maandag, december 31, 2007

Op fietse


Mijn broer is elk jaar op dezelfde dag jarig. Gisteren. Op het station haal ik geld uit de muur. Op drie plekken, vlak bij elkaar, wordt koffie verkocht, drie keer uit hetzelfde rode Douwe Egberts apparaat. Koffie kost één euro en 75 cent, of 1,75 of, bij de Burger King, gewoon een euro. Zelfde apparaat, zelfde koffie.
Een uurtje later vervoeg ik me bij het busstation in Breda. Er is een bus naar Chaam om 9.56 en één om 11.56, maar de door de officiële reiswijzer van het openbaar vervoer beloofde bus van 10.56, die bestaat natuurlijk niet. Wat een klojo's! Ik heb opeens vijf kwartier over. Ik ga maar eens vragen wat een taxi kost. Dertig euro. Mwaah. En dan krijg ik een briljant idee. Het is veertien kilometer naar Chaam, het is aardig weer, en de weg slingert zich tussen twee landgoederen door: ik huur een fiets!
De vijftig euro borg moet ik in het station eerst even pinnen. De pinautomaat herkent mijn pas en constateert dat ik bij de verkeerde bank zit: "U kunt vandaag alleen nog bij uw eigen bank geld opnemen." Het heeft geen enkele zin om je er over op te winden.
Het meisje bij Albert Heijn wil me best helpen, maar mag maximaal 20 euro extra meegeven per aankoop. Ik heb nog een tientje in mijn portemonnee en besluit tot de aankoop van twee rollen pepermunt, of beter, tot twee aankopen van een rol pepermunt. De meneer van de fietsenverhuur is dol op pepermunt. Hij haalt een extra grote fiets uit het rek en vraagt bezorgd of ik weet hoe ik moet fietsen. Dat weet ik. Ik ben hem even dankbaar als het meisje bij Appie. Samen hebben we ze eronder gekregen, de naamloze regelneven die mijn broers verjaardag proberen te verstieren. Lekker puh!

zondag, december 30, 2007

Telescoop 2


Na vijfendertig jaar opeens onaangekondigd een nieuwe telescoop, dat is voor de eerste ouwe getrouwe refractor natuurlijk wel even schrikken. Mijn eerste en tot voor zeer kort enige telescoop kreeg ik van mijn ouders. Zomaar. Geen Sinterklaas, geen verjaardag, zomaar. Ik had, na lezing van een artikel in de plaatselijke courant over de oprichting van een lokale afdeling, de wens geuit lid te worden van de Emmense tak van de NVWS. De Nederlandse Vereniging voor Weer- en Sterrenkunde. Laat dat 'Weer' maar weg, daar deden we niets aan. Ik meldde me aan en bleek lid nummer drie. En ik had uiteraard grote behoefte aan een eigen telescoop.
De telescoop was een bouwdoos, geleverd door de plaatselijke opticien, de firma Roosen ('Houdt Roosen voor ogen'.) Het objectief moest eigenhandig in een houder gelijmd worden. Het enige oculair schroefden we zelf in elkaar. Het geheel werd in een prachtig azimutaal statief van hout geklemd, en toen gingen we los. Het was 15 september 1973, de trouwdag van mijn zus. Er was maan. Ik richtte de witte buis op de melkwitte satteliet en keek en zag. Ik zag kraters. Kraters op de maan. Ik was sprakeloos. Familieleden, allemaal aanwezig vanwege de bruiloft, namen mijn verbazing over. Iemand rende naar binnen: "Je kunt kraters zien, op de maan!"
Later zag ik de manen van Jupiter en de ringen van Saturnus. Ik stond om middernacht nog buiten voor het huis dertien jaar oud te wezen. De plaatselijke inspecteur van politie liet nog laat zijn hond uit, keek mee door mijn telescoopje en vroeg waarom ik de hnderlijke lantaarnpaal aan het eind van de Sophielaan niet aan barrels gooide.
Ik heb nog een schriftje, met eerste waarnemingen. Eerst zie je bijna niks. Dan zie je opeens op de planeet Jupiter de equatoriale band. Een week en uren kijken later blijkt de band uit twee delen te bestaan. Nog later werpen de manen van Jupiter hun schaduw op het oppervlak van de planeet.
Vanavond zag ik nog bijna niets. Ik moet het allemaal opnieuw leren. Perifeer kijken en zo. En het is hier veel en veel te licht. Als ik al die lampen wil vernielen moet ik personeel in dienst nemen. Functie-eis: 'Je moet een beetje aardig kunnen mikken'. Moeten we terug naar de provincie? Nee toch?

zaterdag, december 29, 2007

Telescoop

Als ze die dingen gaan weggeven ben ik van de partij. Nou ja, weggeven is het niet helemaal, maar het lijkt er veel op. Een originele Meade. Bij de Lidl. Voor een habbekrats. Meade is een gerenommeerd telescoopbouwer, en Lidl is een winkel waar ik nooit kom. Ik heb weer eens een verjaardagscadeautje geritseld, een maand van tevoren. Stuur me even een mailtje voor het rekeningnummer.
Mijn Meade etx-70 heeft een ingebouwde computer. Die moet je eerst trainen door op de glas-in-loodruitjes van de woonkamer scherp te stellen en dan op allerlei knoppen te drukken. Eenmaal buiten, in het donker, zet je het ding dan richting de Noordpool en helemaal vlak. Dan geeft hij twee sterren op die je in het midden van je beeldveld moet zetten. Als dat lukt kan hij alles voor je vinden, met één druk op de knop van de afstandsbediening. Mij is het nog niet gelukt. Ik was slordig met zowel noord als vlak, en dan raakt de telescoop een beetje van streek. Maar ik heb wel voor het eerst sinds jaren weer eens door een telescoop naar de Pleiaden gekeken. Haarscherp en in een behoorlijke vergroting. Weten jullie wel hoe mooi dat is?

Grimm


Anderhalf uur geleden dacht ik: 'Even het begin van 'Grimm'. Nog niet gezien, staat nog op het lijstje, gaan we wel een keer doen, op dvd. Even kijken en dan naar bed.'
Tja.
Dus.
Geplakt aan het scherm, niet eens tijd om te plassen.
In mijn herinnering schreven de kranten destijds dat 'Grimm' een mindere Van Warmerdam is. Wat mij betreft is het één van de beste. 'Grimm' is de ultieme consequentie van Van Warmerdams vreemde combinatie van vorm en inhoud. Ondanks de aandacht voor de formele aspecten die hem eigen is gaat het lot van de hoofdpersonen ons in deze film meer dan ooit ter harte. 'Grimm' is een droom, mooi, logisch en absurd tegelijk. En Kees Prins is twee minuten lang een prachtige dronken man. In 'Ober' is een andere Jiskefet held nog veel langer een briljant oud vrouwtje. Ook dat is helemaal geweldig. Maar waar 'Ober' een leuk en lichtvoetig uitstapje was is 'Grimm' precies wat de titel zo treffend samenvat: een grim sprookje. Leuk, voor te lachen, en van een dodelijke ernst. Helemaal in balans. Hulde.

donderdag, december 27, 2007

Boven Oosterdiep

Met de immer lachlustige Lot (1) in de kinderwagen wandelen André en ik richting Roomse kerk. Toen mijn moeder hoorde dat we in Veendam gingen logeren vroeg ze of we wilden kijken of het huis er nog staat. Het geboortehuis van mijn moeder stond aan een kort doodlopend straatje aan de overkant van het Oosterdiep, naast de Ambachtsschool waar mijn opa conciërge was. Over de brug, aan de andere kant van de weg, stond de Rooms-Katholieke Kerk. Pastoor Padberg kwam af en toe de straat over om de spelende kinderen een reep of een sinaasappel te geven. Toen de pastoor eind jaren twintig overleed gingen de kinderen naar de kerk om afscheid te nemen van 'hun pastoor'. Mijn moeder bewaart nog steeds een bidprentje. Thuis waren ze Hervormd. Mijn opa en oma vonden het best.

