemplaar op. Het is in de uitverkoop." Ik stribbelde natuurlijk tegen en vroeg toen hij aanhield wat hij er voor wilde hebben. Robert zei: "Be in China."
Maar ja, be in China kost centjes, en die hebben we op het moment echt helemaal niet. Maar zojuist, speurend op de eclips-sites, ontdekte ik dat de grote Chinese eclips pas in augustus 2009 plaatsvindt, en niet in 2008, zoals ik dacht (dat rijmt). In de zomervakantie. Moet kunnen.

dinsdag, juni 26, 2007

Abu Ghraib

De generaal spreekt, in The New Yorker. Hij is boos, of op zijn minst verdrietig, want normaliter praten generaals niet. Hij is Generaal Majoor Antonio Taguba, die op last van het Pentagon onderzoek deed naar de gebeurtenissen in de Abu Ghraib gevangenis in Iraq. Zijn opdracht was beperkt: "Military investigators were precluded from looking into the role of Rumsfeld and other civilian leaders in the Pentagon; the result was that none found any high-level intelligence involvement in the abuse". Zoals te verwachten. Laat de slager zijn eigen worsten keuren en ze blijken voortreffelijk.
Taguba wordt bij Rumsfeld geroepen een dag voordat de Secretary of Defense voor het Congres moet getuigen over de zaak. Waarom wist ik niets, wil Rumsfeld weten. Dat is een gewone leugen, tegen een ondergeschikte generaal; hij wist het al een maand of vier. Een dag later zegt hij tegen het congres: "Ik wist het niet, had ik het maar geweten, had iemand maar iets gezegd." Dat is een hele grote leugen: tegen het Congres. Dat is heel erg strafbaar. Taguba: “The whole idea that Rumsfeld projects—‘We’re here to protect the nation from terrorism’—is an oxymoron ..... He and his aides have abused their offices and have no idea of the values and high standards that are expected of them. And they’ve dragged a lot of officers with them.”
Een paar maand later hoort de generaal dat hij ontslag moet nemen. Hij wist het vantevoren: dit komt neer op de hoofden van de toevallige mensen in de foto's, en op het hoofd van de boodschapper. De ware schuldigen gaan vrijuit: "We violated the tenets of the Geneva Convention. We violated our own principles and we violated the core of our military values. The stress of combat is not an excuse, and I believe, even today, that those civilian and military leaders responsible should be held accountable." Als het Congres ballen heeft gaan ze Rumsfeld nog aanpakken. En als de aarde ontploft zijn we allemaal een satelietje van de zon.

maandag, juni 25, 2007

Pasta Company

Het is vandaag precies twee jaar geleden dat Willemijns vader overleed. We nemen zijn vriendin maar mee uit eten, je moet er toch iets mee. Mijn schoonvader was een bedachtzaam en beminnelijk mens, van wie ik één keer op mijn donder heb gehad. Hij zat in zijn groteske zwarte rolstoel in de treurigste conversatiezaal van Den Haag te lijden aan de gevolgen van zijn herseninfarct. De zaal bevond zich in de kelder van het verpleeghuis, waar de hopeloze gevallen werden weggestopt. Het stonk er. Dante. We spraken, hij praatte toen nog, ergens over en hij kon zich iets opeens niet meer herinneren. Ik zei dat ik dat ook wel vaak had, dat ik me iets niet kon herinneren. Hij keek me aan en zei, zijn stem nauwelijks merkbaar verbolgen: "Nee, dat heb jij niet."

vrijdag, juni 22, 2007

Regen

Het regent. Mijn opa van vaderskant, boer te Vriezenveenschewijk, ging dan naar buiten en werd nat. "Je wordt nat" riep mijn oma. Waarop mijn opa zei: "Ik heb één pakje waar het niet doorheen gaat." Ik heb hem niet gekend.
Er is een prachtig reclamefilmpje op tv waarin we vijf verschillende soorten regen horen. Regen is geluid. Het filmpje is vooral mooi vanwege dat perfect in gehoor gebrachte geluid, het beeld doet er niets toe.
Regen is een 'state of mind'. Volgens Andrei Tarkovsky is regen voor Russen het meest intieme symbool voor het vaderland. Nee, dat is niet droevig. Luister maar.
Zojuist hield het op. De geluiden van de buren keren terug. Jammer. Waarom gaan die mensen niet naar bed?

