maandag, augustus 25, 2008

Perspectief


Even buiten Wassenaar opent zich een oase van groen, voor ons alleen. Er is een fietspad naast de vaart, maar wie daar rijdt bevindt zich in een andere wereld. Het verschil is een verschil in perspectief. De fietsende dames langs de vaart zien het weiland van een meter of twee boven het maaiveld. Henk en ik pruttelen over de vaart op weinig meer dan waterhoogte. Wij zien de duizenden kieviten die zich hebben verzameld. Wij zien de meerkoeten, de waterhoentjes, de futen met hun jongen, een eenzame buizerd. Om vogels te zien hoef je niet omhoog te kijken. Juist niet.

We varen, nee, ik vaar de Oude Rijn op. Henk vertrouwt het blijkbaar, al kijkt hij voor we de hoek omgaan wel ingespannen of er niets groots en meeslepends aankomt dat ons onverhoeds midscheeps kan raken. Bij het binnenvaren van de stad beschaam ik het vertrouwen: de juiste doorgang onder de lage spoorbrug hoop ik te halen door het gas vol open te draaien, maar ik schrik van de dreigende aanvaring met verschillende imposante uit het water oprijzende gevaartes en draai het gas zo ver dicht dat de oude Johnson helemaal stilvalt. We drijven uit. Henk voorkomt met een peddel diverse aanvaringen. Voor straf moet ik Leiden binnen roeien, want in mijn pogingen om de motor opnieuw te starten heb ik hem totaal verzopen.

We eten een uitsmijter en bespreken de onzin die leven heet. Dan gaat het verder. De Johnson doet het weer, en Henk neemt het roer, dat lijkt ons beter. Leiden vanaf het water, door het Rapenburg, langs de sterrenwacht, en dan weer terug naar het brede water waar ik het veilig vind om weer het roer te nemen. Varen is mooi, vooral wanneer je het bijna nooit doet.

Het is een rustgevend perspectief: de wereld vanaf het water waargenomen.