Het huis staat er nog. In de voormalige school zijn kantoren gevestigd. Het gebouw staat te koop. Het huis van mijn grootouders niet. Het is geel geverfd en er staat een kolossale camper voor de deur die het fotograferen ernstig belemmert. We lopen terug naar de brug, zo'n mooie ouderwetse metalen ophaalbrug zoals ze in heel Groningen nog te vinden zijn, de meeste al jaren aan ingrijpende renovatie toe. Een 'badde' zoals ze in Groningen zeggen: "Toun is e liek mit zien harsens tegen de badde an goan." Terwijl André een foto maakt van de brug fietst een oudere meneer voorbij. Hij zegt: "Wat een mooi plaatje hè!" Groningers, Veendammers, stilte en achterdocht? Integendeel. Veendam is bij vlagen van een ultieme lelijkheid, maar ik zou hier heel goed kunnen wonen. Zou het genetisch zijn?

Nieuws

André zapt zenders af en blijft hangen bij CNN. Er is een aanslag gepleegd in Pakistan en Benezir Bhutto lijkt gewond te zijn. 'Bewusteloos naar het ziekenhuis'. Even later komt het bericht dat ze dood is, volgens minstens één bron. We schakelen naar het drie uur journaal van de NOS, dat opent met files in Nederland. Na nog wat andere binnenlandse onbenulligheid volgt een kort item over Pakistan: Bhutto zou gewond zijn. Op de teletekst van de NOS is de melding 'gewond' al tien minuten daarvoor gewijzigd in de hoofdletters die haar dood aankondigen, maar bij het journaal lezen ze hun eigen berichten blijkbaar niet.
Even later begint op RTL4 een nieuwsuitzending. Ze kondigen aan dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken van Pakistan de dood van Bhutto heeft bevestigd, en plaatsen de gebeurtenis keurig in context. Voor de argeloze journaalkijker staan er nog steeds vooral files. Ach, we wisten het eigenlijk al langer: de nieuwsvoorziening van de publieke omroep is een lachertje geworden.

woensdag, december 26, 2007

Kerkstraat, Veendam

Het is stil in Veendam. We wandelen door het 'plantsoen', langs de kerk, en dan moet ik even de Kerkstraat in. Hier woonden mijn oom Jan en tante Marie, geen familie, maar vrienden van mijn ouders. Ze gingen jaren lang mee op vakantie en zo af en toe logeerden we in Veendam. Ik sliep dan op een kamer zonder wastafel. Een badkamer was er evenmin, en op mijn kamer stond een ouderwetse lampetkan met een groot porseleinen bassin. Buiten aan de muur maakte de afzuiginstallatie van de viswinkel elke tien minuten een angstaanjagend en toch vertrouwd oergeluid.
De Kerkstraat lijkt in niets meer op vroeger. Alle puien zijn vernieuwd en er is aan beide zijden van de straat een halfronde plastic overkapping gemaakt. Het geheel is op deze stille ochtend van een extra treurige lelijkheid. Ik houd een meneer op een invalidenscooter aan en vraag of hij weet waar vishandel Telkamp was, vroeger. We blijken voor het juiste pand te staan. Rechts naast de ingang is inderdaad een steegje met een voordeur voor het bovenhuis. Nummer 30a. Opeens weet ik zeker dat het klopt. Kerkstraat 30a. "Ik woon al mijn hele leven in Veendam." zegt de man trots. We wensen hem een plezierige kerst en hij bromt langzaam de lege straat uit. Veendam. Waar kan je nog meer wonen dan? Mijn moeder zou lachen en zeggen: "Veendammer wind." Morgen gaan we aan het Oosterdiep kijken of haar geboortehuis er nog is.

dinsdag, december 25, 2007

Echte kaarsjes

Bij mijn zus in Groningen staat een kerstboom met echte kaarsjes. Zoals het hoort. Vroeger begon het kerstfeest met het aansteken van de boom. Mijn vader pakte een van de kaarsjes uit zijn houdertje, stak het aan, en ging met de vlam alle andere kaarsjes bij langs, van boven naar beneden en van binnen naar buiten. Als de boom helemaal brandde ging het licht uit en werd er ontbeten, naast de boom. Een overheerlijke geur en een al even plezierige warmte vulden het huis. En als het tijd werd om naar de kerk te gaan werden de kaarsjes uitgeblazen. Vanmiddag verder.
Op Eerste Kerstdag werd drie keer gebrand. Tegenwoordig schiet bijna iedereen in een wilde paniek bij de gedachte aan echte kaarsjes in een boom, maar wij bleven kalm; zelfs wanneer een kaarsje was gereduceerd tot een plasje parafine op het schoteltje van de houder, en het plasje opeens vlam vatte en hoog oplaaide, keken we alleen maar toe. Het ging altijd goed.
Dat aan een succesvolle boom een ritueel vooraf ging realiseerde ik me later pas. Ik was tien jaar ouder en ging met mijn vader naar het Odoornerbos. Aan een zandpad woonde een meneer die kerstbomen verkocht. We belden aan, de man pakte een grote zaag en stapte bij ons in de auto. We reden het bos in en kwamen na een halve kilometer bij een veld sparren. De bomen werden aan een grondige inspectie onderworpen (hoe raken we in deze boom twintig kaarsjes kwijt zonder dat de boel in de fik gaat?) en uiteindelijk koos mijn vader er eentje uit. De man zaagde hem om, de boom ging achter in de auto, en we reden terug naar het huis van de verkoper. De man was een half uur met ons bezig geweest en vroeg voor de boom en zijn zaagwerk precies een rijksdaalder.
Thuis werd de boom opgezet. De kaarshouders werden strategisch geplaatst en er volgde een proefbranding. Hier en daar werd nog een kaarsje verplaatst omdat er een takje vlam dreigde te vatten. En op de morgen van de Eerste kerstdag bleek alles weer precies te kloppen. Mijn zus begrijpt gelukkig ook hoe het moet. Ze heeft naast de kaarsjes ook een elektrisch snoer in de boom, maar dat kan je haar in deze barre tijden niet kwalijk nemen. Het is al moeilijk genoeg om kerstboomkaarsjes te vinden. Zometeen gaan ze aan. En dan ruikt het naar Kerst.

maandag, december 24, 2007

Rommel

Erwin Rommel, Duits veldmaarschalk uit de Tweede Wereldoorlog, was betrokken bij de door Von Stauffenberg gepleegde aanslag op Hitler. Of niet. Wel of niet, ik wil het eigenlijk wel weten. Maar hoe kom je daar achter?
Feit is dat Rommel door het regime verdacht werd van betrokkenheid, hetgeen leidde tot zijn gedwongen zelfmoord. Of hij daarmee schuld bekende is onzeker, misschien wilde hij slechts zijn gezin redden van de zogenaamde 'Sippenhaftung', waarin familieleden boeten voor de overtredingen van hun bloedverwant.
Feit is dat zijn zoon Manfred Rommel, zeer gewaardeerd burgemeester van Stuttgart, elke betrokkenheid van zijn vader bij de aanslag afwees. Feit is ook dat de latere Navo-chef Speidel, adjudant van Rommel, in zijn memoires vertelt dat Rommel volledig op de hoogte was van het complot. Maar hoe betrouwbaar is Speidel? Hij wilde na de oorlog wellicht zijn blazoen wat witter wassen door zichzelf via Rommel het verzet tegen Hitler binnen te praten. Die Speidel heeft ons nog een mooi lied opgeleverd, van Jules de Corte:

"En ik ben toch zo blij dat mijn dochter geen zoon is.
Want nou hoeft ze nooit te betalen voor twee.
En nooit zich te scheren met een shavingmachine.
En nooit in het leger ter land of ter zee,
en nooit onder generaal Speidel te dienen."

