woensdag, maart 30, 2011

Gepakt


Honderdvijfenzestig gepakte koffers, verdeeld over honderdvijfenzestig woonkamers, slaapkamers, vestibules, verdeeld over drie autobussen, drie luchthavens, drie vliegtuigen, drie stadia van de nacht, en uiteindelijk onverdeeld in die ene open stad. We gaan naar Rome. In drie hotels, dat dan weer wel. Honderdvijfenzestig individuen en één school. Sorghvliet.

dinsdag, maart 29, 2011

Navelstaren


Nee, wanneer je gaat navelstaren is de lol er definitief af. Ik moet het niet over mijn blog hebben, al gaat het me wel en ook heel erg niet aan het hart. Wat? Dat ik geen enkele behoefte meer lijk te hebben om jullie met woorden op dit digitale ding te vermaken.

Afgelopen week waren we met de zesde klassers in Heemskerk, in een als kasteel vermomde jeugdherberg, op een symposium over de nieuwe sociale media. Ik mocht er spreken over filmtheorie en werd in het programma aangekondigd als iemand die tussen twee krentenbollen door zijn blogjes uit de mouw laat rollen. Om met Peter Sellers te spreken: "not any meuuuuur."

Nee, niet navelstaren. We gaan naar Rome, overmorgen, bijna morgen. In Rome zal ik vanuit het hotel met de eenzame kakkerlak en de spoken in kamer zoveel mijn laatste blogjes afvuren.

En dan zwijgen we er verder over.

Sic transit ... nee, niet navelstaren!

woensdag, maart 23, 2011

Dit, dit

dit, dit

De kat jankte zacht buiten, pootjes in de kou en pootjes
tegen het raam. De gordijnen die je openschoof, ze
waren koel in je handen, toen ze weer dichtgevallen waren
bewogen ze nog even na. In de waas van warmte dacht ik even:

nu zijn we zo dichtbij dat je alles weet. Wat is dat, is dat nu
eeuwigheid en liefde en eenzaamheid, wat een vraag. Is dat
winter, een mooi woord, een woord om tegenaan
te kruipen als het sneeuwt. En is dat je hand. Nu, hier?

Nee, nee, dat is het niet. We hebben de kat binnengelaten,
de lichten uitgedaan. We hebben gesmoord gelachen in ons
kussen en het bleef geheim, geen woord is dichterbij dan dat.

Suzanne van Geuns

dinsdag, maart 22, 2011

Vijftienhonderd vol

Suzanne vroeg me of ze mijn immense lezersschare mag lenen. Natuurlijk mag dat. De komende dagen daarom enkele zeer recente gedichten van haar hand. Voor de schare. Ik neem aan dat die aan het slinken is. Dit webblog is stervende.


kan dat

Een lege, onontgonnen wereld en dwalen, misstappen en op rotsblokken
roepen dat het geweldig gaat, geweldig. Alleen in bed met het plafond, dan
schouderophalend dansen: ik wil je missen voor ik je ontmoet.

Waarom niet later, we vloeken haast, waarom niet nog even gewacht
tot we wat ouder zijn, wat minder wankel allemaal.
Als ik loop door mijn woestijn ben jij er niet, bijna niet, jij bent het stipje waar ik
heenloop en vandaan zwoeg.


Suzanne van Geuns

donderdag, maart 10, 2011

Globe


Het is zover. Al jaren werp ik steelse blikken op de prachtige schoolglobe in lokaal 21. Ik wil ik wil ik wil. Maar ja, het plotselinge verlies van de schoolglobe zou iets teveel opvallen, en aangezien ik al vaak tegen collega Dick de V. heb gezegd dat bij vermissing van het ding misschien eerst maar eens bij mij thuis gezocht moet worden, is verduistering geen optie.

Daarom betrad ik vanavond met zekere tred de onvolprezen reiswinkel Stanley & Livingstone in hartje Den Haag. Als man met een missie. Ik ga een globe kopen. Harry, de vriendelijke en licht ironische verkoper, heeft een sales pitch die hem geld kost: hij noemt de goedkoopste van de twee mooiste opties een Kennedy-globe. Ik ben meteen verkocht. Omdat ik geld uitspaar koop ik er een prachtige dure Atlas of remote islands bij.

Als beloning mag ik mee naar de overkant, waar op de tweede verdieping een eldorado vol globes blijkt te bestaan. Terwijl Harry de juiste doos bij mijn aankoop zoekt, draai ik verlekkerd aan de grootste globe uit de magnifieke collectie. Het ding kost meer dan duizend euri en ik ben blij dat er in huis nergens plaats voor is. Men zou maar in de verleiding komen.

Meer dan tevreden met mijn kleinere maar nog steeds omvangrijke aankoop keer ik terug naar huis. Al een jaar of vijfentwintig, dertig verlang ik naar een globe. Het is zover.

woensdag, maart 09, 2011

DWDD


Een kwartier voor de uitzending begint Matthijs van Nieuwkerk het publiek uitbundig te bedanken. Wat geweldig dat we er zijn. De presentator is off camera net zo enthousiast als wanneer het rode lampje brandt. Hoe doe je dat, vraagt een mevrouw uit het publiek. Dat moet, zegt van Nieuwkerk, u wilt toch geen chagrijnige presentator?

