woensdag, januari 16, 2008

Tekenen

Van school naar het Gemeentemuseum is een wandeling van nauwelijks vijf minuten. Het museum doet Picasso. Wij doen het museum. Het hangt er stikvol schitterende meesterwerken. Vandaar.
De tweede klassers gaan braaf aan de gang met hun opdrachtvelletjes. Vooral het natekenen van uitgelezen schilderijen blijkt een favoriete tijdsbesteding. Ik denk terug aan onze tochten naar de dierentuin, vroeger, met tekenen. Wij hadden de beste dierentuin van Europa onder handbereik en de tekenleraar was vaak lui genoeg om ons met een vel papier en een potloodje de tuin in te jagen om een beest te tekenen. Uitstellen konden we toen al als de beste: de laatste vijf minuten maakten we een snelle krabbel, en tot die tijd waren we hinderlijke toeristen met teveel vrije tijd om handen.
Zo niet onze pubers. De lastigste woelwater ligt plat op zijn buik voor een grote harlekijn en tekent dat het een aard heeft. De lieve meisjes hebben een klein kleurig werkje gevonden en staan een uur lang in de weg, in opperste bewondering. Het briljante meisje dat zich altijd verveelt heeft een vaag abstract ding gevonden en verzucht dat dit echt de beste onderzoekswerkgroep is sinds mensenheugenis.
Ondertussen ren ik rond om alles een beetje in de gaten te houden. Ik ben aan het werk, en dat is heel raar. Hier hangen echt honderd verbluffende schilderijen en ik ben aan het werk. Ik zie die doeken eigenlijk niet. En ik zie ze wel. Ik ben er en ik ben er niet. Ik moet snel hier naar toe.