Dat kent niemand meer, zoals niemand meer weet wie Speidel was. Maar was hij nou goed of fout, die Rommel? We weten het niet. Dat is buitengewoon hinderlijk. En waar komt dat verlangen vandaan om van de veldmaarschalk een goede Duitser te maken? Het zal de kerstgedachte wel zijn. Ik ben even weg. Prettige kerst!

zondag, december 23, 2007

Luchtkilometers


Ik spaar airmiles, sinds een jaar. Was ik daar vijftien jaar geleden mee begonnen, toen er voor het eerst mee geleurd werd, dan was ik nu een rijk man geweest. Maar ik vond het natuurlijk weer helemaal niets. Airmiles, leuk hoor, en hoelang gaat die onzin duren? Nou, best wel lang!
Sinds een jaar bezit ik airmiles en mijn vermogen groeit elke keer als ik er bij het boodschappen doen aan denk om die kaart op de toonbank te leggen. Dat is niet zo vaak, maar het groeit. Ik heb geen idee hoeveel krediet ik heb. Twee keer kocht ik een dvd'tje bij Appie met airmiles-korting. Dat lukte wonderwel. Aha, krediet! Dus. Weet ik veel.
Dralend voor de cognac-kast bij de Gall & Gall zocht ik vanmiddag een fles Martell uit. Ik heb geen verstand van cognac, dus ik viel voor de blauwe reclame om de hals van de fles: "vier euri korting voor slechts 200 airmiles." Of zoiets. Gewapend met de fles en mijn airmiles-pas schaarde ik me onder het tiental klanten dat met bewonderenswaardig geduld voor de kassa stond te wachten. Achter de kassa stonden drie medewerkers van de firma. Voor één kassa. Ze bemoeiden zich alle drie met een meneer van een jaar of vierenvijftig die met airmiles wilde afrekenen. Wat dan wel niet zijn postcode was. En zijn huisnummer. De meneer noemde niet alleen zijn postcode, maar vermeldde ook nog dat hij verhuisd was naar de Laan van Meerdervoort. En het huisnummer kregen we er allemaal luid en duidelijk bij. Wij, de wachters, keken eens naar zijn bij Appie achterover gedrukte boodschappenkar, van onder tot boven gevuld met lekkernijen uit de drankwinkel. Ik kon het niet laten, en zei, zo hard dat iedereen het kon horen: "nummer 812 zei u? We komen langs hoor, is zes uur een goed idee?" Ik had de lachers op mijn hand. Waar ik niet aan gedacht had: even later was ik zelf aan de beurt: "U wilt met airmiles betalen? Mag ik vragen wat uw postcode is, en uw huisnummer?"

zaterdag, december 22, 2007

Kort en klein

In een item over Afghaanse kunstschatten refereerde het NOS-Journaal deze week aan de kunsthatende Taliban met de woorden "duivelse schoonheid." Dat is een fascinerende term. Met de betrekking tot de Taliban is de betekenis niet dat sommige mooie dingen van duivelse oorsprong zijn, of iets dergelijks, maar dat alle schoonheid duivels is. Wat mij betreft: er zijn nauwelijks gedachten denkbaar die vreemder, nee, schunniger zijn dan deze. Schoonheid heeft per definitie iets goddelijks. Het schone verwijst naar, of sterker, bewijst het goddelijke. Bij Plato horen het schone, het goede en het ware zodanig bij elkaar dat ze eigenlijk uitdrukking zijn van hetzelfde. En al die eeuwenoude onzin neem ik met droge ogen voor mijn rekening.
Onze onzin is oneindig veel beter dan de onzin van de Taliban. Natuurlijk, we hebben in onze westerse media geen idee hoe goed die tulbandbaarden het eigenlijk voor hebben met de mensheid. En ach, een beetje beeldenstorm, deden wij protestanten in de zestiende eeuw niet precies hetzelfde? Dat klopt. Het fundamentalisme van het grote gelijk, hoe ook gefundeerd, staat lijnrecht tegenover het humanisme, met al zijn ingebouwde lust tot twijfel. De vormen van eerbied van de laatste zijn vaak verre te verkiezen boven de eerbiedigheid van de eerste.

vrijdag, december 21, 2007

De neus van Drenthe


De provincie Drenthe is een zittend mannetje. Daar hoef je echt niet je best voor te doen, om dat te zien, en dat komt eigenlijk alleen maar door de neus. Door de neus loopt de Bakkeveenscheweg, en er ligt een achttal boerderijen. Kortom, de neus is leeg en dient geen enkel doel. Waarom ze in Assen niet al lang geleden besloten hebben om de neus aan Friesland te geven is een raadsel. Een zittend mannetje zijn, wie wil dat?
Dankzij de vooralsnog onvolprezen Bosatlas van Nederland kwam ik er vanmiddag achter dat de neus al heel lang neus is. In 1476 liep de grens tussen de gewesten Friesland en Oversticht al grotendeels langs de ons bekende provinciegrenzen. Inclusief neus. Wat was er in de vijftiende eeuw dat de neus bij Assen en Rolde deed horen? Wie trok die grenzen op de kaart? Dat het landschap destijds nog minder interessant was dan tegenwoordig blijkt uit het feit dat de grens tussen Drenthe en Friesland op de meeste plekken met een liniaal getrokken is. Ook de neus heeft een strikt geometrische vorm, als een slechts licht gemankeerde rechthoek. Waarom het lijntje niet gewoon rechtdoor getrokken? Ik wil het weten. De kans bestaat dat het weten er niet meer is. En dat is een even rare als vervelende gedachte.

Labels:

donderdag, december 20, 2007

Realisme

Merel liet me vanmiddag de film uit Nepal zien. Ze zit in de vijfde en is een maand in Azië geweest voor een charitatief project. Morgen, op de kerstviering, gaat ze er over vertellen.
Het filmpje toont interviews met Merel over het project, de Nepalese bergketens, een krakkemikkige stenen brug over een bergrivier, een krottenwijkje tegen een heuvelrug. En een crematieplek aan de rivier.
Hindoes verbranden hun doden in de open lucht. Op het filmpje steken de voeten van het lijk onder het hout van de brandstapel uit. Merel vertelt dat er tijdens de crematie zo af en toe in het vuur wordt gepookt, en dat de voeten van het lijk dan bewegen. Ze vertelt het alsof het eigenlijk wel grappig is. Ik stel me voor hoe de voeten in het laatste stadium van de crematie naar het heetst van het vuur geschoven worden. Ooit zag ik Truffaut's 'Jules et Jim'. Aan het slot wordt er gecremeerd, in een oven. De camera dwingt ons door het ruitje de oven in te kijken. Ik hoef die film niet meer te zien.
Als ik dood ben, mag ik dan begraven? Het liefst zonder kist, naakt in een laken van linnen. Ik wil verorberd worden, ergens in de grond, een meter of twee diep. Dat lijkt me in mijn geval wel passend.

