zaterdag, oktober 31, 2009

Lissabon


Lissabon is terug. De film zat in een ongemerkt zwart dvd-hoesje dat tussen de vele schijfjes stond, ergens. Ik heb er minstens twee jaar naar gezocht.

Ik heb een stuk of tien films gemaakt. Daar zijn een paar aardige bij en een enkele goede. De beste film is De Filosoof, min of meer at random bij elkaar geschoten op Terschelling, met Jacob in de hoofdrol. Om de prijs voor de tweede plaats vechten Thuis, over mijn ouderlijk huis, en Lissabon, een wat buitenissige documentaire over de hoofdstad van Portugal. De laatste was spoorloos verdwenen.

Lissabon is terug. Ik heb het gemaakt en verkeerd is het niet.

Trots.

Lijntje


Een onthutsende bevinding noemt de Boekenbijlage het. Ja, dat kun je wel zeggen. Ik wist al dat ze massaal aan het hyperventileren waren, de mannen in de loopgraven van de Grote Oorlog. Gingen ze met hartklachten naar de dokter, maar die kon niet veel meer doen dan een zinloze diagnose stellen: een soldatenhart. Tegenwoordig zouden we het onder de h wegzetten. Misschien even zinloos.

Maar dat er op grote schaal cocaïne werd gebruikt, nee, dat wist ik niet. Het vecht natuurlijk wel lekkerder. Een minpuntje is wel dat, wanneer je zo gelukkig bent om de grote kladderadatsch te overleven, je thuiskomt met een dijk van een verslaving.

Een detail om trots op te zijn: het beste witte spul werd gefabriceerd in Amsterdam en vervolgens aan beide partijen verkocht.

Handelsgeest.

donderdag, oktober 29, 2009

Gedicht van de week XXX


Dit gedicht is gescheven in het Fries in 1935. De vertaling is van Jabik Veenbaas. De Ato, waarvan in de voorlaatste regel sprake is, was een door de spoorwegen opgezette busmaatschappij, de "Algemene transport onderneming", die onder andere een lijndienst onderhield van Alkmaar naar Leeuwarden. En dan kom je door Harlingen.


Te Harlingen

Goethe maakte een reis naar Italië en Rilke naar Rusland,
en als een ander mens kwamen zij terug.
Ik ben op mijn oude dag naar Harlingen geweest;
Een ander mens kon ik niet worden, maar ik heb hoog op de bolwerktuin gestaan -
Een jonge matroos zat op een bank en twee oude kapiteins kuierden het paadje af.
Diep zag ik neer op de schepen in de stadsgracht en de bomen van de buitensingel;
Ik rook de teerlucht en ook iets van de zee - en helemaal dezelfde ben ik niet gebleven.
Ik heb de Noorderhaven gezien en het Noordijs; wat was het wijd - en oud!
De platanen van de Voorstraat waren wat geknot, maar gaaf leken gelukkig de nieuwe.

Dit was de eerste stad die ik als jongen heb gekend;
Hier kwamen we door als we met Ypke naar Oosterbierum reden.
en bij Beitschat hielden we halt.
De rode leeuwen prijken nog bij de brug, maar Tjerk Hiddes staat als nieuwe stenen man aan de havenkant.
Tjerk Hiddes, Tromp, De Ruyter!
En waarom hebben ze de cijfers 16 honderd gezet op al die mooie pakhuizen?
De haven ligt licht en open maar op het havenplein hangen de zwarte kerels rond.
Als we teruggaan horen we de Ato over de straten razen.
Holland! de zee! de zee!

Obe Postma

woensdag, oktober 28, 2009

Parodontitis


De tandarts duwt een stuk plastic in mijn mond. Ik moet er op bijten. Dan houdt hij de cilinder met het fotoapparaat boven mijn gebit. Het ding zwabbert een beetje. De tandarts moet hem vasthouden, maar wil dat liever niet. Ik pak de buis en houdt hem op het gele ringetje. Ik weet hoe het moet. Het is de zesde foto.

De tandarts heeft een grote spuit, van metaal en glas. Aan het eind zit een oogje waar je een vinger door kunt doen. Ik mag dat niet, ik zit vast aan het andere eind, dat lang is en dun. Ik proef het meer dan dat ik het voel.

De tandarts meet de diepte van mijn zakjes. Een onafzienbare rij getallen rolt door de kamer. Ze worden opgeraapt door een jonge assistente die ze op de juiste plaats in het systeem brengt. Mijn gebit heeft vele cijfers. Eentje is er zelfs acht, maar de meeste zijn drie of vier.

De tandarts moppert op de apparatuur. Het is geen werken zo. De andere assistente, die aan een zuigslangetje vastzit, maakt hem aan het lachen. Ze zijn grappig. Terwijl het apparaat onder mijn tandvlees kruipt lig ik te schuddebuiken. De behandeling staat het ruimschoots toe.

De tandarts tuurt naar het beeldscherm. Ik vraag me af wat hij ziet. Hij loopt voor de stoel langs en struikelt over een afgedopte gasleiding die twee centimeter boven de vloer uit steekt. Ik schrik er van. Ik geef iedereen een hand. Morgen mag ik weer. Tot morgen. Tot morgen.