Intertextualiteit

Het brein werkt meestal traag. Teveel stroompjes tegelijk waarschijnlijk. Twee dagen geleden ontdekte ik dat het Simplistisch Verbond op You Tube ruim vertegenwoordigd is. Vanavond pas kwam het idee om naar Cow & Chicken te zoeken. Nou, dat lukt wel.
Het terugvinden van de mooiste waanzin in cartoonland sinds Tex Avery is natuurlijk geweldig, maar het gekke is (weer teveel stroompjes) dat ik daarbij niet meteen aan Avery zelf dacht. Zojuist wel. En wie schildert mijn blijdschap, het stikt van de Avery-cartoons op You Tube. Nu hoef ik alleen nog maar de mooiste Avery terug te vinden, die over een grote hond die telkens weer kinderlijk veel houdt van kleine dierlijke metgezellen om ze vervolgens onder zijn liefde te verstikken. Letterlijk. Om niet al die You Tube filmpjes door te hoeven ploegen typte ik het refrein van dat filmpje maar even in Google: "I used to have a little friend, but he don't move no more." En wat vind je dan? Geen verwijzing naar Tex Avery, maar wel een stuk of tien naar Steinbeck's 'Of Mice and Men'. Avery verwees naar Steinbeck! Nooit geweten.

Bokito revisited?


Nee, niet echt waarde lezer, al lijkt het er veel op. Dit uw nederige scribent. Hoewel, nederig? Een Sumo-worstelaar van formaat, in allerlei opzichten! "The first fat guy who knocks the other fat guy out of the ring wins."
Ach alles is een beetje vreemd de laatste dagen. Zo heb ik vannacht bijvoorbeeld twee keer geslapen. Anderen bleven wakker, om aan het eind van de morgen bijna misselijk van vermoeidheid om te vallen. Lesmarathon. En veel rare sport; een soort van cricket gespeeld, gelukkig met een tennisbal, en een voetbalwedstrijd tussen leerlingen bezocht waarbij prompt één van de leerlingen van het concurrerend gymnasium zijn pols brak, en niet zo'n beetje ook.
En geworsteld. Omgeduwd is een beter woord. Eerst tegen Hora, die er duidelijk geen zin in had en voor de vorm maar wat aanviel. Stapje opzij, licht duwtje, en daar lag hij alweer. In de finale heb ik Irene maar gevraagd of ze wilde winnen. Dat hoefde niet. Nou, dan niet. Duw, trek, en daar ging ze al. Mijn mentorbruggertjes vonden het maar niks dat ik niet omver te krijgen was. Met z'n zessen lukte het ze uiteindelijk. Etterbakjes!

maandag, juni 18, 2007

Angst voor de wolf

Angst voor de wolf maakt hem niet blij
En dan die storm er nog eens bij
Maar wolven hier en stormen daar
Hij is niet bang voor het gevaar!


Opeens was hij er weer, vanavond tijdens een tv-itempje over de angst van journalisten in Uruzgan. Ik begon meteen te zingen: "angst voor de wolf ..... gevaahaar!" etc. Na jaren nog zo uit het blote hoofd. Als Wickie de Viking morgen weer wordt uitgezonden ben ik weer van de partij. Niet vanwege het tekenwerk of de verhaaltjes. Wel een beetje vanwege de personages. Maar vooral vanwege de schitterende Nederlandse nasychronisatie. Al die vikingen stootten de meest verrukkelijke klanken uit. Iets simpels als een boot op het droge trekken leidde tot een hilarisch concert van humpfende en krggggrrrende vikingstemmen, in minstens drie octaven. Holland Festival, minstens. Wickie de Viking is de enige tv-serie die gemaakt lijkt voor blinden. (Heel hoog mannenstemmetje:) "Verrrukkelijk!"