Rembrandt fecit


Mijn goede vriend Jacob vindt Mozart een heel matig componist. Een deuntjes schrijver. Jacob begrijpt er helemaal geen moer van, maar heeft natuurlijk wel recht op zijn ongelijk. En een stevige opinie is op zijn minst interessant. Ik herinner me een avond waarop Jacob zelfs aan de poten van de grote JSB begon te zagen, maar laat ik daar verder niet te diep op ingaan.

Ik vind Rembrandt een prutser. Tenminste, ik dacht dat ik dat vond, of vond het op zijn minst wel stoer om zo af en toe te roepen dat Rembrandt natuurlijk gewoon een vervelende overschatte broodverver is. In Wenen zag ik een drietal zelfportretten dat mijn opinie deed wankelen. Vandaag in het Mauritshuis kreeg ik gelijk en heel erg ongelijk.

Het gelijk zit hem in dat licht; man man, wat ben je toch eigenlijk een opschepper: kijk hem nou eens in de weer met die wereldberoemde theatrale belichting. Ik vind het eigenlijk helemaal niks. Nou ja, helemaal ... In de anatomische les is het ook overdreven maar werkt het tenminste. In al die portretten kan je best wat normaler doen. Het is een briljante gimmick die gaat vervelen.

En nu de kunstkenners hoofdschuddend zijn afgehaakt; het ongelijk. Het heel erg ongelijk blijkt uit een fenomenaal doek dat ik nog nooit gezien had, ook niet op plaatjes in een boek. Het gaat om 'Scheepsbouwer Jan Rijcksen en zijn vrouw Griet Jans' uit 1633. Hier heeft de meester geen overdreven belichting nodig. Wat elders eigenlijk ook steeds aanwezig is blijkt hier daarom des te overtuigender: Rembrandt schildert mensen waaraan elke symboliek ontbreekt. Allerindividueelste koppen zijn het. En wat nog meer is: ze zijn bijna bevroren in een volstrekt natuurlijke handeling. Bijna bevroren, want als je goed kijkt zie je dat ze een heel klein beetje bewegen. Het paar past keurig in het kader van de lijst, maar het onzichtbare kader van het moment, daar trekken ze zich veel minder van aan. En dat is briljant. Zeker voor een prutser.

Labels:

woensdag, december 19, 2007

(Uit de verte)

In het Mauritshuis, op de eerste verdieping, in de Vermeer-zaal. Er zijn ongeveer twintig mensen verzameld, de meeste met pensioen, en allemaal met een koptelefoon op het hoofd. De hoofden kijken ingespannen naar de schilderijen die er toe doen. Hun blik wordt gestuurd door de stem uit de oortjes. De stemmen samen vormen een vreemd koor, een gemurmel dat net niet verstaanbaar is voor wie geen stem draagt. Een koor op afstand. Als het muziek was zou er in de partituur staan: '(uit de verte)'.
Het enige andere geluid komt uit twee opgewonden Japanse meisjes. Ze hebben de film gezien, het boek gelezen, en staan nu eindelijk oog in oog met het meisje met de parel. Ze kwetteren zachtjes en luisteren dus niet naar de moedertaal die uit de oortjes komt. Ze hebben geen enkele behoefte aan informatie. Ze zijn gewoon blij. En dat klinkt al een stuk beter.

Labels:

4 luni, 3 saptamini si 2 zile


Je moet niet te snel roepen dat [stippeltje stippeltje] de beste film [van het jaar, van het decennium, van de eeuw, van het millennium, van het vorige en huidige millennium, ooit] is, zeker niet als je net de bioscoop uitkomt. Nee, ik doe het niet. Ik ga helemaal niets zeggen over '4 maanden, 3 weken en 2 dagen' van de Roemeense regisseur Cristian Mungiu (geprezen zij zijn naam). Ik zou ook niets kunnen toevoegen aan de volmaakte recensie van Bas Blokker in NRC. Die recensie, die je moet lezen, vind je hier. Klik op de link. Heb je al op de link geklikt? Ik meen het! Het moet. Doe het nu en kom dan eventueel maar terug. Klik. Nu!
Gelezen? Goed he! Dit is echt de beste recensie van het heelal. De film is ook best aardig.

Labels:

dinsdag, december 18, 2007

Acteren

In de glad gemaakte wegwerpfilm 'Fracture' speelt Anthony Hopkins een treiterige moordenaar die in de rechtszaal zijn eigen verdediging voert. Het OM heeft geen zaak, en Hopkins weet waarom. Dat wij er ook achter komen, maar langzaam, is deel van het plezier. De grootste lol zit in het kijken naar Hopkins; hij doet een Hannibal die geen Hannibal is. Dokter Lecter is zodanig aanwezig dat Hopkins en zijn personage er eigenlijk achter schuil gaat. Een beetje driedubbel, al met al.
Typecasting is een gevaar en een zegen in film. Connery slaagde er in Bond van zich af te schudden, gewoon door ouder te worden en een goed acteur te blijken. Roger Moore is nooit meer iets anders geweest dan Bond. Henry Fonda schoot bij Sergio Leone opeens een kind dood. Met zijn goeie gedrag en zijn blauwe ogen. Dat kan toch helemaal niet!
Acteren is in film heel subtiel, want de achterkant van de zaal krijgt het heus wel mee zonder dat je een keel opzet. De beste acteurs in film doen daarom bitter weinig en zijn juist daar verschrikkelijk goed in. Aanwezigheid. Het grappige effect is dat sommige regisseurs om die reden zelfs afzien van het gebruik van acteurs. In de mooiste film ooit gemaakt spelen de inwoners van de streek rond Bergamo gewoon zichzelf. Maar dat vertel ik nog wel eens.

Labels:

Vote Nietsche

maandag, december 17, 2007

Brilletje en bril


In Holland Sport wordt nog maar eens het mooie verhaal verteld van het brilletje van Van Daele. Tijdens de wedstrijd om de wereldbeker in 1970 tegen de Argentijnen van Estudiantes maakte invaller Joop van Daele het enige doelpunt. Op de foto zien we hem weglopen na zijn droge schuiver in de linkerhoek van het doel, een sportbrilletje op het hoofd. Dat brilletje werd vervolgens natuurlijk bekwaam van zijn hoofd gerukt en in tweeën geknakt. Er is ook een mooie foto waarop we Joop aan de Argentijnse nummer zes zien vragen waarvoor dat nou nodig was. Omdat je een eikel bent brillemans!



Het lijkt wel alsof nummer zes hier nog druk bezig is met de sloop van het sportbrilletje, maar Joop heeft het al terugveroverd en houdt het in zijn linkerhand. Van Daele speelde de wedstrijd uit met de snel door een verzorger uit de kleedkamer gehaalde bril die hij normaal droeg, een groot zwart geval. Het verhaal wil dat hij het ding zo af en toe opzette om de aanval te overzien, en het verder in diezelfde linkerhand hield. En als je goed kijkt naar het filmpje waarop te zien is hoe hij na de wedstrijd op de schouders genomen wordt zie je inderdaad dat hij iets in zijn hand houdt. Het is de bril. Behalve het brilletje is er ook de bril van Van Daele!