De tandarts heet Thomas.

dinsdag, oktober 27, 2009

Rascist? Ik?


De anti-polarisatie-kandidaat is president geworden. De polarisatie is heftiger dan ooit. Hij is helemaal geen Amerikaan, roept radikaal rechts. De president wil niet polariseren. Het brengt hem in problemen. Als iedereen radicaliseert is de intellectuele positie de zwakste. Jammer.

De president die niet zwart wil zijn is zo zwart als roet, al is het een halve witte. Dat is vervelend en goed. Kijk naar die koppies. Een soortgenoot is president.

Is het niet geweldig!

Oyster


In het licht van het gedoe rond de chipkaart voor het openbaar vervoer is het een wonder dat het in Londen gewoon goed geregeld is. We zijn er maar eens gaan kijken. Het blijkt ontroerend simpel: je koopt voor drie pond (refundable) een oysterkaart. Een stuk plastic van de bekende omvang. Je laadt het ding op, bij een automaat of bij de krantenboer, met zoveel ponden als je wilt. Vervolgens ga je reizen. In metro en trein scan je de kaart bij ingang en uitgang, in de bus alleen bij de ingang. Piep, zegt het ding, het lampje wordt groen en je mag reizen. Per rit rekent het systeem uit wat de goedkoopste kaartsoort is, daarmee rekening houdend met vorige ritten op die dag. Standaard krijg je een fikse korting op de ouderwetse kartonnen kaartjes.

Het gevolg is dat je volstrekt zorgeloos reist. Als je in Londen woont kan je het ding zo laten instellen dat hij bij een saldo onder de vijf pond automatisch een bepaald bedrag laat overschrijven van een opgegevan bankrekening. Dan reis je helemaal zonder ooit nog over kaartjes na te denken.

Sh ..., vergeten een strippenkaart te kopen.

maandag, oktober 26, 2009

Dag

Als je door een trein van de Nederlandse Spoorwegen wordt doodgereden krijg je een krans, voor op je uitvaart. Doodgereden worden door een trein is bijna altijd zelfgekozen. Vanmiddag kwam het nieuws.

Leerlingen, ook als ze maar een jaartje bleven, horen niet in de gemengde berichten. Ik herinner me van Eva vooral dat ze niet op haar plek was. Te oud en te jong tegelijk. Teveel vrouw, teveel meisje. Klein meisje. Aardig. Getroubleerd zou mijn schoonvader hebben gezegd.

Eva is er niet meer.
Het is godverdomme een schande.
God hebbe je ziel.

zondag, oktober 25, 2009

Rinus van den Bosch


Rinus van den Bosch was behalve een briljante tekenaar en een onderschatte schilder ook de vader van Nina. Gistermiddag bezochten we, Nina, Michiel, Marijn en ik, zijn tentoonstelling in het Boijmans. Dat is een precair gebeuren, kunstkijken met de dochter van de kunstenaar. Vind je het niks, dan kan je dat beleefdheidshalve eigenlijk niet laten blijken.

Neem een kladblok van de Hema, met van die bruinige blaadjes. Maak er snelle tekeningen op, soms niet meer dan een paar potloodstreepjes. Lijst er een paar honderd in, hang het aan de muur in een museum en voila: tentoonstelling. Dat had het kunnen zijn. Ironie. Maar dat is het niet.

De zwemmers hierboven is een combinatie van twee tendensen in de tekeningen van Rinus van den Bosch. Met minimale middelen figuratief tekenen en met nog minder verbluffend subtiel abstract tekenen. In Boijmans wordt duidelijk dat het een niet zonder het ander kan: er zijn geen goede abstracte werken van kunstenaars die het eigenlijk niet kunnen.

Rinus zat erop. Hij was er van. Hij is een artist artist en verdient veel veel meer.

zaterdag, oktober 24, 2009

The Reader

Er is heel veel heel goed aan The Reader. De productie is uiterst verzorgd, er wordt buitengewoon effectief verteld, er wordt onberispelijk geacteerd, de montage is zo goed dat het opvalt. Wat de film nalaat is om de emotie van het verhaal invoelbaar te maken. Knap gedaan, uit het oog, uit het hart.

Het was al een stuk beter geweest wanneer er gewoon Duits werd gesproken in plaats van een met een accent uitgesproken vorm van Engels. The Reader is de eerste film die beter zal worden door de Duitse nasynchronisatie. De film zou ook zonder meer beter worden wanneer de muziek er helemaal uit zou verdwijnen. Dat de emotie gestuurd en begeleid wordt door het constante smeermiddel van zwellende violen maakt haar tweederangs. Het verhaal heeft dat helemaal niet nodig.

Twee scènes vielen me op, omdat de film er even door het kordon van zijn wat gedistancieerde kwaliteit heenbreekt. Ten eerste de rechtzaak, waar Hannah, gespeeld door de onberispelijke Kate Winslet, terecht staat voor oorlogsmisdaden. Op een gegeven moment vraagt zij de rechter wat hij in haar situatie zou hebben gedaan.