zondag, juni 17, 2007

Vaderdag

" I want to be completely spoiled by my children." Barack Obama spreekt tot ons via een video-podcast op zijn website. Het filmpje is uit de hand geschoten. Lees: dit is een home-movie, onbewerkt en dus waar. We zien de kandidaat consequent vanuit een licht kikvorsperspectief. Lees: deze aardige man is vooral een groot man. Eisenhower was de eerste president die de kracht van film gebruikte in een campagne, en ook hij werd vooral van onderen in beeld gebracht. Zijn tegenstrever, Adlai Stevenson, had ook een mediaman in dienst. De campagnestaf had een vaag idee dat zoiets belangrijk was, maar de kandidaat dacht bij de term tv-adviseur duidelijk aan iets anders. Toen de man eindelijk door Stevenson werd ontboden op zijn hotelkamer wees Stevenson naar het televisietoestel in de hoek en zei: "hij doet het niet."

Nou, bedankt!

Bij het binnenrijden van de wijk Marlot pakken zwarte wolken zich samen boven het oude tennispark. We zijn nog maar net aan het inspelen als vlakbij de eerste bliksemschicht een verticale blauwe streep door het donker van de lucht trekt. Naar binnen! We hobbelen zo snel als dat gaat met armen vol lesattributen richting de hal. De tennishal van Marlot is de oudste van Nederland. Het park wordt bestierd door de 83 jaar oude heer van Meegeren, die vlak na de oorlog acht keer op Wimbledon uitkwam en in de oorlog voor de RAF gevlogen heeft. Dat Bernard von L.B. op Marlot wel eens een balletje sloeg spreekt dus vanzelf.
Binnen is het broeierig en het licht is raar. Het dwingt me om meer dan buiten op het gravel constant naar de bal te kijken, en ik tennis daardoor beter dan ooit. Aan het eind van de les spelen we een paar games, en ik sla in twee opslagbeurten vier aces. Kan ik hier mijn beroep nog van maken? Vanmiddag ben ik een prutser met geluk. Dat is zo leuk dat ik me vertwijfeld afvraag waarom een mens moet werken voor zijn geld. Onderweg naar huis bedenk ik de oplossing: als alle Afrikanen mij elke maand tien eurocent overmaken kan ik de rest van mijn leven doen waar ik zin in heb. Maar dat doen ze niet, daar zijn ze te zuinig voor. Dus gaat morgen om zeven uur de wekker. Nou Afrika, bedankt!