Labels:

Paul Noble - Egg (2004)

In de collectie nieuwe aanwinsten van het Boijmans treffen we een enorm wit ei aan. Gerhard en ik inspecteren het ding. Ik zoek eerst de naad die er niet is, en bekijk dan de potloodtekeningen. Het ei is een stripverhaal, volgebouwd met plaatjes van vijf bij tien centimeter. De kaders tussen de plaatjes zijn breed en organisch, en in de plaatjes zelf gebeuren merkwaardige dingen met merkwaardige beesten. We grijnzen. De kleine, al wat oudere dame in suppoostpak grijnst ook. Ik vraag haar of er ook mensen zijn die het ei helemaal lezen. Nee, die zijn er niet. Ze wijst ons op de onderkant van het ei, waar de plaatjes schunniger worden. Gerhard en ik buigen ons diep voor het ei, en inderdaad, lager bij de grond gebeuren er hele rare anale dingen. Of is het een cloaca waaruit al die beesten naar buiten komen stulpen? Het ei is een grap van een meter hoog, zorgvuldig en liefdevol gemaakt door een prettig gestoorde. Het is eigenlijk het leukste van de hele tentoonstelling. Al was het maar omdat ik nog nooit eerder zo'n enthousiaste suppoost heb gezien.

Labels:

zondag, december 16, 2007

Entr'acte


Het ziet er opwindender uit dan het is. Een man op leeftijd en een jonge vrouw ontmoeten elkaar in een buitenlands hotel. Hij is op zakenreis, zij is weggevlucht uit haar leventje als actrice. De gesprekken die ze voeren zijn vanaf het begin gedurfd, maar uiteindelijk gaat hij niet op haar avances in. Aan het eind zwaaien ze naar elkaar. Een pauze in twee levens waarin eigenlijk niets gebeurt. Geen spanningsboog, weinig om te lachen, teksten die oppervlakkiger zijn dan ze lijken. De twee goede acteurs kunnen niet voorkomen dat we in deze levens geen moment echt geïnteresseerd raken. En toch. Als dit een debuut is, en dat is het, dan gaan we van regisseur en toneelschrijver Thibaud Delpeut nog wel horen. (Copyright foto: Deen van Meer)

Labels:

zaterdag, december 15, 2007

Wie het laatst


Tijdens het zoveelste debat in Iowa stelt een strenge juffrouw van groep zes of zeven de volgende strenge vraag: “Senator Obama, you have Bill Clinton’s former national security advisor, state department policy director, and Navy secretary among others advising you. With relatively little foreign policy experience of your own, how will you rely on so many Clinton advisors and still deliver the kind of break from the past that you‘re promising voters?” Ja, zo kan je kracht in zwakte proberen te veranderen: Dat die Clinton aanhangers meer zien in Obama dan in Clinton verdwijnt opeens als sneeuw voor de zon.
En het gelach bij de tegenstanders begint al voordat de lerares is uitgesproken. Die heeft hem lekker tuk! Hillary lacht het hardst. Hard en schril. “I wanna hear that” roept ze uit. Op dat moment begint ook Obama te lachen. Zijn onberispelijke gebit glimt in het licht van de camera’s. En terwijl het schrille gelach van de voormalige first-lady veel te lang doorgaat komt het Obama moment, onvermijdelijk, dodelijk: “Hillary, I’m looking forward to you advising me as well.” En nu pas begint ook het publiek te lachen.

Labels:

vrijdag, december 14, 2007

Moment, voorbij

Een langzaam draaiende stoel. Een draaistoel. Een zojuist verlaten stoel.
Ik weet niet wat dit is. Is het een scène uit een film, een nogal Bressoniaanse film waarin de draaiende stoel als metonymia fungeert voor een aanwezigheid die we niet hebben gezien? Dat kan heel goed.
Is het een gedicht? Nee, dat zou een slecht gedicht zijn, in deze vorm. Het is misschien een idee voor een gedicht, maar het werk moet nog beginnen.
Het doet nog het meeste denken aan een fragment uit een boek van Botho Strauss. Iets dat te denken geeft, maar waaraan?

En met Johanna als Flora


Ooit, in het Uffizi, deden we gewoontegetrouw het spelletje 'wie mag mee naar huis'. We scoorden ongeveer 65%. Dat is heel hoog voor een huwelijk. 'Wie mag mee' is een prettig spelletje om museumbezoek mee af te sluiten. Je gaat alles nog eens bij langs, en beslist in elke zaal zo snel mogelijk welk schilderij thuis aan de muur mag hangen. Willemijn en ik zijn het opvallend vaak eens. Als er geen Rothko hangt kiezen we voor het kleine, of het subtiele, maar als er niets kleins of subtiels is gaat het nog wel eens mis. In de zaal met de Botticelli's ging het mis. Stel je het volgende voor: een zaal met twee gillend beroemde schilderijen van Botticelli, 'De geboorte van Venus' en 'Primavera', een Leonardo en een triptiek van Hugo van der Goes. Willemijn koos de 'Primavera' van Botticelli. Ik viel volledig voor het triptiek, dat de aanbidding door de wijzen voorstelt:




Ik heb niet heel veel met Botticelli en wel heel veel met alles wat uit Vlaanderen komt voordat Rubens ging verven.
Ik moest vorig weekeinde aan ons Florentijnse spelletje denken. Ik keek naar de prachtige jeugdfilm 'Mariken', die ik al vaak half maar nog nooit heel had gezien. Willemijn keek een kwartiertje mee. En toen Johanna ter Steege in beeld schoof als verveelde gravin merkte ze op: "Het is Flora, Botticelli's Flora." En dat is het precies. Er is bij mijn weten nog nooit een schilderij verfilmd, maar voor de bewerking van Botticelli's 'Primavera' komt maar één actrice in aanmerking:


Labels:

Dorp in de Stad

We zijn in Spangen. En natuurlijk houdt Joke een meneer aan. De meneer is hier geboren en kondigt met enig misbaar aan dat hij hier ook zal sterven. Hij vertelt: "Laatst waren er mensen in huis en die riepen in koor dat ik hier zo geweldig woon. En dat is ook zo. Maar het is er wel op achteruit gegaan hier, dat wel." Ik vraag hem of hij hier met plezier heeft gewoond. "Ik woon hier nog" antwoordt hij snedig. Mijn collega's lachen.
We zijn op schoolreis, een reisje alleen voor docenten. Hier, dat is het 'Justus van Effen'-complex. Het dorp, want dat is het, is in 1921 gebouwd door Michiel Brinkman, de architect die samen met L.C. van der Vlugt de wereldberoemde Van Nelle fabriek ontwierp. Het dorp keert zich naar binnen, alle voordeuren zijn gericht op de grote binnenplaats. En in de hoogte is er een ongebruikelijk brede gaanderij. Brinkman wilde in de hem toebemeten ruimte meer huizen bouwen dan op de begane grond mogelijk was. En dus maakte hij, een volstrekt revolutionair idee, in de hoogte een tweede begane grond. De zwevende straat voor de huizen op de derde verdieping was zo breed dat twee bakkerskarren, met een lift omhoog getakeld, elkaar konden passeren. Nog steeds ogen ze verrassend breed. Het dorpskarakter werd voltooid door de gemeenschappelijke ruimte op de binnenplaats. Daar bevond zich de ketel voor de centrale verwarming, het badhuis, en de wasserij. Een geheel naar binnen gekeerd stuk stad. Een dorp. Geen auto te bekennen. Na grondige renovatie zou dit dorp wel eens aan een heel succesvolle tweede jeugd kunnen beginnen. (Met dank aan Gert Treurniet voor de foto)

Labels: ,

woensdag, december 12, 2007

Harde actie!