In het boek, Der Vorleser van Bernhard Schlick, vraagt Hannah dat ook. Het bezegelt haar vonnis. De vraag is absurd. De rechter schudt alleen maar met zijn hoofd. Maar in de film raakt hij een beetje in verwarring, alsof hij de vraag zou moeten beantwoorden maar dat niet kan en zodoende Hannah minder schuldig maakt. Of beter: Kate Winslet minder schuldig maakt.




Wat we in de film zien is wanhoop. In het boek lezen we mislukking. Wanhoop is filmischer, ben ik bang.

Tegen het eind van de film volgt een moment van stilstand, van stilte. Ook hier houdt de film even op heel goed te zijn. Michael spreekt in New York met een vrouw die als klein meisje het kamp heeft overleefd. In het boek is het gesprek zakelijk, maar de film voegt iets belangrijks toe. De vrouw vraagt Michael wat hij eigenlijk probeert te vinden, of hij denkt dat er in de ervaring van het kamp iets te leren valt. Er valt niets te leren. Uit de kampen komt niets.




Het is een sleutelzin die alleen in de film voorkomt. Het medium shot van de vrouw waarin ze dit zegt wordt gevolgd door een close-up van Michael. Zo dichtbij zijn we nog niet geweest. Hij zegt niets. Dan volgt een vergelijkbare close-up van de vrouw, die recht in de camera kijkt en niets meer zegt.




Alles wat zo knap en vervelend is aan de film is hier verdwenen. In deze stilte van vier seconden is de film op zijn best. Wat kan een film zeggen over de kampen? Helemaal niets. Kijk maar.

vrijdag, oktober 23, 2009

Mijn programma voor u


Na de film, waarover morgen veel meer, gooien we de eerste dvd van de pas verworven Ischa-box in het apparaat. Wat een vertrouwd gezicht, wat een vertrouwde stem. Het is al bijna vijftien jaar geleden dat Ischa opeens doodbleef.

Ischa haalt het beste uit zijn gasten. Hij zeurt, dreint, zuigt, spot, en pest. Onverwacht stelt hij de juiste vraag. Was je eenzaam als kind? Houd je van je moeder? Waarom kruip je weg?

Ischa is niet ouder geworden. Hij is van gisteren, van vanochtend nog. Zijn gasten zijn piepjong. Kijk Gijs en Pierre, beginnend acteurs. Kijk Frank de Grave, met pilotenbril. Wat een broekjes. Ischa is geen dag te jong.

Ischa is precies even oud. En zo vertrouwd, zo echt, dat alles van vandaag lijkt.

Wie de goden liefhebben ....

donderdag, oktober 22, 2009

KLM


Heathrow Vier blijkt bovengronds een hypermoderne luchthaven. Afgelopen zaterdag doken we na de bagagehal onmiddellijk de ondergrondse in. Daar word je niet blij van, architectonisch gewijs. Maar vandaag bleek het vliegveld licht en luchtig.

Bij het digitaal inchecken probeerde ik een stoel met enige beenruimte te veroveren. Helaas, er zat in het systeem geen mogelijkheid tot verbetering. Dacht ik. Bij het boarden (ik weet het, het heet nou eenmaal zo) hield een meneer mijn boarding card (tja) onder een apparaat. Het apparaat zei: "piep". Er was iets aan de hand. "Step out of the line please sir", zei de meneer, gebarend naar een plaats waar ik kon wachten op wat komen zou. Ik hoop wel dat het ding bij mijn vrouw ook piept, zei ik in mijn beste Engels. De meneer hield Willemijns boarding card onder het ding. "Piep!"

Even later betraden we het toestel met nieuwe instapkaarten. Business seats. Upgraded. Een zalmtaartje, en glaasje wijn, u nog iets te drinken? De mooiste stewardess, tevens purser, helemaal voor onszelf. We vlogen wel hetzelfde traject als de non-valeurs achter het gordijn, wat natuurlijk een minpuntje is. Maar verder zijn we over de KLM nogal tevreden.

woensdag, oktober 21, 2009

Calvinist


Groot kopt de Times vanochtend het kerkhistorisch nieuws. De paus stelt de katholieke kerk open voor Anglicanen. Priesters moeten wel even een herexamen doen, maar mogen best wat typische gewoontes blijven koesteen. Traditionele anglicanen, die tegen de vrouw in het ambt zijn, zijn opgetogen, maar de elite zit in zak en as. Ik ben voor de paus. Dat zit zo:

Vanmiddag liepen we naar St. Pauls. Even naar binnen om de sfeer te proeven. Bij de ingang staat een bord met prijzen. De entree voor volwassenen bedraagt elf pond en vijftig pennies. Wat? Dat is voor ons tweeën drieëntwintig pond, dat is meer dan vijfentwintig euro, dat is, in die dingen kan je niet ouderwets genoeg zijn, tegen de zestig gulden! Zijn ze nou helemaal van God los?

Ja, ze zijn helemaal van God los. Heb ik ooit iets hoeven te betalen, daar in Rome, voor wat voor kerk ook? Ik bedoel maar. Het wordt tijd dat er iemand zijn riem uit zijn broek trekt en die geldwolven de tempel uit mept. Voor straf gingen we naar onze eigen tempel, die ook gratis is. Helaas, het Tate Modern had de Rothko's uitgeleend. Rothko lenen? Kost wat, maar dan heb je ook wat.