In de studio zie je wat op tv zorgvuldig buiten beeld wordt gehouden: vijf camera's bewegen koortachtig door de kleine ruimte zonder elkaar in beeld te nemen. Assistentes rennen op strategische momenten met steeds weer nieuwe glaasjes water. De vloerregisseur geeft nauwkeurig met aftellende vingers aan wanneer een video-item stopt, zodat van Nieuwkerk er naadloos op kan aansluiten. Het geheel is een geoliede machine, zo professioneel dat het nauwelijks meer opvalt dat het aan het draaien is.

Na afloop vraag ik Nico Dijkshoorn om een handgeschreven Klaas. Hij raapt een papiertje met autocue-tekst op van de studiovloer, zegt dat het schrijven altijd een plezier is, en pent in slordig handschrift een nieuwe Klaas op de lege achterkant:

Klaas kon kleine knaagdieren nadoen. Wij kijken. Was eng. Duurde 2 seconden en dan kroop er een beverrat door je huis. Je zag geen verschil. Uniek in die tijd.

dinsdag, maart 08, 2011

Video


Na de volstrekt absurde tweede gele en dus rode kaart voor Van Persie tijdens Barcelona - Arsenal volgt in de wedstrijd Shaktar Donetsk tegen AS Roma de nog veel gekkere gele kaart tegen een speler van Shaktar die zojuist de beuk van zijn leven heeft ontvangen. In het strafschopgebied. Een elleboog vol in het gezicht. Wanneer hij zich beklaagt, in ongetwijfeld felle bewoordingen, trekken vlagen van onzekerheid over het gezicht van de onpartijdige man in het geel. Wat te doen. Ingaan op het felle en zichtbaar eerlijke appel? Nee, dat niet, want dat heb ik niet gezien. Wat ik nu zie is een opgewonden speler die ageert tegen mij, de man met de fluit. De man met de kaarten. Aha, kaarten. Ik trek een kaart. Geel. Vanwege protest en praatjes.

Het is hemeltergend belachelijk. Een simpele blik van de vierde man langs de kant op de monitor volstaat. Seconden na het voorval kan de vierde man uitsluitsel geven: Ja hoor scheids, duidelijke zaak. Kwestie van beuk. Rood en strafschop.

Miljoenen gaan er om in dat voetbal en het wordt beslist door domme en makkelijk repareerbare fouten. Er zijn mensen die dat goed vinden, omdat het spelletje een spelletje is. Maar dat is het niet.

Hemeltergend.

Belachelijk.

maandag, maart 07, 2011

Jozef


In de grote Neo-Romaanse basiliek van het Belgische Spa staat een verrassing te wachten: een Jozef altaar. Jozef is in de christelijke iconografie geen populaire figuur. In de lange Middeleeuwen werd hij bij de geboorte van Jezus als bijfiguur afgebeeld, met een voor het jodendom kenmerkende muts op de kop. Jozef is een Jood!

Maria niet. Maria is katholiek. Jezus ook niet, Jezus is weliswaar rabbi, maar staat toch duidelijk boven de partijen. Ik verdenk hem er wel eens van dat hij eigenlijk gereformeerd is, maar daar zijn ze het in Spa dan weer niet mee eens.

Moeder Gods, God zelf, stiefvader.

Het Jozefaltaar in Spa toont drie fragmenten uit het leven van de timmerman: links (niet afgebeeld) het huwelijk van Maria en Jozef, rechts het sterfbed van Jozef met een treurende stiefzoon en in het midden de meest ontroerende.

Jozef leert zijn ventje lezen.

Wat? Kon Jozef lezen? Een timmerman uit het jaar nul?

zondag, maart 06, 2011

Bleekneusjes


Zo zag het er in de late jaren vijftig uit, ons verblijf voor bleekneusjes. Sinds een jaar of wat is het verbouwd tot wat wel een van van de grootste gites van de Ardennen moet zijn. Tien volwassenen en negen kinderen van een half tot zeven jaar oud dartelen dagen lang door het huis zonder noemenswaardig gebots.

Het wonderlijkste is misschien wel dat we al snel een routine hebben. Ontbijt is ruwweg tussen half negen en half tien, lunch is min of meer vrij. Michiel kookt twee keer en wint dus de kookcompetitie, vooral zijn pannekoeken zijn geliefd. Maar ook de Zwitserse afdeling laat van zich horen. Hun deegwaren worden door Klaas gretig verslonden. Ach, je hoeft het alleen maar pasta te noemen, dan eet hij echt alles. De worsten die overblijven verdwijnen in uw rondbuikende scribent. Heerlijk!

Wanneer we vrijdagochtend richting Brussel vertrekken laten we een huis achter. Een echt huis. Ons huis. Bedankt Machteld!!

Ha ha

En alweer zondag. Een week niet geblogd is een week volop geleefd. Ach mensen, wat is er veel te vertellen!