Hoe lang zou het geleden zijn dat ik voor het laatst gedemonstreerd heb? De eerste keer weet ik nog goed: tegen de opslag van kernafval in de zoutkoepels onder Gasselte. De tweede en tevens laatste keer was in Thialf. Leraren eisen een mal petje! En toen kregen we een mal petje. Zoiets.

Vanmiddag met een klein groepje naar het Plein, op instigatie van mijn rector. De tegen de tweehonderd Haagse leraren worden een uur aan het lijntje gehouden voordat de voorzitter van de vaste kamercommissie bereid is de vergadering te verlaten om een petitie in ontvangst te nemen. We doden de tijd in Dudok, op kosten van de Aob. Tijdens de wandeling terug naar het plein horen we een agent minachtend mompelen: "Een mannetje of vijftig."
De voorzitter van de bond houdt een speech waarin hij de werkgevers in het onderwijs indirect met criminelen vergelijkt. De docenten applaudisseren. Smaakvol. De minister van Gezondheid komt het gebouw uit, kijkt naar het oliebollen etende groepje, en grijnst. Zwaar werk, politiek.
Ondertussen gaat het in de kamer fout. Mijn partij dringt er bij de minister op aan ook iets aan de werkdruk te doen. Nou, iets doen, dat kan al gauw. Het kan nog een warme winter worden.

Labels:

dinsdag, december 11, 2007

Spoorbomen en ander ongemak

Als jongetje bracht ik nogal wat tijd door op het station. Er was een muur met luikjes waarachter lauwe kroketten schuilgingen. Soms had ik een kwartje.
Maar het hoogtepunt van het stationsvertier was het moment vlak voor de trein arriveerde. We hadden één trein, die naar mijn gevoel uit Coevorden kwam. Hoewel ik een broer had in Amsterdam was Zwolle wel erg ver weg. De komst van de trein werd aangekondigd door de man in uniform die uit zijn hok tevoorschijn kwam, naar de grote metalen bedieningspanelen die op het perron stonden liep, en de machinerie in werking zette. Hij plaatste stangen schuin, of juist rechtop, en hij draaide aan een groot wiel. Bellen gingen af, en vijftig meter verder daalden de spoorbomen over de Boslaan zuchtend naar beneden, tot het hek onder de boom over de straat schraapte. Nu kwam de trein, maar hij ging nog even schuil achter de bocht bij de dierentuin.
Ik moest er vanmiddag aan denken toen ik over de Laan van Meerdervoort linksaf de Laan van Eik en Duinen insloeg. Op de fiets doe je dat door over het tramspoor voor te sorteren. Daar rijden geen auto's en je hoeft je dan van de rood-licht-situatie niet al te veel meer aan te trekken. Vanmiddag gingen bij het bereiken van het kruispunt de bellen af en de waarschuwingslichten aan: "Pas op! Er komt een tram aan!" Ik keek voor me, ik keek achter me, in de verste verte geen tram te bekennen. Opeens wist ik het: de man in uniform die de machinerie in werking zette, dat was ik, op mijn Gazelle. Over een contact gereden. Sorry!

Labels:

maandag, december 10, 2007

Rome (2)

Er zijn diverse redenen om te bloggen. De meeste zijn erg egocentrisch. Bij het vorige blogje schemeren minstens drie zelfzuchtige motieven mee:

1. Het enthousiasme over de plotselinge uitverkiezing voor de aanstaande Romereis. Een louter gevoelsding. Een ik-ding in zijn zuiverste, meest onschuldige vorm.
2. Het den volke kond doen van mijn participatie aan de reis (alleen relevant omdat ik mij, zeldzaam hautain hoewel grappig bedoeld, bij zeker drie collega's heb beklaagd over het feit dat ze akkoord zijn gegaan met deelname aan de Romereis terwijl ze wisten dat ik niet mee ging). Een gespeeld ik-ding, eveneens relatief onschuldig. Maar niet helemaal.
3. De foto. Een hele mooie foto. Gemaakt door: moi! Over selfkicken gesproken!

Pas vanavond realiseerde ik me dat ik het blogje misschien wel vooral plaatste om de foto te laten zien. Chronologisch klopt dat niet, want de neiging om tekst te schrijven ging vooraf aan het zoeken naar een foto. Maar de zelfcentrische tevredenheid over deze foto draait de chronologie van de motivatie moeiteloos om. Het uiteindelijke resultaat is dat ik aan al mijn lezers duidelijk maak dat ik behalve een op allerlei andere gebieden begenadigd mens ook een voortreffelijk fotograaf ben. Het resultaat verduistert het oorspronkelijke onschuldiger motief. Jeetje Mina, wat ben ik geslaagd zeg! Dat zien jullie toch wel? Alsjeblieft!?

Nog zo'n topfoto dan maar?
Omdat jullie er zo lief om vragen:






Ook dit is in Rome. Om precies te zijn: de foto is genomen op de trappen van de S. Pietro in Vincoli. Wat er zo goed aan is hoef ik niet uit te leggen: blikrichting. Leegte. En het kader. En wat je niet ziet: rechts achter de koffer van de Japanners is een complete auto weggeretoucheerd. Het is bedrog.

Rome


Machteld maakt er een beetje een grap van: "Ik wil je iets vragen, maar ik weet niet of je het leuk vindt." Nou, ik vind het waardeloos! Mee naar Rome met de vijfde klas, in mei? Moet dat? Kunnen jullie echt niemand anders vinden? Vooruit dan maar.
Wat een baan, dat je eens in de drie, vier jaar geheel verzorgd een week naar Rome mag. Ik ben benieuwd of dat stoeltje er nog staat, in het Capitolijns Museum.

Labels: , ,

zondag, december 09, 2007

Bloemkool en Macaroni


Aardappels met bloemkool. Wat voor vlees er bij was, geen flauw idee. Maar de bloemkool had een kaassausje. En ik was twaalf. Of dertien. Aardappels met bloemkool. Met vette jus en een kaassausje. Eten bij je moeder. Man oh man!
Later, wanneer het feest was, maakte mijn moeder toastjes met ei en champignons. Als voorgerecht. De toast was een halve centimeter dik en krokant, het ei lilde nog, de champignons waren precies goed.
En als er geen feest was, maar wel drukte in huis, dan maakte ze nasi. Er gingen gedroogde fruitjes in en eindeloos gesudderde magere varkenslappen. En de 'Improba' kruiden van Albert Heijn werden gezeefd, want anders was het te heet. De enorme pan kwam op tafel. Mijn broer Sirtjo at de helft, en wij verdeelden de rest. Ik overdrijf.
Maar het allerlekkerst was de macaroni. Mijn moeder heeft een jaar of twee, drie een pan macaroni gemaakt van ... ja van wat? Van onbegrijpelijke kwaliteit. Een paar jaar maar. Mijn broers en mijn zus waren het huis uit en weten van niks. Het was voor mijn vader en mij. De macaroni was hors categorie. Ik heb haar er nog wel eens naar gevraagd, later. Hoe deed je dat? Wat? De macaroni! Ze kon het zich niet herinneren.