Hufters.

dinsdag, oktober 20, 2009

Anish Kapoor


Er staat een kanon dat cilinders rode was een belendende zaal inschiet. Elke twintig minuten komt een in zwarte overal gehulde priester het kanon laden, richten en afschieten. Zijn bewegingen zijn ritueel, zijn gezicht staat op plechtig, en hij neemt zijn publiek beet door van de gedragen bewegingen van het laden opeens over te gaan op schieten. Er klinkt een harde doffe knal en dan vliegt er een tiental kilo's smurrie door de lucht, de andere kamer in. Klets! Daar druipt het vervolgens langzaam van de muur.

Het grootste en meest indrukwekkende werk van Anish Kapoor neemt vijf zalen van de Royal Academy in beslag. Zodanig zelfs dat twee ervan volstrekt ontoegankelijk worden. Een enorm blok rode was, dertig ton zwaar, acht meter lang, vier en een halve meter hoog, ruim twee meter breed, regeert de ruimte. Het schuift langzaam door de zalen heen en weer. Zo langzaam dat je het nauwelijks ziet bewegen.

Maar de ruimte beheerst ook het enorme blok was. Het moet zich door de deurkozijnen tussen de kamers wringen en neemt hun vorm aan, afgeschraapte resten achterlatend op wanden en vloeren.

Niemand vraagt wat het betekent. De vraag was nog nooit zo overbodig, hoeveel je er ook over zou kunnen zeggen. Mensen in een museum die breeduit lachen, zich verbazen, elkaar aanspreken. Moderne kunst. Het is niet te vatten zo mooi. Anish Kapoor.

Roodborstje?


Gisteravond laat werd er op het raam getikt. We slapen in de voorkamer van het souterrain, beneden aan de straat. Even later werd er boven gebeld, waar niemand woont. Minuten later opnieuw getik op het raam. Als het bekenden zijn bellen ze op, of bellen ze aan. Op het raam tikken, sorry, maar daar kunnen we niets mee. Ik deed de luiken voor de ramen. Nog één keer werd er getikt. We vielen in slaap.

Maar geen dromeloze slaap. Ik ging te laat naar het stadion. Ik had de revolver in mijn linkerbroekzak. De wedstrijd was eigenlijk al voorbij. Om de hoek was een kraampje open waar een mevrouw aan het opruimen was. Ik maakte haar dood, ik weet niet meer hoe, maar schieten deed ik natuurlijk niet. Ik voegde me bij het gezelschap, maar wilde eigenlijk snel weg om de revolver weg te gooien. Had ik vingerafdrukken nagelaten? Was mijn daad te zien op bewakingscamera's? Maar vooral schaamde ik me voor het feit dat ik een moordenaar bleek te zijn.

Toen ik, midden in de nacht nog, wakker werd kostte het me een paar seconden voordat ik opgetogen concludeerde dat ik niemand had omgebracht. Vanochtend, toen ik opnieuw wakker werd, herhaalde die morele wederopstanding zich vliegensvlug. Ik trok een broek aan en het shirt van gisteren en wilde op pad om de krant te halen. Bij de voordeur herinnerde ik me opeens het getik van gisteravond. Voorzichtig deed ik de deur open. Er was geen spoor van nachtelijk bezoek meer over.

maandag, oktober 19, 2009

Repertoire


Bij Foyles doet de pinpas het niet. Het meisje wil de boeken best even vasthouden terwijl ik geld uit de muur ga trekken. Ik moet er voor naar Oxford Street, waar het druk is. De straathoek ligt volledig op de schop, zodat je als wandelaar door een lange houten tunnel moet lopen. Midden in de tunnel staat een vijftal mannen muziek te maken. Een gitaar, nog een gitaar, een viool, een trommel, en een klarinet. De mannen spelen zo hard als ze kunnen. Ze lachen er zo stout bij dat ik weet dat ze het expres doen, zo hard spelen in de nauwe tunnel dat het een beetje zeer doet.

Gedoe met pinpassen brengt me uiteindelijk twee keer heen en weer door de tunnel. Vier keer passeer ik de blijmoedige muziekanten. De laatste keer dat ik langs de mannen loop valt het me opeens op: ze kennen maar één nummer.

zondag, oktober 18, 2009

Uitgelezen lichaam


Bij gebrek aan lijken en vanwege hun beperkte houdbaarheid werden in de negentiende eeuw bij anatomische lessen vaak wassenbeelden gebruikt. De Wellcome Collection aan Euston Street toont er diverse, van klein tot levensgroot, van gezond tot gruwelijk door ziektes aangetast. Het is een fascinerend kabinet, een blik achter de schermen van het fragiele lijf. Er is een wassen vrouw die wel van mamer lijkt in haar serene pose. Er is er ook één levensgroot, compleet met de grauwsluier van het dode vel. Alle vrouwen zijn zwanger en lljken in meer of mindere mate op de madonna. Een man is op hoogte van het hart doormidden gesneden en voorover gekanteld zodat we goed tegen de zaagsnede door zijn torso aan kunnen kijken. Als saillant detail zijn op dezelfde hoogte ook zijn armen doorgesneden. Bot tussen vlees onder vel.