vrijdag, juni 15, 2007

Mohka


Waarom is er in de filmwereld eigenlijk geen "Milk of Human Kindness Award"? Natuurlijk, conflict is de motor van alle dingen, en de cinema grossiert in sadisme, geweld en achterbak, vaak met groot succes. Maar film heeft ook, misschien meer dan theater en literatuur, de mogelijkheid om aardig te zijn, in de beste betekenis van het woord. Film heeft namelijk ogen.
Mijn 'Mohka' gaat vandaag naar "Straight Story", de allerbeste film van David Lynch. Lynch tracteerde ons op een oeuvre dat vooral bestaat uit totale vervreemding. Van het volstrekt 'weirde' debuut "Eraserhead" via het perverse maar prachtige "Blue Velvet" en het verbluffend fraaie en surrealistische "Twin Peaks" (de tv-serie, niet de belachelijke film) tot het groteske puzzelboek "Mulholland Drive", het is allemaal even krankzinnig. Krankzinnig en fraai. Maar tussen al dat geweld schittert een zeldzame parel: "The Straight Story".
De film, gebaseerd op een waar gebeurd verhaal, volgt de bejaarde Alvin Straight op zijn tocht van Laurens, Iowa naar Mount Zion, Wisconsin. Alvin wil zijn broer bezoeken, zijn enige broer met wie hij al tien jaar geen contact heeft. Ze hebben ruzie, en dat is vooral de schuld van Alvin. Alvin wil niet alleen zijn broer zien voordat deze sterft, hij wil ook boete doen. En dus legt hij het hele traject af op een grasmaaier.
Halverwege de film houdt de maaier er mee op. Alvin wordt opgevangen in een klein dorp en hij kampeert in de tuin van Danny Riordan. De maaier moet gerepareerd en dus belt Alvin naar huis, naar zijn dochter, om te vragen of zijn AOW check al binnen is. De scène die volgt is een wonder van subtiliteit en pure "human kindness": Tijdens het telefoongesprek dat Alvin met zijn dochter Rose voert moet zij even een potlood pakken om zijn tijdelijk adres op te schrijven. We zien hoe Rose het snoer tot maximale lengte uitrekt om buitenbeeld naar een potlood te zoeken, ondertussen dingen omgooiend. We zien het niet, maar horen het wel, net als Alvin. Alvin lacht, eerst zachtjes, dan hardop. Hij kent zijn Rose en ziet wat wij niet zien. Ondertussen staat Danny in de keuken en praat tegen zijn vrouw. Of ze gezien heeft dat Alvin moeilijk loopt, dat hij vast geen geld heeft voor de reparatie, dat het helemaal niet zo ver is naar Mount Zion. Dan onderbreekt zijn vrouw de afwas om zijn onuitgesproken vraag te beantwoorden, buigt zich naar achteren en tuit haar lippen. Danny kust haar. "Breng hem er maar heen. Je bent een goede vent Danny Riordan." Danny loopt naar haar toe, kust haar nek, legt zijn handen op haar buik en wil haar borsten pakken. Ze schudt hem af. Gekkerd. Het is allemaal volstrekt normaal en helemaal waar. Terug naar Alvin en Rose. "Ik hou van je Rose". "Ik hou ook van jou pa", en, terwijl ze al ophangt: "ik hou van je ..........pa". En terug naar een close-up van Alvin, zijn mooie oude bebaarde grijze hoofd met bijna tranen.
Geef het aan honderd regisseurs en het is negenennegentig keer larmoyant. Bij Lynch is het gewoon, simpel, 'straight', en helemaal waar. Een klein wondertje in een film die helemaal klopt. And the Mohka goes to .... 'The Straight Story'.

Oranje

Vorige week werd ik gebeld door Sophia uit 1B. Ze had kaartjes gewonnen voor de wedstrijd Jong Oranje - Jong Portugal. Haar vader heeft geen rijbewijs, haar moeder heeft andere verplichtingen. Of ik met haar naar de wedstrijd wil? Gekkenwerk natuurlijk, op en neer naar de Euroborg, maar ik bekijk die afstand nog steeds met Groningse ogen, en dan valt het wel mee. En dus zat ik eergisteravond met een meisje van dertien en 20.000 oranje malloten in het nieuwe stadion van de FC. Het meisje maakt foto's, de malloten doen de wave en vage dansjes. Terwijl de wedstrijd spannend wordt gaat het vreemd uitgedoste publiek door met hun feestje. Ze zijn een avond uit en schamen zich nergens voor. Het voetbal is secundair. Tijdens de wave blijf ik hardnekkig zitten en rek mijn hals om te kunnen zien dat de Portugezen scoren. Het publiek merkt het nauwelijks. Ik overdrijf.
Sophia heeft een prachtige avond en neemt doorlopend foto's. Na de wedstrijd halen we Willemijn weer op en razen door de nacht naar huis. Sophia slaapt op de achterbank en droomt van een carriere bij een Catalaanse voetbalclub. De volgende dag draagt ze op school voor het eerst in langere tijd weer haar Barcelona shirt.