Labels:

zaterdag, december 08, 2007

Leuke lamp!

Terwijl de foto nog maar eens getoond wordt vraagt Twan Huys: "De foto is niet te zien. Wat vindt u van het feit dat de foto niet meer te zien is?" Het is om je te bescheuren van het lachen. De foto is niet te zien. Had dat ding gewoon opgehangen. Dan hadden we hem hoogstwaarschijnlijk inderdaad niet gezien.

Labels: ,

Wolfsburg

De man in de klassieke NSU Ro 80 (met wankelmotor) telefoneert met zijn vriendin. Het is gedoe, gescheld en getier. Zij hangt boos op. Hij flikkert de telefoon terug in de houder, maar het ding valt op de grond. Het kost enige moeite de telefoon op te rapen. Terwijl het lukt rijdt de man terloops een jongetje van een jaar of tien van zijn fiets. De provinciale weg waar de auto staat en de fiets ligt is totaal verlaten. Op het asfalt ligt een jongetje. Zijn ogen zijn open, maar dat kan de man niet zien. De man aarzelt. En de man rijdt door.
'Wolfsburg' van de Duitse regisseur Christian Petzold gebruikt geen woord teveel. Het is het soort film waarin we de interne monologen bijna kunnen horen. Wat gezegd wordt is maar een fragment van wat er omgaat in al die hoofden, en wij kijken dwars door de hoofden heen. Wat er gebeurt is interessant en spannend, en tegelijkertijd doet het er niet toe dat het spannend is. Een bijna zwijgende film, zwijgend en buitengewoon welsprekend. Ging dat zien.

Labels:

Oppervlakte

De Afrikaans-Europeese top die in Portugal wordt gehouden heeft zo te zien een officieel logo dat bestaat uit een kaart van beide continenten. Op internet kan ik het niet vinden, maar afgaand op het journaal toont het logo twee werelddelen die qua oppervlakte ongeveer even groot zijn. In werkelijkheid is Afrika ruwweg drie keer zo groot als Europa.
Dat de Afrikanen akkoord zijn gegaan met dit logo geeft te denken. Misschien moeten ze hun assertiviteit anders aanwenden dan voor het steunen van Robert Mugabe. Maar vooral: hoe halen die Europeanen het in hun bolle hoofd om voor het symbool van de Afrikaans-Europeese samenwerking de klassieke Mercator-projectie te gebruiken? Schaamteloos!

Labels:

Den Haag, bezongen

De wind die me in de vooravond met zo hoge snelheid naar Voorburg heeft geblazen dat ik er af en toe bang van werd, blijkt op de terugweg mee te vallen. In de derde versnelling, drie van zeven, beuk ik er met enig gemak tegenin. Daarbij, er is nog wat vertier om de aandacht af te leiden. De stad is tussen twaalf en één nog niet in slaap, al zal dat niet zo lang meer duren. Ik zoek de meest beschutte route. Late wandelaars ontwijkend in de binnenstad vraag ik me af hoeveel er over dit Den Haag gezongen is. "Zou 't pension er nog zijn, op het Valkenbosplein ..." Nee, dat pension is er niet meer. Nog ouder is het volgende dat me te binnen schiet: dat de grote Gerrit Achterberg een complete 'Ode aan Den Haag' schreef. Thuisgekomen sla ik het op. Wat blijkt? Het gaat niet heel erg over Den Haag. Het gaat over de verloren geliefde, één van de vaste thema's bij Achterberg. Of, zoals in het beroemde 'Innemee', over de snelheid van het leven: "Ze worden hier begraven met een haast alsof de dood hen op de hielen zit." Er zijn bij Achterberg veel voorbeelden te vinden van regels die een groot dichterschap verraden, maar deze lijkt me voldoende.
Maar het gaat niet over Den Haag.
Pas in het laatste gedicht uit de cyclus krijgt de stad een eigen plek:

Den Haag, je tikt er tegen en het zingt.
In de passage krijgt de klank een hoog
weergalmen en omlaag een fluistering
tussen de voeten over het graniet;
rode hartkamer die in elleboog
met drie uitmondingen de stad geniet.

Labels:

donderdag, december 06, 2007

Allan Pettersson

Schrijven over muziek is een hachelijke zaak. Bij beeldende kunst of poëzie kan je nog verwijzen naar dit shot, deze regel, of die kleur. Bij muziek past zwijgen. Ik weet eigenlijk niets van muziek.
Al jaren ben ik een hartstochtelijk liefhebber van de symfonieën van Allan Pettersson. Pettersson leed bijna voortdurend pijn, vanwege een zeldzame reumatische aandoening, en de pijn is terug te vinden in de muziek. De muziek is schrijnend en zeldzaam echt en authentiek. En nergens mee te vergelijken.
In Zweden heeft Pettersson inmiddels wel status gekregen en wordt zijn werk met enige regelmaat uitgevoerd. In de rest van de wereld blijft hij een grote onbekende, ondanks de Duitse opnames van zijn verzamelde werk. Ten onrechte. Vooral de symfonieën zes tot en met negen behoren tot het beste dat de twintigste eeuw heeft voortgebracht. En dan heb ik het tweede vioolconcert nog niet eens genoemd. En de Barrevoetsliederen. Leek het maar ergens op, dan werd het wel uitgevoerd. Maar het lijkt nergens op. Het is geweldig.

Labels:

woensdag, december 05, 2007

Kruispunt van niks


En nu we toch met landkaarten bezig zijn: wat is er eigenlijk te vinden op de kruispunten van lengtegraden en breedtegraden? Ik weet het: helemaal niets.
De NRC had jaren geleden een serie artikelen over dat soort kruispunten. Er zijn er in Nederland vier te vinden, plus nog twee op roeiafstand van de kust. Van de laatste twee valt er bij laag water eentje droog. Er is er ook nog één op kruipafstand van de grens met Duitsland.
Het vereist een apart soort topofilie om het verlangen naar deze volstrekt fictieve plekken te begrijpen, en ik ben op voorhand geslaagd. Let wel, de plek met coördinaten 53 graden Noorderbreedte en 7 graden Oosterlengte, een paar kilometer ten oosten van Stadskanaal, is veel 'fictiever' dan de evenaar, de keerkringen, of de poolcirkels. De laatste zijn allemaal cirkels waar iets gebeurt, iets met de zon. Op 53∘NB; 7∘OL gebeurt minder dan niets. En toch wil ik er heen.
Ik heb al jaren een half uitgewerkt filmscenario in mijn hoofd over een oudere man die in het aangezicht van de dood eindelijk toegeeft aan zijn verlangen om dit soort plekken daadwerkelijk op te zoeken. Hij vindt er de essentie van het leven. Er is niets. Het gaat helemaal nergens over. Behalve over verlangen.

Labels: ,

Gaga


Het vertrouwen in de Haagse politiek schijnt een bron van constante zorg te zijn. Volgens het gezonde volksgevoel zijn het allemaal non valeurs daar aan het Binnenhof. En zelfs in het parlement schelden ze elkaar tegenwoordig uit voor alles wat mooi en lelijk is. Knettergek!
Wat blijkt? Er is niets nieuws onder de zon. Op de kaarten die de generaals van het voormalige Warschaupact gebruikten staat ter hoogte van Den Haag een duidelijke waarschuwing afgedrukt: "ГААГА", oftewel: gaga! Pas op! Hier zijn ze echt zo leip als een deur.

