donderdag, oktober 28, 2010

Gekwetter

De tram stopt, de deuren gaan open, en een vrolijk hoog gekwetter dringt de coupé binnen, onmiddellijk gevolgd door een stoet kleine zwarte mannetjes en een enkel lachend zwart meisje. De enige blanke is de meester. De kinderen vullen de open plekken die voor grote mensen te klein zijn. Er staan er twee naast mijn stoel. Ze zijn blij. Ze gaan naar de muziek.

Sommige volwassenen worden wat kriegel van het gewriemel, maar per saldo neemt het humeur in de tram zienderogen toe. De meester is een bebaarde zestiger. Sandalen denk ik. Met kalme liefdevolle aanwijzingen houdt hij twintig woelwatertjes in een vanzelfsprekend bedwang. In de bochten bij het ziekenhuis klampen de kinderen zich letterlijk aan hem vast. Grijp me maar ergens beet, zegt de meester.

Op Spui stapt alles uit. Grote mensen, kleine mensen. De groten spoeden zich naar belangwekkende bezigheden. De kleinen hebben een meester die ze bij de hand neemt. Het is goed zo.