dinsdag, juni 12, 2007

Smaak, slechte

Dat de mooie schooltuinen langs de Kornoeljestraat ontsierd worden door een lange rij dwars geparkeerd blik, daar wen je aan. Doorsnee blik over het algemeen, met af en toe een fraaie uitschieter in de vorm van een Alfa of een nette Volvo. Mijn inmiddels volwassen ferrarirode Mazda gaat er zo moeiteloos in schuil dat ik hem met enige regelmaat niet kan vinden. Al jaren zijn we van plan een metalen kaart van de omgeving te maken waar je dan een magnetisch autootje op kunt plakken als je thuis komt. Waar staat dat rotding nou weer! Ach, zoals gezegd, je went er aan. Als alles verder maar een beetje hetzelfde blijft.
Vanavond, bij het langzaam langsrijden op zoek naar een vrije plek, bleek tussen het blik een ding te staan ter grootte van een automobiel. Bij nadere inspectie bleek het ding een Ssang Yong Actyon. Waarschijnlijk kan je erin rijden, al kan ik me niet voorstellen dat iemand dat echt wil. Maar over smaak valt eindeloos te twisten.

maandag, juni 11, 2007

Begin een zin

Robert belt. Hij heeft een opdracht voor me: "Begin een zin die begint en eindigt met de woorden: "Begin een zin". Er zit een leuke logische inconsequentie in de opdracht, in de meest letterlijke zin van het woord. Je zou immers kunnen volstaan met: "Begin een zin ......"

IJzer drie


Tae-Suk is inbreker. Hij steelt niets, behalve wat eten uit de koelkast, een slokje whisky, wat water om te douchen of te baden. En hij steelt het huis, voor een dag en een nacht. Als tegenprestatie doet hij achtergebleven was en repareert hij apparaten. Lange tijd lijkt 'Bin-jip' een soort sociologisch onderzoek naar de verschillende subculturen in Taiwan, van traditioneel tot hypermodern, van rijk tot arm. Elk huis is anders, maar Tae-Suk lijkt zich overal thuis te voelen. Tijdens één van zijn inbraken stuit hij op Sun-hwa, een achtergebleven en door haar echtgenoot mishandelde vrouw, een zwijgend fotomodel dat vooral decoratief is. Ze zwijgt bijna een film lang. Tae-Suk zegt helemaal geen woord. Dat ze elkaar al snel liefhebben zien we aan hun voeten.
Sun-hwa begeleidt Tae-Suk op zijn woontocht langs de verschillende interieurs. Als ze in één van de huizen een dode man vinden begraven ze hem liefdevol volgens de juiste riten in de tuin. Het levert ze wel een arrestatie op. Tae-Suk gaat de gevangenis in, waar hij met succes onzichtbaar probeert te worden. Hij wordt geest, onhoorbaar, onzichtbaar, maar present. Als hij wordt vrijgelaten bezoekt hij de huizen opnieuw. Alleen Sun-hwa ziet hem.
Misschien is het semi-boeddhistische rimram, misschien ook niet. Daar moeten we nog maar even over nadenken. Dit lijkt me ook typisch een film die alleen voor Taiwanezen echt op waarde te schatten is. Maar 'Bin-jip' bevat minstens drie verbluffende scènes. In de eerste zien we Tae-Suk tijdens zijn eerste inbraak een pijltjespistool repareren. Als de familie thuiskomt hebben ze ruzie. Het jongetje richt zijn pijlpistool op vader. "Niet doen" zegt vader. Dan richt hij op moeder. "Schiet maar" zegt moeder, die weet dat het ding stuk is, "dan ben ik overal vanaf." Pang.
In de tweede bezoeken Tae-Suk en Sun-hwa een modern huis waar een grote naaktfoto van Sun-hwa aan de muur hangt. Terwijl Tae-Suk een stilstaande staartklok repareert zien we hoe Sun-hwa de foto zorgvuldig van de muur haalt en deze een aantal malen dubbelvouwt. In het volgende shot hangt de foto weer aan de muur, maar nu verknipt tot een collage van tientallen kleine vierkantjes. Het werk is er een stuk beter van geworden.
In de laatste scène, de mooiste uit de film, bezoekt Sun-hwa het huis waar hun voeten elkaar vonden, het huis van de theeceremonie, het enige huis waarin de bewoners in harmonie leven. De man des huizes ziet haar binnenkomen en vraagt wat ze komt doen, maar Sun-hwa negeert hem, gaat op de bank zitten, en strekt zich uit op de kussens. De man kijkt en laat haar begaan. Als zijn vrouw thuiskomt en wil ingrijpen houdt hij haar tegen: "Laat haar maar slapen". Stil, liefdevol, en heel heel mooi.