Labels: ,

dinsdag, december 04, 2007

Alexander

En het houdt maar niet op. Ik zit al een uur filmpjes te bekijken die op één of andere manier vervaardigd zijn door Alexander. Aan aftiteling doen ze wel bij 'Broken Camera Productions', maar er lijkt niet geregisseerd te worden. Volgens mij is Alex het brein. Alexander zit in de derde, maakt te weinig sommetjes, en maakt dat ruimschoots goed omdat hij zo ongeveer elke week een prachtig filmpje produceert. Nou dan hoef je [Alexander: houd nu op met lezen!!] van mij geen sommetjes meer te maken [Alex, je mag weer lezen].
Alex is behalve camera-, montage- en regiegenie ook een goed acteur, met een groot naturel. Hij wordt regelmatig bijgestaan door Bart, die alles durft en alles kan. In de bijrollen zijn vooral alle pubers goed. Volwassenen hebben het zichtbaar zwaarder.
Er zijn ware meesterwerkjes bij, zoals 'B.U.L.L.E.T.' en 'Sprookjesboek', en 'Videoclip', en 'Alone on the Globe', en zo kan ik nog wel even doorgaan. Natuurlijk kan ik nu brommen dat Alexander nog een hoop moet leren, maar dat is eigenlijk gewoon onzin. Filmische intuïtie en afgewogen absurd humoristische verhaallijntjes, wat wil je nog meer. Ga kijken. Op www.bcpfilms.punt.nl. Als je van film houdt zie je vanzelf dat het allemaal nogal briljant is. Als je het niet ziet ben je gewoon een sukkel. Go, Alexander! Go!

Labels: ,

Onbegrijpelijk veel

Mijn brugklas was toe aan een nieuwe plattegrond. Dertig kinderen op dertig plekken, aanvankelijk op goed geluk en eigen initiatief verdeeld, maar nu door de mentor zorgvuldig doordacht en geplaatst. Een zware klus is dat, want het kan op veel manieren. Op hoeveel manieren? Op heel veel manieren!
Ik heb het getal voor ze op het bord geschreven. Het begint met een 2 en dan volgen er nog 32 cijfers. Grote getallen zijn voor mensen volstrekt onbegrijpelijk. Het aantal manieren waarop je dertig leerlingen over dertig stoelen kunt verdelen is zo groot dat mijn brugklas domweg niet wilde geloven hoe groot. Hier is hoe groot:
Stel dat alle zes miljard aardbewoners in staat zijn om elke seconde een klassenplattegrond te noteren. Dat kan niet, maar stel. Stel dat al die zes miljard mensen vanaf het begin van het heelal, een slordige 15 miljard jaar geleden, bezig zouden zijn geweest elke seconde een verschillende plattegrond op te schrijven. Dan zou het werk allang af zijn. Toch? Nou, dat valt tegen. Ze zouden met z'n allen nog geen procent van alle mogelijke plattegronden hebben afgewerkt!
Mijn bruggers geloofden het echt niet. Slechts één leerling wilde weten hoe je het aantal mogelijke plattegronden berekent. Het was een meisje. En blond. De enige echte nieuwsgierige.

maandag, december 03, 2007

Elisabeth Eybers ✝

Elisabeth Eybers is dood. De laatste van het drietal 'grande dames' van de poëzie overleed zaterdag op 92-jarige leeftijd. Vasalis en Ida Gerhardt gingen haar de afgelopen jaren voor. De dames werden samen 273 jaar oud.
Het ANP brengt het bericht van Eybers' dood met voor haar (het ANP) doen welhaast poëtische en mooie woorden: "De dood was geen onwelkome gast voor haar, schreef ze ruim twee jaar terug, nadat een zoon van haar was gestorven: 'Noudat jy swyg is daar niks meer vir my om ooit nog te begeer buiten die tydstip waarop ek dieselfde stilte mag betrek.'"

Dit is uit de bundel 'Neerslag', uit 1958:


SLAAPTYD

Sy sug of sy selfs in die wegsink weet
dat niks verskrikliks werklikwaar gebeur
solank mens elke dag jou les mooi leer,
jou aandgebedjie sê, jou groente eet.

Die sprokiesboek se stofomslag vertoon,
omkrans met loofwerk soos 'n goue teks,
die huis waar Hans en Grietjie by die heks
voorlopig argloos en luilekker woon.

Sy fluister nog 'n laaste opdrag aan
die bolpens teddiebeer wat elke nag
kordaat, trouhartig en alwetend wag
tot sy haar öe oggendlik opslaan
om onbeneweld rondom haar te kyk
of alles min of meer soos gister lyk.

zondag, december 02, 2007

Alleman


Zojuist blijkt Bert Haanstra's film 'Alleman' uit 1963 door duizenden landgenoten tot beste documentaire sinds de oorlog te zijn verkozen. Mijn keuze, 'Het is een schone dag geweest', bleef steken op plaats vijf.
De oudste film uit de top tien staat op nummer één. Mooi is dat. Ik zag de film deze week voor het eerst en kende hem niettemin al. Dat komt zo: mijn ouders hadden thuis één boek over film, een boek tjokvol foto's uit 'Alleman' met de integrale tekst van Carmiggelts gesproken commentaar. Ik kende het boek als kind al uit mijn hoofd, en het heeft ongetwijfeld bijgedragen aan mijn nieuwsgierigheid naar het medium film. Het zien van 'Alleman' was na al die jaren één groot feest van herkenning.
Zo'n boek is leuk, maar in de vloeibare film blijkt natuurlijk pas waar Haanstra's meesterschap lag: in het onberispelijke ritme. Terwijl ik er naar zat te kijken bedacht ik dat ik in mijn eigen bescheiden filmpjes precies hetzelfde probeer te bereiken: het perfecte ritme. De montage van 'Alleman' moet eindeloos lang hebben geduurd.
Maar er is nog een voorname reden waarom de film de tand des tijds heeft doorstaan. 'Alleman' is ironisch, niet alleen in het commentaar van Carmiggelt, maar ook in de montage. En ironie maakt tijdloos.

Labels:

Bezet

Op het huisverwarmingsfeestje van Irene is het gezellig en druk. Onderdeel van de verbouwing was het toilet; mooi, voor zover een toilet mooi kan zijn. Het is bijna af. Bijna. In plaats van een deurklink is er een witte veter door het gat van de klink. Ik trek de deur achter me dicht en weet meteen dat ik iets heel doms heb gedaan.
Ik onderwerp de kastjes aan een zo min mogelijk privacy-schendend onderzoek. Ik moet iets hebben dat op een schroevendraaier lijkt. Niets. Er zijn wel wasknijpers. Ik sloop een houten wasknijper en steek de helft van zo'n ding in de opening voor de deurklink. Het past precies, maar als ik er aan draai breekt het hout.
Ik bel Vogel. Hij bevindt zich op een meter of vier. Hij hoort zijn telefoon niet.
Ik bel Machteld. Het helpt allemaal niets.
Dan gaat de bel. Irene laat op de gang gasten binnen. Ik klop op de deur en roep iets. Irene heeft het direct door en schiet in een voor haar kenmerkende lichte stress: "Er zit iemand opgesloten op het toilet!" "Mooi laten zitten" roept een mannenstem. Maar er wordt een schaar gezocht, en even later zwaait de deur open. Voor de veiligheid leggen we de schaar achter de deur. Terug in het feest blijken mijn collega's van niets te weten. En als we weggaan ontdekt Machteld dat ik haar een uur geleden gebeld heb.