woensdag, juni 23, 2010

negenenvijftig negenenvijftig


Ooit bedacht ik de onophoudelijke tenniswedstrijd. De spelers werden zo moe dat ze de bal niet meer over het net konden tillen. Elke service werd gebroken. De cijfers rolden van het scorebord totdat de duisternis een eind maakte aan de partij.

De werkelijkheid blijkt diametraal anders: op Wimbledon brachten de verder volstrekt onbeduidende spelers Mahut en Isner het tot wereldroem door elke servicebeurt te winnen. Bijna zeven duurde de vijfde set, waarin de stand opliep tot 59 - 59. Duurde? Duurt!

Opnieuw werd er onderbroken vanwege de invallende duisternis. Nu zitten beide spelers slapeloos en dodelijk vermoeid op hun hotelkamer. Morgen gaat de wedstrijd verder. Tijdens de partij kwam het sluipende vermoeden dat ze in een heel aparte kring van de onderwereld waren beland steeds dichterbij. Nu weten ze helemaal niet meer hoe ze het hebben. Is deze tijdloze cocon misschien niets anders dan een droom, verstuurd door een perfide tennisgod?

Vannacht dromen ze glimlachend van een tiebreak. Morgen worden ze wakker. Een moment wanen ze zich veilig. Dan daagt het gruweljke weten: "Final set, 59 - 59, mister Isner to serve."