donderdag, juni 07, 2007

The Illusionist

Ergens halverwege de film 'The Illusionist' probeert de politie een goocheltruc te doorgronden met behulp van een filmprojector. Het is de enige scène die de aandacht vestigt op het feit dat de film zelf de goochelaar is. We zijn in het Wenen van rond 1900, de tijd waarin zowel de psychologie als het positivisme en het spiritualisme tot bloei kwamen, de kraamtijd van het nieuwe medium film, en de tijd van de val van de vorstenhuizen. Al die aspecten spelen een prettig onnadrukkelijke rol in deze bescheiden en sfeervolle film. Het verhaaltje is heel simpel (enigmatische goochelaar strijdt met de kroonprins om het meisje, en overwint dankzij zijn magie). De eenvoud van de handeling, die aan het eind een fraaie draai krijgt, gaat perfect samen met de rustige stijl. Maar het mooiste is de gedachte dat het de film is die de illusie mogelijk maakt. Hoe toon je een goocheltruc in film? Dat kan eigenlijk niet, want een gefilmde truc is allereerst film en film is al illusie op zich, zodat we de goocheltruc niet meer hoeven te geloven. 'The Illusionist' lost dit probleem op door de aandacht van het goochelen naar de goochelaar te verleggen. En dat is behalve Edward Norton zoals gezegd de film zelf. Film over film. Mooi!

woensdag, juni 06, 2007

Alien 5


Oplettende kijkertjes hadden natuurlijk al zo hun vermoedens, maar het moment komt niettemin als een schok. Natuurlijk wordt het land net op tijd gered en zegeviert de ware Amerikaanse inborst. Kom op zeg, wat had je dan verwacht, dit is Hollywood. Een oscar voor originaliteit zit er niet in, maar de make-up is verbluffend. Hoewel, make-up? Zoals alle special-effects tegenwoordig komt ook deze waarschijnlijk gewoon uit de computer.

dinsdag, juni 05, 2007

Dichters in treinen

De dichter zit in een trein. De trein staat stil op een station zonder reizigers. Welk gedicht is dit? Elke rechtgeaarde Nederlandse poëzie-liefhebber roept nu: "Achterberg", eventueel gevolgd door de naam van het station en het gedicht:

HULSHORST

Hulshorst, als vergeten ijzer
is uw naam, binnen de dennen
en de bittere coniferen,
roest uw station;
waar de spoortrein naar het noorden
met een godverlaten knars
stilhoudt, niemand uitlaat
niemand inlaat, o minuten,
dat ik hoor het weinig waaien
als een oeroude legende
uit uw bossen: barse bende
rovers, rans en ruw
uit het witte veluwhart.

Ik probeer het wel eens te citeren, en kom dan niet verder dan: "waar de stoptrein naar het noorden ...." en een "godvergeten knars", allebei fout zoals blijkt, al vind ik "stoptrein" eigenlijk beter dan "spoortrein".

Vanavond bladerde ik in het prachtige 'Book of British Villages' en vond tot mijn verbazing het Britse antwoord op de vraag:

Yes. I remember Adlestrop—
The name, because one afternoon
Of heat the express-train drew up there
Unwontedly. It was late June.
The steam hiss’d. Some one clear’d his throat.
No one left and no one came
On the bare platform. What I saw
Was Adlestrop—only the name
And willows, willow-herb, and grass,
And meadowsweet, and haycocks dry,
No whit less still and lonely fair
Than the high cloudlets in the sky.
And for that minute a blackbird sang
Close by, and round him, mistier,
Farther and farther, all the birds
Of Oxfordshire and Gloucestershire.