Het is geen memento mori. Daar zijn de surrogaatlijken vreemd genoeg niet morbide genoeg voor. Het is wel buitengewoon fascinerend. Het is iets uit een tijd die voorgoed voorbij is maar toch heel dichtbij. Het is het hedendaagse equivalent van de freakshow waar we te beschaafd voor zijn geworden.

Zondagmorgen



Het is heel stil in huis als ik wakker word. De klok zegt half acht, dus is het in mijn lijf al half negen. Ik wil er uit, letterlijk. De straten van Dalston zijn verlaten. Een grijze eekhoorn steekt ijlings de straat over en verbergt zich in het struweel rond een grote bakstenen kerk. Morning Service om half elf. Londen slaapt uit.

In Ridley Road zijn de voorbereidingen voor de zondagsmarkt nog nauwelijks begonnen. Een enkele slager schrobt zijn stoep. Een oudere man van Caribische afkomst voert duiven. Breed grijnzend gooit hij het voer hoog de lucht in. Ik gebaar naar mijn camera, mag het? Hij knikt opgetogen en maakt zijn gebaren nog groter.

In Kingsland High Street is een Newsagent open. Ik koop de Observer, de Guardian op zondag. Van het dikke pak ga ik minder dan drie procent echt lezen. Thuisgekomen, waar alles nog in diepe rust is, zet ik thee en pak eerst de krant van gisteren. Geert Wilders heeft een kwart van pagina tien, inclusief grote foto, maar verder ontbreekt het vaderland volledig. Dirk wie zegt u?

zaterdag, oktober 17, 2009

Budgetvlucht


Eergisteren belde een mevrouw namens de KLM. Onze vlucht van zaterdag naar Londen zit vol. Of we twee uur later willen reizen? Als compensatie voor het leed dat de KLM ons aandoet krijgen we per persoon een bedrag van tweehonderddertig euri schoon in het handje, bij de balie. Of ik dat een goed plan vind? Nou, eens even denken, eehhh, nou vooruit, als ik u daar een plezier mee kan doen, dan moet het maar.

Wij vliegen vanmiddag naar Londen en later in de week weer terug en krijgen voor die prestatie van de KLM allebei veertig euro. Wie voelt zich nu bekocht? Niemand. Op onze stoel in dat eerste vliegtuig zit een rijke stinkerd gelukkig te zijn omdat hij deze vlucht heeft kunnen boeken, de KLM is blij dat ze die man een heel duur kaartje hebben kunnen verkopen, en wij zijn ook redelijk tevreden.

vrijdag, oktober 16, 2009

Ladri di biciclette


De fiets is belangrijk. Antonio zet hem tegen de muur en loopt het huis in. Hij aarzelt, draait zich om, loopt terug. Buiten staan jongens. Willen jullie even op mijn fiets letten? Ja hoor. We zien hoe Antonio opnieuw het huis inloopt. De camera rijdt achter hem aan zodat de fiets heel langzaam uit beeld verdwijnt. Weg fiets?

Eerder in de film vertelt Antonio zijn vrouw wat er is gebeurd. Hij kan niet stilstaan van bezorgdheid. Zijn vrouw pakt de twee zware emmers water en loopt achter hem aan. Pas wanneer ze bijna thuis zijn merkt Antonio hoe weinig galant hij is. Nu draagt hij behalve zijn zorgen ook nog een zware emmer.

Aan het eind van de film kijkt Antonio niet meer om. Hij loopt maar en loopt maar. Achter hem wordt zijn zoontje Bruno tot twee keer toe bijna overreden. Antonio ziet het niet. Het is te druk in zijn hoofd. Hij denkt het ondenkbare.

En dan gebeurt het.

Sacha Bulthuis


Er is post van Theater De Appel. Ik rits het open in de verwachting een brief over het overlijden van Sacha Bulthuis aan te treffen. Nee, het is een aankondiging van de solovoorstelling van Bob Schwarze. Ik kom Bob, voorheen Sorghvlietvader, nog wel eens tegen bij Appie. Zaterdag vertelde hij met kenmerkende ironie dat het een hele lichtvoetige tekst is, dat nieuwe stuk naar Dostojevski.

Zou De Appel haar vrienden nog berichten dat Sacha er niet meer is? We zagen haar meermalen. vooral in de legendarische productie Tantalus. Op het toneel was ze een oude vrouw. Na de voorstelling in haar gewone kloffie bleek ze veel jonger.

Niet oud. Jong. Veel te jong.

donderdag, oktober 15, 2009

Happy insect

Pauw en Witteman

En alweer gaat het over de bank van de man uit Grijpskerk. U leest het goed. Grijpskerk.

Alweer zit het personeel bij Pauw en Witteman. De mevrouw van de ondernemingsraad mag aan de grote tafel. Net als gisteren heeft ze niets te melden. Voorzitter van de OR word je in Wognum niet als je kritische geluiden laat horen.

