zaterdag, januari 08, 2011

Zaanse


Het is niet normaal, laat ik het maar ruiterlijk toegeven. Sinds mijn jeugd heb ik last van tegennatuurlijke neigingen van orale aard. Mayonaise en pindakaas. Het is de schuld van mijn moeder. Vooral de mayonaise.

Mayonaise zit sinds mensenheugenis in een gele tube uit de Zaanstreek. Vroeger mocht ik het, zoals eerder al onthuld, op brood. Ik nam dan zo'n kleffe tarvo boterham, die bij ons thuis onder het mom van gezondheid het witbrood verving, smeerde er margarine op, en kneep er een halve tube mayonaise op leeg.

Tegenwoordig eten we volkoren. Dat vinden we lekker. Maar zo af en toe lurk ik stiekem aan een tube die in de koelkastdeur ligt. Niet de tube, een tube. Het zijn er minstens twee. Stel je de dolle paniek voor wanneer de mayonaise op is. Dat nooit.

Wat zei Gandhi ook alweer? Het eten van mayonaise is een perversiteit: vies en verrukkelijk. Nee, dat was pindakaas. Ook goed.