Deze dichter, Edward Thomas (1878-1917), bereist een vriendelijker landschap en Achterberg is alleen al daarom beter, al is de evocatie van het landschap dat verdwijnt in de verte bij Thomas ook erg fraai. Kende Achterberg het werk van Thomas? En is er ook een Duitse variant? En zo verder en zo voorts.

zondag, juni 03, 2007

Le Corbusier

In het NAI te Rotterdam is een tentoonstelling gewijd aan het werk van Le Corbusier. Naast prachtige grote maquettes viel me vooral de beeldende kunst op. Wat aardig, dacht ik eerst nog, ze hebben er wat contemporaine kunst tussen gehangen. Maar nee, het is allemaal van de meester zelf, en bepaald niet slecht. Druk baasje!

Maar het mooiste is het project dat de architect ontwierp voor het nabij Saint Etienne gelegen dorpje Firminy. Ik kende de kerk in Ronchamp, maar dit niet, waarschijnlijk omdat het pas vorig jaar voltooid is, ruim veertig jaar na de dood van Le Corbusier. Het project omvat naast enkele gebouwen en een sportcomplex de Église Saint-Pierre, een geheel uit ruw beton opgetrokken kaboutermuts met verschillende gaten in het dak. Door de openingen stroomt licht door de grote eveneens brutalistische kerkruimte (klik op de titel voor meer foto's). Het NAI toont een tweetal prachtige maquettes, waarvan er één is opengewerkt. Het resultaat is verbluffend, in de meest letterlijke zin van het woord: het ontneemt de neiging om antwoord te geven. Stilte. Je zou er gelovig van worden.
Toen ik eerste jaars student theologie was gingen we op excursie door het land langs verschillende kerkgebouwen. Mijn jaargenoten vielen als een blok voor een met veel hout beklede kerk in Nieuwegein. Klein maar fijn. Het moet er tijdens vieringen een gekwetter van je welste zijn, zo gezellig is het. Ik vond het een ernstig, ja bijna ketters misverstand. Mij was de Le Corbusier-achtige Thomaskerk in Amsterdam-Zuid veel liever: een grote kale ruimte van onbewerkt beton. Hoe ontmoet je het heilige? In stilte. God is 'tremendum et fascinosum'. God is verbluffend. God is niet gezellig.

zaterdag, juni 02, 2007

Rituelen

Voor het eerst in acht jaar kijk ik een examen wiskunde na. Aan de tijd in Harlingen heb ik allerlei herinneringen, al worden ze snel vager, maar het corrigeren van examenwerk hoort daar niet bij. Waar deed ik dat? Aan de tafel bij de keuken? Boven aan het bureau? Ik herinner me vooral het bezoek aan Martijn, in Sexbierum. Alle leerlingen werden persoonlijk bezocht, de meeste met goed nieuws. Martijn riep in het Fries dat hij me wel kon zoenen. En deed het natuurlijk niet.
Vanochtend heb ik de grote tafel leeggemaakt, alle papieren netjes uitgestald, een rood potlood en een puntenslijper opgezocht, en een scorelijst gemaakt. Toen ik eenmaal zat kwam Willemijn uit bed en grijnsde. "Ik heb het gevoel dat ik heilige grond betreed" zei ik met gevoel voor pathos. Zij begrijpt dat, al was het maar omdat ze weet dat ik voor dat examen net zo nerveus ben als mijn leerlingen. Toen de scorelijst zich langzaam vulde kreeg ik opeens een heel vertouwd gevoel, alsof je terugkeert in een huis waar je lang geleden gewoond hebt en blijkt dat de specifieke motoriek van het lopen op deze trap na al die jaren nog in je benen zit. Acht jaar overbrugd, moeiteloos, door een velletje ruitjespapier.