Wat fijn dat de Vara nog steeds opkomt voor de kleine man met zijn museum en zijn voetbalclub.

dinsdag, oktober 13, 2009

Rollatortje


Gisteren liet de Volkskrant in veelkleurendruk twee prachtige afbeeldingen zien uit het 15-de eeuwse getijdenboek van Katharina van Kleef. Op één van de afbeelding zien we de Heilige Familie. Maria en Jezus dragen hun aureool, Jozef, in de late middeleeuwen nog vooral een iconografische representant van het Jodendom, moet het zonder doen. Het perspectief is krakkemikkig en op de tegelvloer ontbreekt het volledig. Wat waarschijnlijk uniek is in deze afbeelding is Jezus' looprekje met wieltjes. Ook de kleine Jezus heeft moeten leren lopen. Ik zou heel graag weten of er uit zijn mond ook een vroom tekstje komt, maar het woordlint is onleesbaar en dat niet alleen omdat het Latijn is.

Ik moest onwillekeurig even denken aan de kleine Oskar uit Die Blechtrommel, die een gebeeldhouwd Jezuskindje zijn trommel om de hals hangt, de stokken in de houten handen zet en zegt: "trommel dan, je kunt toch alles!"

Nee, eerst leren lopen.

maandag, oktober 12, 2009

Moordend


Mijn overbuurman is een fietser. Hij snelde me vanavond voorbij, over zijn schouder groetend. Later vertelde hij dat hij begin november iets gruwelijks gaat doen. Fietsen van Hoek van Holland naar Den Helder. Ik zie duinweggetjes, het gaat wat op en neer, maar gruwelijk, nou nee. Jawel hoor. De tocht gaat over het strand. Inderdaad, gruwelijk.

Ik had de buurman overigens pas bij zijn voordeur te pakken, terwijl hij zijn sleutels zocht. In de Laan van Eik en Duinen stoof hij voorbij. Dat liet ik niet zomaar gebeuren. Tandje erbij en op de pedalen. Wat zullen we nou krijgen! Toen ik hijgend in de Pippelingstraat was gearriveerd vertelde ik hem dat ik serieus had geprobeerd om zijn moordend tempo bij te houden. Ik wist wat hij ging zeggen. Hij zei: "Wees maar blij dat het geen moordend tempo was."

Hopper


Ze zijn kleiner dan ik dacht en allemaal even groot. Het zijn er acht, twee aan twee opgehangen in de centrale ruimte van de Kunsthal. Hopper in Europa, kom er maar eens om.

De oudste twee zijn enigszins brave impressionistische doeken van een haven, een stukje dorp. Het zelfportret en de voyeuristische blik op de damesrug kaderen zowel in als uit. Er is ruimte in het schilderij, daar waar wij het niet kunnen zien.

Er is een vreemde enigszins kitscherige avondlucht. En dan blijven er drie kenmerkende Hoppers over. De dame in de deuropening, met de rode jurk, wat doet die dame daar?

Van de twee huizen, half in beeld, met een vermoeden van landschap er omheen, mochten we er eentje meenemen, We kozen dezelfde, zoals altijd. Die hangt hier nu aan de muur, tegenover de boeken.

Nee, niet echt.

zondag, oktober 11, 2009

Doet lijden


Aanvankelijk was ik van plan om een blogje te schrijven over het prachtige nieuws over de oratie in Nijmegen. Theologie in het nieuws: God schiep niet, Hij scheidde. Maar wat moet ik er na de column van Bert Wagendorp in de Volkskrant van zaterdag jl. nog aan toevoegen?

Bert begint diep geschokt: de eerste zin van de Bijbel, de beroemste openingszin ooit, er klopt helemaal niets van, het staat er niet! Je zult maar een lettergelovige zijn. De kersverse hoogleraar lijkt het ook, een lettergelovige. Nu moet alles overnieuw!

Dan komt Wagendorp met zijn prachtige pointe: is wie scheiding aanbrengt tussen hemel en aarde, tussen ideaal en werkelijkheid, niet veel creatiever dan wie als uit een hoge hoed de boel bij elkaar tovert?

Goed gezien van God, dat scheiden. Wij moeten nu afwachten wat het vervolgonderzoek van Ellen van Wolde oplevert. Als je meteen in de eerste zin al zo’n knol van een vertaalfout aantreft, houd ik mijn hart vast voor de rest van de Bijbel.

God mag wel oppassen, want voor je het weet, is Hij nog veel meer kwaliteiten kwijt en blijkt hij helemaal geen Vader en evenmin Almachtig. Straks is God nog een vrouw met een kokerrokje.

Er staat in elk geval niet wat er staat, dat is duidelijk, en God gaat aan vertaling ten onder.


Zo mooi had ik het niet kunnen samenvatten. God gaat aan vertaling ten onder.

zaterdag, oktober 10, 2009

Geïntensiveerd

Gistermiddag gooide Gert zomaar een prachtige definitie van kunst op tafel:

Kunst is het scheppen van een nieuwe, een geïntensiveerde werkelijkheid, die ons overtuigt en ontroert, en die blijvende waarde bezit.

Uit zijn blote hoofd en bijna letterlijk. Gert liet alleen het woord overtuigt weg. Hij heeft gelijk, de ontroering is veel belangrijker. De definitie is in deze vorm van Lodewick, uit zijn tot in de eeuwigheid herdrukte boek over literatuur, dat voor het eerst verscheen in 1955. Het is een veel mooiere omschrijving dan de bijna lege blik op kunst die zegt dat kunst datgene is dat door een museumdirecteur wordt tentoongesteld.

De discussie ging over mooi. Ik roep te pas en vooral te onpas dat mooi een objectieve eigenschap van dingen is. Sinds het mooie boek van Mary Mothersill, Beauty restored, mag dat weer. Vroeger mocht het ook. Voordat de Engelsen bedachten dat mooi iets kleins is in dezelfde categorie als pittoresk en subliem, was schoonheid gewoon een eigenschap van dingen. Ja, zelfs van alle dingen.

Toen in de late jaren tachtig in het Drentse dorp Vries werd geëxposeerd door allerlei kunstenaars uit de gemeente, veelal realisten, schreef het Nieuwsblad van het Noorden dat de kunst in Vries geen goede kunst was omdat het voldeed aan de norm. Goede kunst voldoet niet aan de norm. De krant viel in zijn eigen zwaard: de kunst voldeed niet aan de norm van de recensent en was dus volgens zijn eigen definitie goede kunst.

Er zijn in de esthetica geen regels die noodzakelijk en voldoende zijn. Je kunt je strikt aan de regels houden en verschrikkelijke kitsch produceren. Je kunt ook zondigen tegen de regels en hele goede kunst maken.

Alles is mooi. De vorige zin is waar. Heb ik nu iets gezegd?

vrijdag, oktober 09, 2009

The Third Man


In het midden zakt de film een beetje in. We hebben dan het begin van een aardig plot gehad, wat staaltjes onderkoelde Engelse humor, en de introductie van een zestal interessante personages. Maar het verhaal gaat een beetje slepen. Totdat Orson Welles in beeld verschijnt.

Heel mooi aan de beroemde onthulling van de springlevende Harry Lime (die in het begin van de film begraven leek) is dat het niet helemaal onverwachts komt. Er is iets met een klein katje dat alleen aan Harry kopjes geeft, er deugt iets niet aan dat ongeluk waar Lime bij omkwam, en dan gaat in het aardedonker van de Weense puinhopen opeens het licht aan.

Orson Welles! We waren al vergeten dat hij meespeelt. Lime leeft. We are in business!

donderdag, oktober 08, 2009

Gedicht van de week XXIX

Testament

Ik heb een oude ster ontmoet
die valt wanneer ik sterven ga.
Soms, als ik naar de hemel staar,
knikken we even naar elkaar.

Ik heb een afspraak met een boom
dat hij zich over mij ontfermt
en witte bloesems bloeien laat
wanneer ik in zijn wortels slaap.

Ik heb een zwarte kaars gekocht
die dooft als ik mijn ogen sluit
en fluister in het verste duister
'samen thuis en samen uit.'

Ingmar Heytze

woensdag, oktober 07, 2009

Herfst


Onder het afdak staat mijn fiets. Een man en een vrouw staan er bijna tegenaan, ook onder het afdak. De man roept zijn dochter: "Niet in de regen gaan staan." Ik wijs naar mijn fiets en glimlach beleefd: mag ik er bij? De man en de vrouw doen een stapje opzij. Het meisje staat nu achter mijn fiets en zegt tegen zichzelf: "schuilen, voor de regen."

Terwijl ik mijn twee tassen met boodschappen in de fietstassen doe vertelt de man dat hij nu op een andere afdeling werkt. De vrouw zegt dat ze bij x gaat eten vanavond. Doe hem de groeten, zegt de man, weet je nog wie ik ben. Nee, zegt de vrouw.

Als ik met mijn fiets aan de hand wegwandel zie ik het meisje staan, tegen een lantaarnpaal, het lichaam strak en hoog gespannen, een grijns op het gezicht. Ze kijkt vergenoegd hoe het water van haar roze jas op haar schoenen druipt.

Het regent.

dinsdag, oktober 06, 2009

Papapapa-papapa-papapapapapa


Nostalgie doet het altijd goed. Albert Heijn komt met een retropuzzel, of beter, een puzzle, en ik spaar me suf. Beter nog: er is een Hyundai reclame met muziek van de Swingle Singers.

De Swingle Singers! Bach verpakt in padapadapa. In de Hyundai-reclame is het Burt Bacharach die wordt teruggebracht tot harmonische syllaben. Uit de film Butch Cassidy and the Sundance Kid. Wat mooi, wat oud. Wat lekker van toen, van vroeger, van Zündapp en Puch, van Brillcream, van net voor mijn tijd. Oudere broers en een zus, dan krijg je dat. Eigenlijk ben ik ook van de jaren vijfig. Op dertig dagen na.

dabadadada dabada .. papapapa pa pa pa

maandag, oktober 05, 2009

Jeltje


Voor de vakantie schreef ik al een brief aan de partij waarin ik mijn lidmaatschap opzeg. Het is een lekkere brief, die gaat over één groot ongenoegen van zeer lokale aard:

Al enige tijd heb ik mijn twijfels over de koers en vooral de effectiviteit van mijn partij. Nu, bij het aanschouwen van het volstrekt megalomane plan om een groot deel van het Haagse Zuiderstrand te veranderen in een buitenhaven bestemd voor cruiseschepen, breekt mijn klomp.

Het Zuiderstrand en het Westduinpark vormen een oase in de stad. Uniek in Europa, misschien in de wereld. Dat de wethouder op wie ik ooit mijn stem heb uitgebracht op het krankzinnige idee komt om het voor een belangrijk deel op te offeren aan de idee dat bejaarde rijkaards liever vanuit Den Haag dan vanuit de nabijgelegen steden Rotterdam of Amsterdam de zee bedwingen is niet alleen hersenkrakend maar ook diep schokkend.

Het consortium rekent zich rijk en de wethouders van de PvdA lopen er koortsig achteraan, met opzichtig gebrek aan respect voor de Gemeenteraad en gewone burgers. De fractie van de PvdA in de Haagse raad ziet het aan.

Grootheidswaan mondt uiteindelijk altijd uit in een ruime overschrijding van de voorziene overschrijding en in een sterk tegenvallende opbrengst. In Den Haag zal het niet anders zijn. Als het Zuiderstrand voorgoed is vernield volgt de financiële strop. Het gelag is voor de mensen in Duindorp en voor alle andere Scheveningers, Hagenaars en Hagenezen.

Ik zal bij de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen stemmen op een partij die nu al duidelijk aangeeft deze schertsvertoning af te wijzen.

Hierbij zeg ik mijn lidmaatschap van de PvdA met onmiddellijke ingang op.


Ik heb de brief nog niet verstuurd. Het is toch zoiets als van je geloof vallen, dat breken met de partij. Nu wordt Jeltje misschien lijsttrekker in Den Haag. Ik wacht nog even af. Maar dan moet ze wel met een karakteristieke zwaai dat onzinnige plan van tafel vegen.

zondag, oktober 04, 2009

Place du Tertre


De atlas waarover ik eerder schreef ligt achterin de rode bus. Jaap en ik tillen het ding naar huis. Ik had gelijk, deze zomer in Helmsley: dit wil de KLM niet zonder meer vervoeren.

Mijn broer en schoonzus hebben er terdege in zitten bladeren. Of ik gezien heb dat er in de atlas dingen zitten verstopt? Inderdaad, in één van de stofomslagen zit een snel geschetste tekening op donkergrijs papier. De afbeelding toont een jonge man die lijkt weggelopen uit een Biggles boek. Zet hem een helm op en het is de baas zelf, of de Right Honourable Algernon Lacey.

In één van de andere delen van de atlas staat een aantekening in pen: mrs. Ann Stone, Truro, Nova Scotia, Canada. De eerste eigenaar? Waarschijnlijk wel. Op de tekening van Biggles staat een handtekening, een datum en dan nog iets. Willemijn herkent in het laatste het woord Paris. Maar natuurlijk, als je het weet staat er duidelijk Parijs. Place du Tertre kunnen we er zelf wel bijdenken. Dit is een toeristenportret, in twee minuten bij elkaar geveegd op goedkoop papier. Montmartre. Parijs in 1968! Biggles was er bij hoor!!

Op internet vind ik in het telefoonboek acht mensen in Truro die Stone heten. Ik ga ze allemaal een brief schrijven met het nieuws over mijn vondst. Op zoek naar Biggles. Of Algy.

vrijdag, oktober 02, 2009

Even onder ons, aka: hekje.

Wat maakt een grap een goede grap? Als ik drie keer in willekeurige richting mag schieten zou ik zeggen:

1. Dat sommige mensen dankzij de grap in grote woede ontsteken. Neem bijvoorbeeld de grap over Sam en Moos die aan weerszijden van de gracht lopen. Sam kijkt naar de overkant en denkt: "Dat lijkt Moos wel" Moos loopt aan de overkant en denkt: "Dat lijkt Sam wel." Ze komen bij een brug over de gracht en denken allebei: "Eens kijken of hij het echt is." En wat denk je? Ze zijn het geen van beide. Ik heb mensen gezien bij wie na het aanhoren van deze zeer geslaagde grap letterlijk rook uit de oren kwam van woede.

2. Dat de grap alleen leuk is voor mensen met een nauwkeurig te omschrijven 'mindset'. Bijvoorbeeld: Naar eerst nu bekend is geworden hebben Engelse wiskundigen vorige week tussen de getallen 26 en 27 een tot nog toe onbekend geheel getal gevonden. Ze hebben geen idee wat het daar doet en wat voor eigenschappen het heeft, behalve dat het getal deelbaar is door zes, maar dat slechts één keer. Je hoeft geen wiskundige te zijn om deze grap zeer op prijs te stellen. Een wat verwrongen geest volstaat.

3. De familiegrap. In reactie op mijn aanstellerige blogje over de tandarts zegt mijn neef Niels: "Fank, doe die bek eens open." Deze reactie is voor wie hem begrijpt buitengewoon ad rem en heel heel erg grappig. Maar zoals Niels' vader, mijn broer Jaap, opmerkt: "er zijn maar acht mensen die de grap kunnen begrijpen. Jammer voor jullie.

Natuurlijk is de laatste grap, die van Niels, de beste. Al was het maar omdat je hem niet uit kunt leggen zonder hem kapot te maken.Waarom Fank in plaats van Frank? Tja ......